“Leo Lucassen, migratiehoogleraar en directeur onderzoek van het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis in Amsterdam, kijkt er niet van op. ‘We plukken hier de wrange vruchten van twintig jaar islamkritiek,’ zegt hij.
Die heeft, aldus Lucassen, juist hier een uiterst radicaal en gepolariseerd karakter gekregen. ‘Moslims worden in hun geheel als een bedreigende groep beschouwd. Dat is al gaande sinds de Rushdie-affaire in 1989. Eindelijk dachten we in het geseculariseerde Nederland van de godsdienst af te zijn, maar dat bleek een lelijke misrekening. Vanaf toen loopt er via Pim Fortuyn en Geert Wilders een rechte lijn naar het heden.’
Dat stellen ook de Franse onderzoekers vast. ‘Al sinds begin deze eeuw denken Nederlanders dat hun land niet méér mensen kan opvangen. Fortuyn zei destijds al dat het land vol is en dat er geen moslims meer bij mochten. Die mening wordt nu nog, tijdens de vluchtelingencrisis, door 63 procent gedeeld.’
Wat zich hier volgens migratiehoogleraar Leo Lucassen wreekt, is het algemene politieke klimaat in Nederland. Om de PVV de wind uit de zeilen te nemen, stellen andere partijen zich op als PVV-light. “Mensen voelen zich gelegitimeerd om populistische opvattingen te spuien.”
Er wordt, zegt hij ook een enorme hoeveelheid ‘aperte onzin’ over het land uitgestort. En die wordt door de gevestigde politiek in Den Haag niet tegengesproken. Eerder wordt de angst voor de komst van migranten aangewakkerd.
Lucassen: “Belangrijke fractieleiders als VVD’er Halbe Zijlstra of CDA’er Sybrand Buma gaan er deels in mee. Dan wordt er beweerd dat er al meer migranten zijn dan in de jaren negentig. Onzin! We zitten pas op de helft. Of dat de migranten onze welvaart bedreigen. Ook onzin. Dat ze verkrachters zijn. Geen spoor van bewijs. Maar als niemand in Den Haag de moeite neemt om dat hardop te zeggen, dan denken de mensen natuurlijk: het zal wel zo zijn.”
Vroeger, lang geleden, leerden journalisten nog wel eens dat je het liefst meerdere bronnen raadpleegt om een béétje objectiviteit uit te stralen als ‘kwaliteitscourant’. Maarja, dat was vroeger. Toen mensen nog gewoon talent hadden, en hun minderheidsbestaan geen reden was ze gelijker te behandelen dan anderen, en hoogleraren nog gewoon wetenschap bedreven in plaats van door de staat gesubisideerd activisme.