Het is vorig jaar ruim zestig keer gebeurd dat slachtoffers van zware misdrijven en nabestaanden te laat op de hoogte zijn gesteld dat de dader uit de gevangenis is. Dat blijkt uit cijfers die zijn vrijgegeven door het Informatiepunt Detentieverloop. Die organisatie informeert slachtoffers als de dader verlof krijgt, ontsnapt of vrijkomt. Het moet voorkomen dat een slachtoffer onverwacht de dader tegen het lijf loopt.
Slachtoffers en nabestaanden krijgen deze melding alleen bij daders van zware misdrijven, zoals verkrachtingen, moord en ander ernstig geweld. De dader moet tot minimaal acht jaar cel zijn veroordeeld of tbs hebben gekregen, of de slachtoffers moeten in de rechtszaal spreekrecht hebben gehad.
Uit de cijfers blijkt dat vorig jaar 61 keer te laat is gemeld, minder dan een week van tevoren, op een totaal van 3385 meldingen. In 2013 gebeurde dat 75 keer op 3767 meldingen. Toen ging het negen keer om een tbs’er. De cijfers worden bijgehouden sinds 2012. In dat eerste jaar waren er nog 265 te late meldingen op een totaal van 5226.
Een groot deel van de meldingen die te laat worden gedaan, is te wijten aan gevangenissen die niet goed doorgeven wanneer een dader op vrije voeten komt.
Advocaat Sébas Diekstra heeft de cijfers opgevraagd. Een cliënte van hem kreeg te laat bericht over het verlof van één van haar ontvoerders. “Het bericht van het IDV kwam pas na het verlofweekeinde aan bij cliënte. Dat is echt onacceptabel”, aldus Diekstra. “In die zaak zou de melding veel te laat zijn gedaan door de inrichting. Kennelijk gebeurt dit nog veel vaker. Het ministerie van Veiligheid en Justitie moet direct maatregelen nemen, zodat slachtoffers of nabestaanden niet onvoorbereid geconfronteerd kunnen worden met verdachten of veroordeelden.”
Een woordvoerder van het OM laat weten dat het percentage “te late informatieverstrekkingen in 2014 1,8 procent was en een dalende lijn vertoont”. “Het IDV beseft echter dat de gevolgen hiervan voor slachtoffers of nabestaanden groot zijn. Vanuit dat streven werkt het IDV aan een voortdurende verbetering van de informatieverstrekking”.
Anp