Onlangs ontstond ophef omdat een vluchtelingenorganisatie in Apeldoorn gastgezinnen adviseerde om geen alcohol te drinken of te schenken en vrouwen aanraadde om zich te bedekken wanneer vluchtelingen kwamen eten. De angst was dat de gasten zich niet op hun gemak zouden voelen of in conflict zouden komen met religieuze eisen.
Het wordt deugdzaam geacht morele conflicten uit de weg te gaan. De Canadese filosoof Charles Taylor, ’s werelds beroemdste multiculturalist, schreef het essay The politics of recognition. Hij betoogde hierin dat het onvoldoende erkennen van iemands culturele minderheidsidentiteit een gebrek aan respect toont en dat dit zelfs schadelijk is: “It can inflict a grievous wound, saddling its victims with a crippling self-hatred”.
Nu lijkt dit een overdreven theatraal citaat, maar de publieke figuren die de afgelopen decennia het multiculturalistische gedachtengoed hebben gestimuleerd zijn het met elkaar eens: leden van minderheden, en zelfs hele groepen tegelijk, dienen te worden gerespecteerd door de culturele meerderheid. Daarbij komt dat multiculturalisten volhouden dat het hebben van een minderheidsidentiteit waardevol is zelfs als dit ook schadelijke en weerzinwekkende praktijken omvat. Ook dan dient identiteit erkend te worden, schreef Taylor in zijn essay.
En dat dat de norm moet zijn, hebben we de afgelopen decennia gemerkt. Het voeren van een zinvol debat over de houdbaarheid van weerzinwekkende praktijken als genitale verminking en uithuwelijking staat steevast in het teken van eventuele kwetsuren van moslimminderheden. Zij dienen zich welkom te voelen en de focus op negativiteit zou maar contraproductief zijn. Eenieder die zich in het hol van de leeuw waagt, loopt het risico bestempeld te worden als intolerant of rechts, als iemand die het conflict opzoekt. Het zou maar beter zijn om niet te veel aandacht te besteden aan de nadelen van lidmaatschap van een minderheidsgroep – zeker niet als de statuten van de vereniging religieuze voorschriften zijn.
Leids hoogleraar Paul Cliteur is geen voorstander van deze debatinstructie. Deze week komt zijn nieuwe boek uit: Het Atheïstisch Woordenboek. Hij schreef het samen met zijn Vlaamse collega Dirk Verhofstadt. Het bevat ruim 300 bladzijden aan lemma’s over beroemde atheïsten en secularisten en belangrijke thema’s. Het is eigenlijk meer een encyclopedie dan een woordenboek en geeft in zijn algemeenheid een overzicht van de ontwikkeling van het verzet tegen religieuze dogma’s. Cliteur is ervan overtuigd dat het loont om te focussen op de verschillen tussen wereldvisies en het seculiere gedachtengoed breed uit te dragen.
Hij vindt zijn gelijke in John Stuart Mill, de negentiende-eeuwse voorvechter van een zeer ruime vrijheid van meningsuiting. Morele vooruitgang, stelde deze, gaat hand in hand met morele ontzetting. Als er binnen een samenleving een hoge mate van ‘moral distress’ is, dan is dit een positief en gezond teken dat het proces van ‘ethische confrontatie’ bezig is.
Ethische confrontatie omvat conflicten over allerlei onderwerpen, zowel moreel als filosofisch, politiek en religieus, en varieert van debat tot het laten zien van rivaliserende ‘lifestyles’. Dit stimuleert ruimdenkendheid, een alertheid op opvattingen en de mogelijkheid van kritiek. Het maakt verschillen juist minder spannend. Nieuwe ideeën ontstaan het beste wanneer iemand wordt geconfronteerd met een andere manier van denken. Het bestaan van botsende overtuigingen is de enige verklaring voor het progressieve karakter van de westerse beschaving.
Dit betekent ook dat we anders moeten nadenken over aanstootgevend gedrag en de stress die daaruit voort zou komen. Een ieder dient zijn lifestyle te promoten en te verdedigen, in plaats van andermans culturele of religieuze identiteit te respecteren. Dit kunnen religieus fundamentalisten, bijvoorbeeld, juist erg goed. Sommigen zijn het alleen een beetje verleerd om daarop te reageren.
Het laatste dat we zouden moeten willen is dat mensen niet langer overstuur raken van tegenovergestelde overtuigingen. Zo beschouwd zou het beter zijn om vluchtelingen te confronteren met een goed decolleté. En uit te leggen waarom dat beter is dan een cultuur waarin vrouwen zich onveilig voelen wanneer ze zich onvoldoende in de lappen hullen. Mocht de spanning ondraaglijk worden, dan kunnen in ieder geval de gastvrouw en – heer even een biertje drinken.
De boekvoorstelling van Het Atheïstisch Woordenboek van Paul Cliteur en Dirk Verhofstadt is zaterdagmorgen 24 oktober 2015, 11:30 (koffietijd!)
Boekhandel Schreurs & De Groot, Weteringschans 173 Amsterdam