Ook deze week zien we dat de aanslagen in Parijs en de nasleep ervan geen gevolgen heeft voor de electorale verhoudingen in Nederland. De forse stijging van de PVV (+13 zetels) voltrok zich tussen begin september en half oktober. Sindsdien stabiliseert de PVV. De kleine verschuivingen die we deze week zien, lijken eerder samen te hangen met de discussies rondom het belastingplan.
De VVD en het CDA stijgen er 1 (naar 20 en 19) en D66 en SP dalen er 1 (naar 16 en 15). Daarmee staat de PVV 18(!) zetels voor op nummer 2, de VVD. (pdf) En is de SP, voor het eerst sinds de verkiezingen in 2012, terug op 15 zetels.
57 procent van de kiezers vindt dat de Eerste Kamer wel en 28 procent dat de Eerste Kamer niet moet instemmen met het Belastingplan, dat deze week in de Tweede Kamer is aangenomen. Een duidelijke meerderheid van kiezers van VVD, PvdA, CDA vindt van wel. Maar dat geldt ook voor de kiezers van de PVV (59 procent voor en 29 procent tegen). Bij de kiezers van PVV, VVD en SP staat het verhogen van de koopkracht boven het scheppen van nieuwe banen. Bij de kiezers van D66 is dat andersom.
Een suggestie om 1 miljard van de 5 miljard van het belastingplan te gaan besteden aan defensie, AIVD en politie wordt door 70 procent positief beoordeeld en door 21 procent negatief. Bij kiezers van alle partijen zijn er duidelijke meerderheden.
59 procent vindt het juist dat de premier zegt dat we in oorlog zijn met IS, 36 procent vindt dat niet zo. Kiezers van VVD en PVV vinden dit het meest.
We zien vrijwel dezelfde scores als we de vraag stellen of men wil dat Nederlandse gevechtsvliegtuigen ook Syrië zouden moeten gaan bombarderen.
