Het SP-congres van zaterdag staat in het teken van de verkiezing van de nieuwe partijvoorzitter en het afscheid van Jan Marijnissen. De afgelopen maanden was er een strijd om de opvolging tussen het Heerlense gemeenteraadslid Ron Meyer en Tweede Kamerlid Sharon Gesthuizen. Meyer geniet de steun van het SP-partijbestuur, Gesthuizen niet. Dat blijkt wel uit het partijkrantje waarin de kandidaten zich voorstellen. Meyer staat bovenaan op pagina één, naar Gesthuizen moet je zoeken.
Veel partijen werken tegenwoordig met een one man, one vote-systeem waarbij elk lid kan stemmen op het congres. Bij de SP is dat niet zo: afdelingen kiezen afgevaardigden die naar het congres komen. Elke vijftig leden leveren een afgevaardigde op. Vragen over deze werkwijze worden hier door iedereen vakkundig weggewoven: het zou een democratisch systeem zijn dat niet is bedoeld om leden de mond te snoeren. Toch wordt er maar één tastbaar voordeel genoemd: het congres kan in een kleinere gelegenheid georganiseerd worden.
Dit systeem heeft een erg hiërarchische uitstraling: een afdeling stuurt een afgevaardigde op pad om namens de afdeling stemmen. Maar het werkt anders: de afgevaardigden bepalen zelf wat ze doen. 23 sprekers lichten op het podium hun keuze toe. Zij doen dit namens zichzelf, niet namens hun afdeling want die denkt misschien wel wat anders. Afgevaardigden uit dezelfde afdeling stemmen vaak verschillend. Ze heten niet voor niets “afgevaardigden” en niet “vertegenwoordigers”. Het voordeel van dit systeem lijkt vooral te zijn dat afdelingen leden met extreme meningen niet snel als afgevaardigde zullen sturen. Zij verstoren de boel dus niet.
Emile Roemer speecht uitgebreid over aftredend voorzitter Jan Marijnissen, die van de ooit losse verzameling SP-afdelingen één partij kneedde. Het congres klapt uitgebreid voor Marijnissen, die allerlei mensen mag bedanken, waaronder vier SP’ers uit Oss. Pas nu blijkt hoe slecht uw verslaggever de SP kent. Hij twittert dat “niemand deze vier SP’ers kent”, maar het omgekeerde blijkt het geval. Bij de SP kent men elkaar juist wel. Dat moet ook: anders weet je niet wie een loyale kameraad is. Want dat is hier de belangrijkste eigenschap.
We gaan allemaal staan voor Marijnissen en klappen voor iedereen die hij bedankt. De zaal heeft toevallig (?) de uitstraling van een kerk. Een lid meldt dat ze “pijn in haar handen krijgt van het klappen” en een twitteraar meldt dat een vrouw bang is een hernia te krijgen omdat ze zo vaak moet gaan staan. Het ritueel van het klappen en joelen herhaalt zich als de kandidaten voor het partijbestuur wordt besproken. Elke naam die herkenning oproept heeft applaus en gejoel tot gevolg. Het is een enthousiaste boel bij de SP. Men is hier oprecht heel enthousiast over elkaar.
Dan wordt bekend wie de nieuwe partijvoorzitter wordt. Ron Meyer wint en hoewel zo’n veertig procent van de afgevaardigden een voorkeur had voor Gesthuizen, gaat iedereen voor Meyer staan en klapt om het hardst. Meyer zwaait flink met zijn bos bloemen. Er draait een overwinningsriedeltje. De rijen zijn weer gesloten bij de SP, waar men “schouder aan schouder” het congres zal verlaten, zo verzekert Meyer ons. Weer veel applaus. De saamhorigheid is hier zo sterk dat je bijna automatisch mee gaat klappen. Die saamhorigheid wordt niet opgelegd: hij is er van nature.
Er is maar één probleem: al die saamhorigheid is maar het halve verhaal. Een lid met een donkere huidskleur klaagt dat Gesthuizen heeft verloren. Gesthuizen wilde meer diversiteit in de partij: de SP is roomblank. Een ander voegt eraan toe dat je bij de SP ook weinig vrouwen en homo’s ziet. Het precieze verband met de loyaliteit die de SP eist is niet helemaal duidelijk, maar feit is wel dat de actieve kern van de SP opvallend eenvormig is. Veel afgevaardigden hadden vermoedelijk weinig zin in Gesthuizens diversiteitspraatjes.
Een ander lid komt klagen over een volksvertegenwoordiger die alleen vanwege diens loyaliteit op een landelijke kandidatenlijst terecht kwam en nu niet blijkt te functioneren. Als je bij het vergeven van functies te veel kijkt naar de vraag of iemand kritiekloos de partijlijn volgt, kun je totale idioten boven capabele mensen verkiezen, zo blijkt. Al snel komt er een ander lid aangelopen die nog wel een ander voorbeeld heeft.
Loyaliteit en saamhorigheid zijn mooi, maar je kunt er ook te veel van hebben.