Europees fractieleider Guy Verhofstadt (Open VLD) heeft een nieuw boek geschreven over Europa. In De ziekte van Europa beschrijft Verhofstadt de tekortkomingen van het huidige Europese model en biedt hij oplossingen, die al eerder zijn voorgesteld door de grondleggers van Europa.
Ter inleiding: de huidige vluchtelingencrisis laat de EU in haar volle zwakte zien. Er was en is geen Europees asielbeleid, terwijl de EU wél open grenzen heeft als gevolg van het Schengen akkoord. Bondskanselier Angela Merkel bepaalt nu in haar eentje het Europese vluchtelingenbeleid. Ook op de burgeroorlog in Syrië en de opkomst van IS, Islamitische Staat, medeveroorzakers van de grote vluchtelingenstromen richting Europa, heeft de EU geen antwoord.
Het falen van de Europese regeringsleiders en de Europese Commissie wordt linksom of rechtsom afgewenteld op de Europese burger. Toegevoegd kan worden een falend energiebeleid, een falend milieubeleid en een falend defensiebeleid, om over het democratische gehalte van de EU nog maar te zwijgen.
Wie de onderhandelingen over TTIP volgt weet genoeg: de onderhandelingen zijn niet transparant, worden gehouden achter gesloten deuren, maar de Europese Commissie en het Europese Parlement zijn al akkoord. Dat miljoenen burgers in Europa daar anders over denken wordt volledig genegeerd.
Terug naar Guy Verhofstadt die er in zijn nieuwste boek voor pleit om terug te keren naar de grondgedachten van de Founding Fathers van de EU. Het einddoel van deze grondleggers in de jaren vijftig van de vorige eeuw was een Europese Federatie, de Verenigde Staten van Europa, met een eigen regering en een democratisch controlerend parlement. Laten we wel zijn, op zich was en is dat geen verkeerde gedachte.
Temidden van een veranderende wereld van machtsblokken is het nuttig om als landen samen te werken, en dat zou zelfs in federaal verband kunnen. Immers Zwitserland, met drie taalgroepen, en Duitsland zijn goede voorbeelden van succesvolle federale landen die het qua welvaart en welzijn goed doen. Vooralsnog beter dan Nederland. Toch is het niet verwonderlijk dat het merendeel van de Europese bevolking zich afkeert van nog meer Europa en dat het nieuwe nationalisme hoogtij viert.
De grote fout die de EU in het verleden gemaakt heeft was een te snelle uitbreiding van de Unie in 2004 met tien nieuwe lidstaten in een keer, om geopolitieke en economische redenen. Het inkapselen van de Russische Federatie met EU/NAVO-landen, het vergroten van het economische afzetgebied en de instroom van goedkope Oost-Europese arbeidskrachten waren de belangrijkste drijfveren. Deze megalomane uitbreiding van de EU ging regelrecht in tegen de tijdgeest van het naoorlogse Europa uit de vorige eeuw.
Tot de val van de Muur in 1989 en de Duitse hereniging in 1990 lag de nadruk van de EU op kwaliteitsverbetering van de Unie. Na 1990, toen het kapitalisme zich de mondiale overwinnaar waande werden de bakens binnen de EU verzet en ontstond het opportunistische eendimensionale economische denken. De EU werd met invoering van de euro een vrijmarkt voor het ongebreidelde kapitalisme waar de Raad van Europa en de Europese Commissie vrolijk aan mee deden.
Het Verdrag van Lissabon in 2007 leverde het ultieme bewijs van dit kapitalistische narcisme. Alles draaide om de markt, de groei en de euro. Multinationals werden in de watten gelegd terwijl het maatschappelijk belang van de burger verwaterde.
Nu we geconfronteerd worden met het falen van de EU: eurocrisis, Griekenland, Brexit, Midden-Oostenproblematiek en de vluchtelingencrisis, is de enige voorspelbare reactie vanuit Brussel nóg meer Europa. Helaas, in antwoord op het falen van de EU is de geest uit de nationalistische fles. Het volk wil minder Europa.
De EU en daarbinnen de eurozone zal terug moeten naar kleinschaligheid. Er zal een kleinere kernunie geformeerd moeten worden bestaande uit landen met gelijkgestemde economische en culturele waarden. Een EU met twee snelheden. De eurozone welke Brussel ziet als het hartland van de EU zal geherdefinieerd moeten worden. Cultureel en economische gelijkwaardige landen zoals Scandinavië, Duitsland, Oostenrijk, Nederland, België, Luxemburg, Ierland en Engeland zouden een kernunie moeten vormen die op termijn zou kunnen opgaan in een federatie met een eigen munt. Of Frankrijk tot die groep zou moeten behoren is een twijfelgeval omdat er in Frankrijk nog teveel de mentaliteit heerst dat wat goed is voor Frankrijk goed is voor Europa.
Naast deze kernunie is er een schil van landen die in de wachtkamer komen om, onder strenge voorwaarden én mondjesmaat, op termijn toegelaten te worden tot de kernunie oftewel de federatie. De landen in de buitenschil blijven lid van de EU, maar zijn geen lid van de kernunie respectievelijk de federatie.
De EU moet zich opnieuw uitvinden en alleen op deze manier kan de unie gered worden als slagvaardig project van vrede, veiligheid en welzijn voor de Europese burger. Krijgen de grondleggers van de EU, en ook Guy Verhofstadt, misschien toch nog hun zin.
Aysso Reudink is publicist.