Nadat vrijdag al ongeveer 3000 mensen waren ondervraagd, zijn er na de aanslagen in Parijs, zaterdag nog eens bijna 2500 mensen ondervraagd.
Dan blijken er geen verschuivingen in electorale voorkeur plaats gevonden te hebben. Dat is een verschijnsel, dat ook vastgesteld is bij de aanslagen in Madrid (2004) en Londen (2005). Dan wel met de aantekening dat Wilders in maart 2004 nog niet afgescheiden was van de VVD en in juli 2005 op 8 zetels stond.
Nu staat de PVV op 25 procent (38 zetels) (pdf) en is er nog eens 6 procent die aangeeft de PVV een kans te geven op een stem. Dit percentage van 31 procent potentiele PVV-kiezers is de afgelopen 6 weken niet substantieel veranderd.
56 procent acht de kans groot of vrij groot dat aanslagen, zoals in Parijs, ook in Nederland zullen plaatsvinden. Bij degenen die nu PVV stemmen is dat 76 procent en bij degenen die nu PvdA stemmen is dat 24 procent.
Ruim een kwart van de Nederlanders vindt dat in Nederland nu ook de noodtoestand moet worden afgekondigd. Onder de PVV-kiezers uit 2012 is dat 64 procent, onder de D66-kiezers is dat 10 procent.
70 procent van de Nederlanders vindt dat de grenscontroles weer moeten worden ingevoerd, zowel in Nederland als in Europa. Bij PVV-kiezers is dat 99 procent. Ook bij kiezers van de andere partijen zijn er duidelijke meerderheden voor, behoudens bij D66-kiezers (28 procent).
11 procent denkt dat het uitblijven van grote aanslagen in Nederland te danken is aan het antiterrorisme beleid van de Nederlandse regering.
59 procent denkt dat de Nederlandse overheid/Europese overheden wel beleid kunnen voeren, waardoor de kans op aanslagen afneemt. Bij de kiezers van de PVV is dat 79 procent en bij de VVD is dat 62 procent. Bij de andere partijen ligt die score tussen de 45 en 55 procent.
Men noemt dan vooral “invoeren van strenge grenscontroles”, “tegengaan van immigratie”, “meer geld naar AIVD” en “meer politie op straat”.
(Titelfoto: Rutten en Wilders bij de Algemene Beschouwingen, eerder dit jaar)
