Het Britse onderzoek naar het zinken van de Titanic gold honderd jaar geleden al als een ‘whitewash‘ waarbij bijna alle direct verantwoordelijken werden vrijgepleit. Het onderzoek was onwaarschijnlijk ongefundeerd; er werden bijvoorbeeld slechts drie passagiers ondervraagd, allen uit de eerste klas. Het beschikbaar komen van voorheen geheime archieven, werpt een wel heel bijzonder licht op die gang van zaken: vrijmetselaars hielden elkaar de hand boven het hoofd.
Dat zou blijken uit een archief met twee miljoen namen van vrijmetselaar-leden, schrijft The Telegraph. De rechter die het Britse onderzoek overzag, was een vrijmetselaar, net als ten minste twee leden van het vijfkoppige expert-team. Daarnaast was de bestuursvoorzitter van de scheepswerf die de Titanic bouwde, zowel vrijmetselaar als bestuurslid van de White Star Line, de rederij die het schip in de vaart had. Ook de voorzitter van de British Board of Trade, verantwoordelijk voor de lakse regels omtrent het verplichte aantal reddingsboten, was een vrijmetselaar.
Die belangenverstrengeling zou ertoe hebben geleid dat de enige die in het Britse rapport de zwartepiet krijgt toegespeeld, de kapitein van de SS Californian is, die twaalf kilometer verderop de noodsignalen ziet maar pas te hulp komt als het al te laat is.