Woensdagavond is een custom-built en daardoor zeer zeldzame super-Audi in Amsterdam gestolen. Geenstijl suggereerde terecht dat het weleens promotie zou kunnen zijn voor de film waarin de auto figureert. Maar over wat voor auto hebben we het eigenlijk?
De Audi RS6 DTM Gumball 3000 Edition is uitgerust met een vierliter achtcilinder, voorzien van twee turbo’s. De turbo’s zijn geen fabrieksstandaard, want ze zijn groter dan in de normale RS6 en bovendien bekleed met goud. (Goud is een goede hittegeleider, daarom was de machinekamer van de McLaren F1, tot de Bugatti Veyron ‘s werelds snelste auto, er ook mee bekleed.)
De kauwgumbal produceert 950 pk en meer dan duizend als de tank is gevuld met benzine met een octaangehalte van 105. Nu wil ik niet vervelend zijn, maar als je een auto verbouwt tot een symfonie in vulgariteit, verwacht ik meer van de topsnelheid en de sprint van nul naar honderd. Zeker als het ding is is verknutseld tot lichtgewicht rotsblok.
De originele Bugatti Veyron had duizend paarden en was in tweeëneenhale seconde op de honderd, op weg naar een topsnelheid van 407 kilometer per uur. Dat is Concorde; de Audi lijkt met een geschatte topsnelheid van rond de 330 toch wat meer op een opgevoerde Cessna. Haal de begrenzers eraf en de BMW M5 haalt die snelheid ook, met de helft van het aantal pk’s. En datzelfde geldt overigens voor de originele RS6.