Niemand op mijn timeline heeft het over Justin Bieber. Een artikel op 3voor12 beweert iets anders, maar de realiteit is dat de naam Justin Bieber niet valt behalve wanneer ik hem zelf noem. En dat was tot gisteren al weer vier jaar geleden. Het stoort me niet. Het leven is mooi zonder, zo niet mooier. Ik kan daar eerlijk gezegd moeilijk over oordelen, want meer dan “Baby” ken ik niet. Een hele plaat Bieber heb ik nog nooit gehoord en zou ik dus ook niet als dusdanig herkennen.
Wat mij wel stoort, nee; wat mij wel verbaast is dat niemand in mijn timeline het over Marco Martens heeft. Niemand. Dit terwijl Marco het goed zou doen in mijn timeline. Marco Martens, Macronizm ooit, maar nu een literair rapper of misschien wel meer een poëet van gesproken woord op muziek, heeft net een album uit op Bastaard Platen. Een cd die zich het best laat omschrijven als een kruising tussen hiphop, De Kift en een novelle rondom het thema vertrekken zonder ooit te verlaten noch ooit aan te komen.
Op Ieder Huis Is Uit Vertrekken Gebouwd vertelt Marco Martens het verhaal van een zoekende muzikant die in het dorp van zijn ouders op een feest voor het eerst in jaren zijn lagere school vriend weer tegenkomt. Harm. Harm is glazenwasser en tevreden met zijn kleine en simpele leven, de ik-persoon – een weerspiegeling van Martens wellicht – is eeuwig zoekend, kent geen zekerheid en heeft zijn doel nog bij lange niet gehaald. Een intrigerend verhaal, waar je door Martens helemaal wordt ingezogen.
De lange slungelige man is een rasverteller met een zoet gevoel voor de taal, waar bij woordspelingen, metaforen en andere taalschoonheden als manna uit van de ton lijken te rollen. Het is echter niet alleen hoe het broeiende verhaal verteld wordt; de muzikale invulling van Michiel van Iersel en Joris Sedee zorgen ervoor dat je elk nieuw hoofdstuk van dit luisterboek in wordt gezogen.
Live wordt het trio aangevuld met Michel Nienhuis (voor de liefhebbers van zware metalen wellicht bekend als gitarist van en brein achter Dodecahedron) die hier plaats neemt achter de potten en pannen. Hoewel het optreden waarschijnlijk ook zonder kan, geeft dat wel een lekkere extra laag aan de dreigende ambient achter de de gesproken stukken en de nodige swing aan de meer pop gerichte en melodische nummers (zoals Tien Tellen en de afsluiter Madam Jeanette).
Hoewel het optreden bijna een-op-een de plaat volgt, slechts onderbroken door twee nummer – over meisjes, want “Als je als rapper wordt aangekondigd, dan moet je wel liedjes over meisjes doen”, aldus Martens – is Marco Martens op de bühne nog scherper dan op plaat. Wellicht ook omdat hij een paar nummers aankondigt met een korte uitleg, waardoor het al persoonlijke element van de hele plaat nog persoonlijker wordt. Zo gaat deze avond in Paradox ‘Alles Voorbij’ harder door merg en been nadat Martens kort heeft uitgelegd dat het nummer is gebaseerd op het laatste gesprek dat hij met zijn opa had, voordat deze zou komen te overlijden. Je ziet Martens bijna zitten naast het bed, in gesprek met zijn hardhorende opa.
Net zoals je Martens ziet dwalen door de straten van Rotterdam, opzoek naar een nieuwe kroeg wanneer hij zingt “Ik ga met dichters om, omdat het goede drinkers zijn”. Elke keer wanneer ik die zin hoor, ook deze avond in Paradox, moet ik dan even gniffelen. Als dichters goede drinkers zijn, dan Martens er waarschijnlijk zelf ook de nodige op. Bijzonder op plaat, bijzonder live en bijzonder sterk; en eigenlijk is dat wat het bijzonder maakt dat het rondom Marco Martens net zo stil is in mijn timeline als rond Justin Bieber.
Dit artikel verscheen eerder bij Sounds