In Leven tot elke prijs staat Maj Berglund centraal. Maj lijkt op het oog alles te hebben: een man met een eigen bedrijf, twee kinderen, een comfortabel huis, een zomerhuisje aan de kust. Het kan niet op. Toch laat deze roman goed zien dat er achter schone schijn ook een berg ellende kan schuilen, die niet per se zichtbaar hoeft te zijn voor de buitenwereld. Het interessante is dan hoe de hoofdpersonen daarmee omgaan. Bezwijken ze onder de druk, of zetten ze door?
Wie Leven tot elke prijs leest kan eigenlijk bijna niet anders dan zich verheugen in het feit dat de tijd dat vrouwen niets anders konden dan het huishouden bestieren achter ons ligt. Maj heeft weliswaar voor ze haar echtgenoot leerde kennen wat baantjes gehad, maar sinds haar huwelijk en de komst van de kinderen is haar werk het verzorgen van het huishouden.
Door de manier waarop het boek is opgezet volgen we Maj nauwgezet in haar dagelijkse bezigheden, waardoor een schrijnende indruk wordt gewekt van het leven van een huisvrouw in de jaren ’50 (en daarna) van de vorige eeuw. De wereld van Maj is namelijk klein en bestaat uit niet veel meer dan het zorgvuldig plannen van de volgende avondmaaltijd en ervoor zorgen dat zij en haar gezin in een smetteloos huis wonen. Soms gaat ze op visite bij haar vriendinnen, maar ook dan kan ze haar huishouden eigenlijk niet helemaal loslaten en vergelijkt ze hoe zij wonen met haar eigen situatie.
Af en toe ademt de roman een dusdanig beklemmende sfeer en wordt de vertelling zo klein dat het doet denken aan het naturalisme. In principe is dit een stroming die dominant was binnen de literatuur van het einde van de 19e eeuw, maar wanneer we Thomas Vaessens volgen kunnen we stellen dat het frame van het naturalisme, dat wil zeggen; alle kenmerken die bij de stroming horen, ook op hedendaagse werken gelegd kunnen worden.
Binnen het naturalisme werd in principe een psychologisch experiment uitgevoerd, in literaire vorm. Wat gebeurt er als we deze persoonlijkheden samen in een ruimte opvoeren? De centrale figuur in dergelijke romans is vaak een wat overspannen man of vrouw, die het op een gegeven moment allemaal niet meer zo ziet zitten.
Dergelijke romans kwamen dan ook vaak tot eind met de dood van het hoofdpersonage, die uiteindelijk bezweek onder de druk van zijn of haar gemoed. We kunnen dit ook terugzien in Leven tot elke prijs. Zo lijdt Maj onder de drankverslaving van haar echtgenoot Tomas en heeft ze een preoccupatie met de dood, waardoor ze af en toe uit het niets zich kan afvragen of ze nog wel lang te leven heeft.
De Duitse filosoof Friedrich Nietzsche had het over de slavenmoraal en de herenmoraal. De slavenmoraal benoemde hij als het hebben van een zeer bescheiden houding. In zekere zin kruipen mensen met een dergelijke moraal in de slachtofferrol en accepteren zij blindelings wat op hun pad komt. De herenmoraal daarentegen wordt juist gekenmerkt door de wil om verder te komen in het leven en daar werkelijk alles voor te doen. Wat we bij Maj zien is in zekere zin een combinatie van precies deze twee elementen.
Enerzijds heeft ze haar lot schoorvoetend geaccepteerd en heeft ze af en toe zeer sterk de neiging om het slachtoffer uit te hangen. Tegelijkertijd wordt zij ook gekenmerkt door de wil om toch verder te gaan en het niet zomaar op te geven. Deze dualiteit maakt van haar een zeer interessant personage, door wiens ogen we de verwikkelingen van de roman met plezier kunnen volgen.
De dualiteit van het personage Maj is ook precies waar de roman het van moet hebben. De vertelling is erg klein, en Sandberg heeft de gebeurtenissen die omschreven worden daarnaast uitgesmeerd over meerdere decennia. Zonder een intrigerende hoofdpersoon zou dat al snel zijn gaan vervelen. Het is aan het personage Maj te danken dat deze roman toch erg vermakelijk en leuk om te lezen is.
Kristina Sandberg – Leven tot Elke Prijs