Echt veel interesse lijkt er niet te zijn. De megalomane zaal voor persconferenties zit nog niet eens voor een kwart vol. Alle journalisten zijn inmiddels binnengedruppeld voor de Europese Raad van regeringsleiders die donderdag en vrijdag in het Justus Lipsiusgebouw in Brussel plaatsvindt. Maar hoewel er weinig te doen is, heeft een ruime meerderheid geen interesse in wat Europarlementsvoorzitter Martin Schulz te melden heeft. Het is tekenend voor de verhoudingen tussen de Europese instellingen: de enige gekozen instelling, het Europees Parlement, staat in laag aanzien.
De Europese Raad is donderdagmiddag een discussie met Schulz gestart, waarna hij de journalisten in deze zaal van informatie voorziet. Dit is allebei gek: Schulz mag met regeringsleiders praten en journalisten toespreken als voorzitter van het Europees Parlement, waarmee de suggestie wordt gewekt dat Schulz namens het hele parlement en namens alle EU-burgers kan spreken. Dat is natuurlijk niet zo: vergelijk de situatie waarin Anouchka van Miltenburg journalisten politiek-inhoudelijk toespreekt namens de Tweede Kamer en daarmee een soort gemiddelde probeert te vinden tussen SP, CDA en PVV.
Zo’n gemiddelde bestaat niet en dat blijkt. De smaken van zeer links tot populistisch rechts zijn allemaal in het Europees Parlement aanwezig maar ze worden door Schulz niet allemaal vertegenwoordigd. Schulz doet allerlei uitspraken die in het midden van het politieke spectrum liggen en in lijn zijn met wat veel regeringsleiders ook vinden: hij komt met voorstellen die voortborduren op hoe het beleid er eigenlijk al uitzag, al ontbrak het vaak aan de uitvoering. Voor burgers van middenpartijen is dat prima, maar met name PVV-stemmers zullen ervan moeten overgeven. Die vertegenwoordigt Schulz heel duidelijk niet.
Schulz wil dat er meer geld komt voor vluchtelingen en dat landen die vluchtelingen in de regio opvangen financieel worden geholpen. Hij bepleit een gezamenlijk Europees asielbeleid met gezamenlijke criteria en een gezamenlijke procedure. Als de procedure in Duitsland negen maanden duurt en elders een paar dagen, is er geen gemeenschappelijkheid, meldt Schulz. Ook de kans dat een vluchteling ergens geaccepteerd wordt loopt per land extreem uiteen, leren we. De Europese Raad van regeringsleiders moet meewerken aan een gezamenlijk asielsysteem, meldt Schulz.
Het probleem dat Schulz hier namens alle Europese burgers staat te praten gaat een stap verder dan dat hij PVV-stemmers en hun buitenlandse gelijkgestemden niet bedient. De grote vraag is wie hij überhaupt vertegenwoordigt. Dit blijkt als hij spreekt over hotspots buiten de EU waar vluchtelingen naartoe kunnen gaan. Die mogen volgens Schulz niet bedoeld zijn om mensen buiten de EU te houden, maar wel om asiel aan te vragen. Schulz is het zeker niet eens met wat de Hongaarse premier Orban van vluchtelingen vindt. Zou dat werkelijk de mening van de Europese burger zijn?
De vraag stellen is hem beantwoorden. Orban kreeg veel Hongaren achter zich die kennelijk zijn ideeën ondersteunen. Ook in Slowakije lijkt men niet erg enthousiast over meer immigratie. Om nog maar te zwijgen van de torenhoge PVV-peilingen, de populariteit van de UKIP in Groot-Brittannië en die van Marine le Pen in Frankrijk. Martin Schulz doet net alsof al die kiezers niet bestaan en praat alsof er alleen kiezers zijn met een links, sociaaldemocratisch profiel. De werkelijkheid is complexer. Het is inmiddels de vraag of de gemiddelde kiezer – ook van sociaaldemocratische huize – zijn woorden steunt.
De journalisten mogen vragen stellen. Over vluchtelingen, de mogelijke Brexit, de situatie in Turkije en die in Moldavië. Geen journalist vraagt wie Schulz met zijn uitspraken representeert. Wat dat betreft staat de EU-journalistiek in Brussel even ver af van burgers als Schulz zelf.
Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel en Den Haag. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.