“When war is declared, Truth is the first casualty” (Arthur Ponsonby, 1928). Wat betreft het neerhalen van de Boeing 777 van Malaysia Airways vlucht MH17 boven de Oekraïne lijkt dit ook in vredestijd op te gaan. Niet dat het vrede was op de rampplek. De ‘mist’ rond de MH17-informatievoorziening deed (en doet) qua dichtheid niet onder voor de ‘fog of war‘ in oorlogstijd, dus de eerlijke waarheid op de vraag wie de Boeing 777 op 17 juli 2014 heeft neergeschoten laat ondanks het uitkomen van de OVV-eindrapporten op 13 oktober nog even op zich wachten. De gedetailleerde bevindingen, met name de technische van TNO en het NLR (Nederlands Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium) hebben niet alle speculaties ontkracht. Wat jammer is, want met name de NLR-analyses zijn glashelder, en laten aan duidelijkheid weinig te wensen over.
Voor wie nog steeds de Su-25 (NATO’s ‘Frogfoot‘) niet als dader wil uitsluiten, is het NLR-rapport zelfs een moetje (zie ‘onderzochte scenario’s’: 4 en 5 – vanaf pagina 31, pdf-pagina 36). Echt.
De NLR-analyse onthult weliswaar een hoger ‘plafond’ voor het vliegtuig dan de officiele fabrieksopgegeven 7000 meter, maar toont desondanks aan dat dit toestel en de bewapening ervan* geen dader konden zijn omdat noch de 30 mm kanonmunitie van een Su-25 noch de eventuele raketbewapening het inslagpatroon in de MH17 Boeing konden veroorzaken (En Garde sloeg op basis van de fabrieksgegevens de plank in 2014 wel mis, en achtte het toestel ook niet in staat om de MH17 vlieghoogte van 33 duizend voet te bereiken).
Naast wat het NLR meldt, wordt in het boek Su-25 ‘Frogfoot’ Units In Combat zelfs geschreven over operationeel gebruik ruim boven de 7000 meter hoogte (Afghanistan). Mogelijk overtuigt dit alu-hardnekkigen in sommige kampen niet. Het boek verscheen namelijk pas in april 2015 (bij Osprey publishing). Wat theoretisch de auteur van dit boek tegen een ‘passende vergoeding’ van ‘anonieme herkomst’ de tijd heeft gegeven om aanpassingen te maken. Een vergezochte mogelijkheid van zwaar kaliber aluhoed, maar toch.
Screenshot google-books Su-25 ‘Frogfoot’ Units In Combat:
In aanvulling op wat het NLR meldt wordt in het boek eveneens uitgelegd wat het opereren op grotere hoogten aan fysiologische problemen oplevert voor de vlieger in een toestel zonder drukcabine (unpressurised cockpit). Toch klommen de Frogfoot piloten boven Afghanistan soms naar 29.700 ft (9053 meter) om van deze hoogte hun aanvalsrun met bommen onder de vleugels in te zetten.
Dat het hoger kunnen opereren van de Su-25 zelf zeer aannemelijk is, wordt aanvullend duidelijk als je het toestel vergelijkt met de een soortgelijke taak vervullende Amerikaanse A-10, de Thunderbolt II aka Warthog, waar het fabrieksopgegeven plafond 13.636 meter van bedraagt.
Beide toestellen zijn een tweemotorig ontwerp met rechte vleugels. Waar de A-10 leeg een stuwkracht-gewichtsverhouding heeft van 0.73 kg stuwkracht per kilo gewicht, scoort de Su-25 leeg 0.92. Wel met een iets hogere vleugelbelasting van 291 kg/m², tegen 241 kg/m² voor de A-10. Wat in beide gevallen laag te noemen is. Een en ander vergelijkend is het (achteraf) dan best een beetje vreemd dat het rankere Su-25 ontwerp met een lichte pijlstand van de vleugelvoorrand officiëel maar tot ruwweg de helft van de A-10 hoogte zou kunnen klimmen.
Ook voor wie in verwarring is geraakt door bijvoorbeeld de vraagtekens die RTL’s Jeroen Akkermans plaatste bij het kleine aantal aangetroffen ‘vlinderdas’ fragmenten van de 9N314/9N314M-springkop in de 9M38 raketserie van de Buk SAM, is het NLR-rapport zeer verhelderend (‘onderzochte scenario’s’: 6 vanaf pagina 45, pdf-pagina 48). Het NLR legt gedetailleerd uit hoe de springkop met circa 7800 voorgevormde fragmenten meerlaags is opgebouwd met fragmenten van verschillende vorm en grootte. Met meerdere fotobronnen.
Akkermans’ vragen…
“In het rapport ontbreekt referentiemateriaal ter controle. Oekraïne, Rusland, maar blijkbaar ook BUK-landen als Georgië, Cyprus of Finland hebben geen 9N314-springkop overgedragen ter onderzoek. (Rusland stelde wel springkopgegevens ter beschikking.) Onduidelijk is of de OVV erom gevraagd heeft. Zonder referentie heeft een chemische analyse op het gevonden materiaal minder zeggingskracht.”
…blijven wel staan als hiaat in de bewijsvoering indien de diverse opgevoerde fotobronnen niet als voldoende referentiemateriaal worden beschouwd of genoemde landen inderdaad geen medewerking wilden verlenen danwel niet gevraagd zijn. Waarom zou bijvoorbeeld Finland niet gevraagd zijn, of geen medewerking hebben willen verlenen?
Deze hiaten en vragen doen echter niets af aan de overige bewijsvoering bestaande uit zowel ‘eliminatie’ van andere mogelijke daders als de verdere onderbouwing van het Buk SAM-systeem als dader.
Aanvullend, wat heeft Rusland (of de fabrikant) te ‘winnen’ als mede op basis van door Almaz Antey geleverde 9M38/9N314 data de maker ervan, Almaz Antey zelf, als fabrikant van het dader-wapen wordt aangewezen?
Onderstaand het NLR ‘6.21 Conclusie grond-lucht raket scenario’. De samenvatting van het bewijs dat de 9M38 raketserie van het Buk SAM-systeem de MH17 dader was (foto: screenshot OVV NLR-rapport -.pdf).
Het brengt ons helaas niet dichter bij wie er in het oosten van de Oekraïne achter de Buk-knoppen zaten. Het verschaft evenmin helderheid bij andere MH17 vraagstukken. Zoals het opvallende gebrek aan vrijgegeven satelliet intell. Wat verder niets afdoet aan het NLR-daderbewijs.
*Aanvulling op NLR data, dat van verarmd uranium in de R-60 raket rept. Meer over de werking van diverse springkoppen en explosieven bij fas.org.
Eerdere MH17 En Garde’s (eerste analyse – 20 juli 2014, aanvullende analyse – 23 juli 2014, eerste MH17 rapport, ‘Buk-groen’ en meer –14 september 2014, de Su-25 ‘op herhaling’ –26 oktober 2014).
Titelfoto: representatie fragmentopbouw 9N314M-springkop (foto: screenshot OVV NLR-rapport -.pdf)