Hongaren kunnen me in hun eigen taal verdomd goed uitleggen waarom ze een muur bouwen aan de grens. Maar Nederlanders kunnen me niet uitleggen waarom wij niet heel veel vluchtelingen snel kunnen huisvesten. Zou dat zonder overheid niet zo gefikst zijn?
Eigenlijk durfde ik het de afgelopen weken niet goed te berde te brengen: m’n afkeer, maar ook begrip voor Hongarije dat haar grenzen dichtte met prikkeldraad. De discussies met Hongaren – toevallig spreek ik de taal – waren heftig. Vooral als ik hen herinnerde aan de honderdduizenden Hongaarse vluchtelingen na de Russische inval in Hongarije in 1956. Die ook wij opvingen. Maar, zeiden ze, die moesten in Oostenrijk afwachten of er plek was en vormden geen invasie.
Bovendien, zo vinden de Hongaren, hebben ze al genoeg ‘vreemdelingen’ in hun land: circa een miljoen zigeuners die ze niet als de hunne beschouwen, 10 procent van de bevolking. Iedereen weet te vertellen dat de gevangenissen voor de helft vol zitten met zigeuners. Dat de armoede en discriminatie daarvan de oorzaken zijn, zoals ik braaf te berde breng, wil er bij de Hongaren niet in. Het volk is even nationalistisch en xenofoob. Mag je daar begrip voor hebben? In elk geval geen leuk land voor vluchtelingen.
Nog een argument: de gemiddelde Hongaar moet het met een maandinkomen van 550 euro zien te rooien. Dat is een kwart van het gemiddeld inkomen hier en een van de laagste niveaus in Europa. Nederland is vier keer zo rijk, met hetzelfde prijsniveau.
Daarmee komen we op dit volgevreten Nederland. Waar een grote groep mensen het ook zwaar heeft door werkloosheid, nauwelijks te betalen hypotheek met schoolgaande kinderen, door afschuwelijke kwalen als MS en ALS of door doden en gewonden in ons slagveld, het verkeer. (Plus nog een serie welvaartskwalen die ik niet serieus neem, zoals daar zijn de depressie – iedereen is wel eens een periode somber.)
Kortom, meer dan tien miljoen landgenoten gaat het wel voor de wind. Die kunnen best een veer laten. Voor een paar jaar zeker, want ik weet echt niet of het goed is voor ‘ons’ en alle vluchtelingen om definitief onderdeel te moeten worden van het Nederlandse volk. (Wat immigratie kan voor het Nederlands Elftal geen kwaad. Onbelangrijk? Kijk dan eens naar de bizarre overgangen naar sport in Nieuwsuur)
Een jaar of tien terug gingen de grenzen open voor arbeiders uit nieuwe Oost-Europese EU-landen. Daarbij was Hongarije, maar de Hongaren bleven bij moeders de vrouw. Ook in dat opzicht waren ze nationalistisch.
Maar dan de Polen. Al op de vroege ochtend van de eerste dag waarop ze hier mochten komen ontmoette ik een groep onverstaanbare Polen op het strand. Ze waren aan het voetballen en we wisselden namen uit: Cruijff, Lubanski, Neeskens, Lato, Van Hanegem, Boniek.
Ze kwamen met vele duizenden in busjes, en zeurden niet over geld en woonruimte. Spoedig vonden ze woonruimte in de vele leegstaande hotels en stacaravans. Dat werden ‘Polenhotels’ en ‘Polencampings’. Ze gaven overlast omdat veel Polen zopen als ketters, te hard reden, ongeïnteresseerd waren, en geen zin hadden om meer van het Nederlands te leren dan nodig was om met hun 06 klussen en geld binnen te halen.
Officieel ging het om een paar duizend Polen, maar het overgrote deel van de eerste golven haalden de statistieken van Duitsland, Engeland en Nederland niet. Het gekke was, ze hadden geen overheid nodig. Nu weet ik wel dat de vluchtelingen in een andere staat verkeren, ontheemd zijn en van huis en haard beroofd – zelfs als ze uit Turkije komen. Maar menselijkheid laat zich moeilijk door de overheid organiseren.
Het gesol met vluchtelingen in tijdelijke opvang en al het gedoe is even gênant als onnodig. We hebben een ‘vluchtelingenprobleem’ geschapen. In rijke kustgemeenten zoals Noordwijk besluit de gemeenteraad dat er geen plek is voor vluchtelingen. Terwijl er in elke gemeente vele honderden Polen binnenkwamen en plek vonden en ik weet niet hoeveel tweederangs ruimte ook momenteel beschikbaar is.
Er staat in heel Nederland veel tijdelijke woonruimte leeg aan huisjes en caravans. Verwarming erin en klaar. Die accommodatie hebben ‘wij’ volgend jaar weer nodig, zegt u. O ja? Dan gaan we toch een jaar, of een paar jaar, niet met vakantie. Is dat zo erg? Die ‘ontmoetingen met buitenlanders’ kunnen gewoon hier plaatsvinden. Doe wat belastingaftrek voor het beschikbaar stellen van die ruimte. Hef een extra vluchtelingenbelasting bij rijk Nederland voor onderwijs en zorg en geef die mensen de huidige uitkeringen. Stel een grens aan aantallen. Maar de overheid kan de opvang verder aan het volk en de markt overlaten. En het komt wel goed, let maar op…
Beeld: Colin Kinnear