Wanbeleid centrale banken vraagt om meer democratie

30-10-2015 13:46

Ondanks dat iedereen het er over eens is dat de centrale planeconomie van de Sovjet Unie nogal waardeloos heeft uitgepakt, lijken de meesten ervan overtuigd dat de Westerse, moderne versie van centraal plannen nog steeds kans van slagen heeft.

De meeste Westerse economen uit de 20e eeuw waren het er over eens dat op microniveau de effectiviteit van een centraal plan nogal te wensen over laat. Dit vertaalde zich in Nederland in de liberale privatiseringsgolven rond de milenniumwisseling.

Zogenaamde marktwerking

Deze waren zogenaamd bedoeld om marktwerking te bevorderen om zo competitieve prijzen te creëren. Zo werd het monopolie van de Staat op bijvoorbeeld de spoorwegen en het telecomnetwerk afgeschaft. In plaats daarvan zitten nu bedrijven als NS, ProRail en KPN op de pluche monopolietroon. Het enige wat de Nederlandse Staat gedaan lijkt te hebben met alle privatiseringsronden is ambtenaren ontslaan. Maar eerlijk is eerlijk, deze kunnen soms ook wel erg onproductief zijn.

In plaats van dat beleid via specifieke plannen uitgevoerd wordt, zou centraal beleid veel effectiever zijn als enkel de meest centrale schakels in de economie beheerd werden, aldus monetaristen als Alan Greenspan in de jaren negentig. Zij stelden dat met het beïnvloeden van de belangrijkste prijs in het gehele kapitalistische systeem, de prijs van geld, de economie het beste op centraal beleid afgestemd kon worden.

Deflatiespook

Aan volkeren van Westerse landen werd dit beleid zoals gewoonlijk verkocht met behulp van een boeman, het deflatiespook. We moesten per se een jaarlijks inflatiepercentage van ongeveer twee nastreven om het vreselijke spook te verslaan. Met behulp van staatsuniversiteiten is de economische wetenschap ondertussen zo stevig geïnstitutionaliseerd dat deflatie door vrijwel elke ‘verstandige academicus’ gezien wordt als een destructieve kracht.

Gedurende de recessie van ‘90-’91 vlak na de val van de muur onstond een enorme internationale vraag naar veilige dollars. Uit angst voor deflatie overspoelde de Amerikaanse centrale bank de wereld met dollars door de rente fors te verlagen. Toen de situatie stabiliseerde tussen ‘95 en ‘00 verhoogde Greenspan de rente enkele malen om terug te keren naar normaal beleid.

Dotcom- en huizenbubbel

Greenspans beleid leek zeer succesvol totdat eind 2000 de dotcom-bubble begon te barsten. In de jaren erna besloot de Federal Reserve de rente keer op keer te verlagen. Bij elke macroeconomische tegenvaller werd de prijs van geld verder omlaag gedrukt totdat de rente in 2004 1% bedroeg. De rust keerde terug op financiële markten en het centrale beleid werd wederom geprezen voor haar succes in het redden van de economie. Tussen 2004 en 2006 verhoogde de bewindslieden daarom de rente weer tot 5.25%. Helaas bleken er wederom lijken in de kast te zitten. Veel te veel goedkoop geld had haar weg gevonden naar de huizenmarkt in de VS. Halverwege 2007 begon deze bubble ook te barsten. De centrale planners reageerden direct en eind 2008 vond de prijs van geld dan eindelijk haar lang gezochte ‘evenwicht’ van 0%…

De Amerikaanse rente staat zeven jaar later nog steeds op nul. Sindsdien hebben we ook nog enkele rondes van “onconventionele monetaire ingrepen” mogen meemaken, waarbij de centrale bank direct en tegen elke gevraagde prijs portefeuilles van ‘systeembanken’ overnam. In de VS zijn drie zulke programma’s geweest te weten QE1(‘08-’10), QE2(‘10-’12) en QE3(‘12-’14). Samen kostten de ingrepen meer dan zes jaar en 4,5 biljoen dollar.

Eindelijk weer een gezonde economie?

Na alle geweldige officiële statistieken van de afgelopen jaren over de Amerikaanse economie, beginnen investeerders zich af te vragen wanneer beleidsmakers de rente van de wereld-reserve currency eindelijk weer omhoog duwen naar percentages die kenmerkend zijn voor een gezonde economie. Gedurende het afgelopen jaar verwachtten veel analisten een ‘lift-off’ in september 2015. In september bleek het niet mogelijk, natuurlijk uit vernieuwde angst voor deflatie, maar het merendeel van de professionele analisten dacht nog steeds dat een ‘lift-off’ in 2015 toch nog tot de mogelijkheden behoorde.

Ondertussen is het oktober en verwachten de meesten dat het grote moment in 2015 niet meer zal komen. Er is zelfs een aantal grote banken dat nu aanwijzingen ziet dat de wereldeconomie veel te fragiel is om een Amerikaanse renteverhoging op de korte termijn te overleven. Vooral nu de Chinese overheid massaal haar Amerikaanse staatsobligaties liquideert – iets wat het tegenovergestelde effect heeft van QE – zijn veel institutionele beleggers bang voor hogere rentes. Na de laatste stemronde van de Federal Open Market Committee was er een interessant detail te ontdekken:

stemgedragfed

Elk bolletje is een lid van het committee en zijn of haar idee van de ideale toekomstige rente. Er is nu dus zelfs een lid dat in 2015 en 2016 liever een negatieve rente zou zien. Ondertussen zijn er ook al enkele grote banken die publiekelijk vragen om QE4. Echter, de niet meer onconventionele QE programma’s zijn niet meer vanzelfsprekend effectief tegen echte deflatiedruk. Achteraf is gebleken dat het grootste gedeelte van het nieuwe QE-geld vooral terug te zien is in eigendomsprijzen en niet in consumentenprijzen.

Academici houden zich zelfs al langer bezig met onderzoek naar de aanvullende mogelijkheden die beleidsmakers hebben, mocht een nieuwe crisis beginnen terwijl rentes nog tussen de 0 en 1 procent liggen. Er zijn grofweg twee scenario’s te bedenken voor de reactie van de centrale banken op een volgende crisis: negatieve rentes en directe fiscale stimulus. Dit is ervan uitgaande dat de derde optie, namelijk dat centrale planners toegeven dat ze al die tijd fout zaten en erkennen dat ze overbodig zijn, hoogst onwaarschijnlijk is.

Negatieve rentes

Sommige economen zagen negatieve rentes al langer aankomen. In 2009 schreef Willem Buiter, die toen werkte voor Goldman Sachs en ondertussen hoofdecononoom is bij CitiGroup, een paper waarin hij mogelijkheden uiteenzet voor centrale bankiers om effectief tot negatieve rentes te komen. Het probleem waar beleidsmakers tegen aan lopen, de zogenaamde ‘zero lower bound’ komt voort uit het feit dat het houden van contant geld een rentepercentage van 0% heeft.

Het probleem, volgens Buiter, is dat een overheid of financiële autoriteit niet de mogelijkheid heeft de bezitters van contant geld te identificeren, laat staan ze te dwingen tot het ‘ontvangen van negatieve rentes’. De makkelijkste oplossing is volgens hem het volledig afschaffen van contant geld, zodat elke transactie gemonitord kan worden. Een bijkomend voordeel volgens hem, is dat “criminaliteit” zo goed als verbannen wordt. Vooraanstaande universiteiten als Harvard zijn ondertussen druk bezig met de kosten-batenanalyse van zo’n plan. Er zijn echter nog heel wat onzekerheden binnen beleidscirkels of negatieve rentes wel effectief te implementeren zijn.

Directe fiscale stimulus of “helicopter money”

Wat nog effectiever zou werken volgens veel nieuw-Keynesiaanse economen, onder wie Paul Krugman, is directe fiscale stimulus. Hierbij zouden centrale banken direct overheidsuitgaven kunnen financieren zodat overheden eindelijk kunnen beginnen de wereld te redden van vieze uitlaatgassen en andere nog te bedenken bedreigingen zoals marsmannetjes, Dit alles zonder dat vervelende individuele vrije mensen zich bezig houden met de waarde van staatsobligaties.

Nu de zeven vette jaren op haar eind beginnen te lopen, komen steeds meer grote banken openlijk met ideeën voor nóg beter beleid, waaronder dezelfde Citi onder leiding van Buiter. Toenmalig Fed chair Ben Bernanke refereerde al aan Milton Friedman’s ‘helicopter money’-idee in 2002, toen hij plechtig zwoer bereid te zijn elk middel tegen deflatie in te zetten. De helicopters zijn nu dichterbij dan ooit, ook qua poltieke grondslag, met Corbyn die Stiglitz in zijn team opneemt en hard roept om “QE for the people”.

Met “QE for the people” bedoelt Corbyn dan eigenlijk QE voor zijn socialistische plannen. Alle voorstanders van directe fiscale stimulus lijken de misvatting te delen dat overheden inderdaad van de mensen zijn en niet van zichzelf. Deze berichten zijn een aanduiding voor wat beleidsmakers verwachten van de toekomst van ook onze staat: een totalitaire economische autoriteit die elke transactie in zijn vizier houdt.

Meer invloed voor het electoraat

De vraag is echter of we na zo’n periode van wanbeleid nog moeten vertrouwen op niet-verkozen technocratische bewindvoerders, of dat we beter af zouden kunnen zijn door geleidelijk de prijs van geld, de rente, weer te laten bepalen door vrije mensen die afgewogen keuzes maken. Tegelijktertijd kunnen we dan de democratie versterken door de communicatietechnologie die we nu al bijna twintig jaar rijk zijn eindelijk eens op te nemen in de democratische besluitvorming. Een ding staat vast lijkt mij, zonder méér politieke macht voor de mensen kunnen we ons absoluut niet méér economische macht voor de politiek veroorloven.

Beeld: Revisorweb