Waarom willen zoveel politici zo graag samenwerking met Oekraïne? Er is maar één antwoord: economisme. Zonder ‘groei’ zijn we verloren, denkt men, en deze ‘groei’ kan alleen komen uit ‘schaalvergroting’ en ‘uitbreiding’. Daarom moeten we steeds weer nieuwe markten ontginnen, en moet de EU steeds verder uitbreiden: Hongarije, Bulgarije, Roemenië, Servië, Kroatië, Albanië, de Oekraïne (niet officieel, maar toch), Georgië misschien straks (?), ga zo maar door.
Daarom ook is Turkije als toekomstig lid van de EU nog steeds niet van de baan, daar wonen tientallen miljoenen potentiële consumenten. Daar gaat het om. Ik trek het iets breder. Om dezelfde reden vinden we de opkomende economieën zo belangrijk: China, India, Brazilië, Mexico, Indonesië, Zuid-Afrika. Omdat daar heel veel mensen wonen, en veel jonge mensen, veel consumenten en goedkope arbeidskrachten. Europa veroudert, daar zit niet genoeg markt meer voor de toekomst. Uitbreiden dus, en globaliseren.
Een probleem is dat de meeste politici in hun expansiedrift grotendeels blind zijn voor de enorme culturele verschillen die er wereldwijd – en binnen Europa – bestaan. Alle opkomende economieën hebben met elkaar gemeen dat ze mensenrechten schenden, het milieu grootschalig verontreinigen en uitputten, corrupt zijn en bevolkingsexplosies meemaken. Het maakt de politici niet uit, als ze de mensen maar aan het consumeren krijgen. Problemen die veroorzaakt worden door immigratie worden zo ook grotendeels weggewimpeld, net als de problemen die we met Oekraïne tegemoet kunnen zien.
Oekraïne is sinds de 9de eeuw onderdeel van het Kievse Rijk, wat wel als de voorloper van Rusland wordt gezien. Wat daar cultureel belangrijk is, staat in duidelijk contrast met de waarden in het Westen: traditie, patriottisme, eer, religie, familiebanden en verbondenheid met het land. Tegen abortus, tegen euthanasie, tegen homorechten, voor meer invloed van de kerk, enzovoorts. Dat is heel erg anders dan een cultuur gebaseerd op innovatie, individualisme, vrije keuzes, een mondiale oriëntatie en principiële gelijkwaardigheid.
Ik zeg niet dat het één beter is dan het ander en ook is het niet zo zwart-wit als ik het nu opschrijf. Niet iedereen volgt de cultuur precies zoals ‘voorgeschreven’. Daar heb je ook mensen die voor meer individuele vrijheid en homorechten zijn, en hier mensen die tegen abortus zijn en voor meer invloed van de kerk. Maar de culturen verschillen als dag en nacht en wederom lijkt dat niets uit te maken; als de EU maar kan groeien.
Ook hebben de mensen daar, in Oekraïne, geen ervaring met Westerse samenlevingen, met de instituties die wij hebben en hoe die functioneren. Dat is niet iets dat je ze ‘even aanleert’, want dat heeft te maken met diepgewortelde denkbeelden, cultureel ingesleten patronen, generaties lange ervaring met hoe autoriteiten (of instituties) (dis)functioneren en hoe je daar dus mee moet omgaan.
Wij in het Westen hebben in principe vertrouwen in autoriteiten, tot het tegendeel is bewezen. In niet-Westerse culturen is het precies andersom; daar hebben mensen als regel geen vertrouwen in autoriteiten of instituties, en helaas klopt dat ook maar al te vaak. Ik woon nu tien jaar in Mexico en het heeft mij heel veel jaren gekost om überhaupt te snappen hoe de boel hier werkt. Ik weet me nu te handhaven maar ik heb gemerkt: je afkomst en je cultuur zitten echt in je hele systeem; heel veel van wat je doet en hoe je denkt is cultureel en gaat onbewust. Dat verander je niet zomaar. Maar wederom lijkt dat allemaal niet belangrijk te zijn voor veel politici; als de economie maar draait.
Ook Rusland is een opkomende economie, alleen wil Poetin het spel niet spelen volgens Westerse regels. Zo ook Turkije, waar Erdogan het steeds meer verdomt om zich te laten domineren door de markt en het Westen. Het zijn autocraten en bepaald niet mijn vrienden, maar ze hebben wel degelijk ideeën en velen in hun landen staan achter hen. Poetin verdedigt precies de waarden of ideeën die ik net noemde in relatie tot Oekraïne, zoals het koesteren van de eigen tradities en patriottisme. Het samenwerkingsverdrag met Oekraïne zal voor hem en veel Russen daarom gezien worden als het onder Westerse invloed brengen van het land en zal bevestigen dat het Westen imperialistisch is en de wereld wil domineren. Het zal alleen maar tot meer spanningen leiden.
Erdogan is meer religieus gemotiveerd, ook bij hem leidt dat tot het afwijzen van Westerse waarden als bij voorbeeld vrijheid van meningsuiting en recht op demonstratie. Het conflict met de hele Arabische wereld is ingegeven door onwil van politici en religieuzen daar, om zich te onderwerpen aan de markt en het Westen. Helaas hanteren ze een verschrikkelijke strategie, gebaseerd op het misbruik maken van hun geloof en vele onwetende, vaak jonge, mensen. Dat is erg; wat erachter zit is verzet tegen de dominantie van het Westen. Die wordt verder aangewakkerd door de expansiedrift van de EU.
De economische expansiedrift van de EU is gebaseerd op de ontkenning van de eigen West-Europese cultuur en de verschillen die bestaan tussen de Europese regio’s. Die verschillen zijn er, een reden waarom de interne markt niet werkt zoals politici voorspiegelden. Tegelijkertijd is er op dieper niveau een gedeelde West-Europese cultuur, met uitgangspunten die vrij puntig weergegeven werden tijdens de Franse revolutie: vrijheid, gelijkheid, broederschap. Die cultuur stelt dat we gelijkwaardig zijn, dat we zwakkeren moeten helpen en dat de overheid daar een belangrijke rol in speelt, als bemiddelaar tussen economie en samenleving. De markt is grotendeels vrij in de zin van particulier initiatief, en de overheid heeft als belangrijkste taken:
Dat model vind je buiten West-Europa eigenlijk nergens in de wereld (ook niet in bij voorbeeld Bulgarije of Oekraïne) en de EU zou het moeten koesteren, propageren en beschermen, vooral ook binnen de context van de globalisering. Het Europa van de twaalf of veertien landen kon dit, maar de uitbreiding naar wie-weet-hoeveel landen nu en straks, heeft hier een streep door gezet. Want die landen hebben niet allemaal dat gemeenschappelijke referentiepunt – die zorgende, transparante, persoonlijke staat.
De EU staat niet meer voor een Europees model, maar is een representant van het wereldwijde neoliberalisme geworden. Het is een verhaal van politici die de samenleving alleen nog als markt zien; waar je zorg koopt op de markt, als je geld hebt. Waar je hele landen opkoopt, als je geld hebt. Waar je regeringen ten val brengt en een zetbaas neerzet, als je geld hebt.
Ik ben tegen het verdrag, want dat ziet die hele problematiek van cultuur veel te weinig, in alle betekenissen die ik er net aan heb gegeven. Het schoffelt het weg en creëert meer problemen dan het oplost. Die culturele dimensie moet weer een plek krijgen want die is hartstikke belangrijk. Daarom ben ik het eens met mensen als Baudet, ook al is mijn ‘discourse’ denk ik linkser dan dat van hem. Geen probleem want het cultuur-economie verhaal waar het hier om draait, is niet links en ook niet rechts.
Ook is mijn oplossing er één die op het eerste gezicht tegengesteld lijkt aan wat Baudet beweert, maar dat valt bij nader inzien eveneens erg mee. Mijn antwoord is een interculturele dialoog, die ik zie als één van de grote uitdaging voor de 21ste eeuw met al zijn migratie en spanningen tussen culturen, religies en wereldbeelden. Daar voeg ik wel direct het volgende aan toe: zo’n interculturele dialoog is een dialoog tussen de eigen cultuur met die van de ander. Dat kan alleen maar lukken als je je eigen cultuur kent, herkent en erkent, zoals de ander zijn of haar cultuur. Als we onze eigen cultuur overboord gooien (of er bang voor zijn) lukt zo’n dialoog nooit.
Het begint met het onderkennen van het eigene, ieders eigene – het begint bij oikofilie. Niet om je daarna af te sluiten van de wereld of om je eigen gelijk te bevechten, maar om de dialoog aan te gaan en te leren leven met verschillen. Niet om tot één nieuwe eenheidsworst te komen (consumptiecultuur bijvoorbeeld), maar om te komen tot polyfonie, als in de mooiste fuga’s van Bach, in de beste Europese traditie.
Maar zolang die erkenning er niet is, en die is er niet in het geval van Oekraïne, moeten we niet aan nieuwe samenwerkingsverbanden en uitbreidingen beginnen.