Dit weekend is het International Queer and Migrant Film Festival in de Amsterdamse Balie. Er zijn films te zien over homo’s, lesbo’s en transgenders uit allerlei culturen, maar er zijn ook een paar inhoudelijke bijeenkomsten. Zaterdagmiddag spreekt Boris Dittrich met twee Marokkaanse homo’s en de initiatiefnemers van de Marokkaanse homoboot die in 2016 (weer) met de Gay Pride mee moet gaan varen. Een uur later gaat Naïma Azough in gesprek met twee homoseksuele schrijvers: Tofik Dibi en Hicham Tahir.
We leren hier dingen die we eigenlijk allemaal allang weten. De twee homo’s uit Marokko vertellen dat homoseksualiteit in hun land verboden is en dat er nauwelijks uitzicht is op verbetering. Het land is erg conservatief, al zou het tegelijk voor een moslimland weer relatief open zijn. Die openheid zou deels afhangen van de plaats in Marokko: er zijn grote regionale verschillen. Toch lopen mannen die elkaar in het openbaar zoenen er de kans vier maanden de cel in te moeten. Transgenders zijn ook al controversieel in Marokko. Er bestaan hoog uit transgender-prostitués.
Ook verandering is niet snel te realiseren, lijkt het. Het heeft lang geduurd voordat de belangrijkste Marokkaanse mensenrechtenorganisatie zich ook voor homorechten ging inzetten. De Koning van Marokko is best progressief, maar nu er liberaler abortusbeleid aan lijkt te komen, kan het voor homo’s alleen maar slechter worden, denken de twee Marokkanen. De Koning wil de islamisten in het land namelijk ook te vriend houden. We eindigen met de vaststelling dat zelfs de coming-out van Tofik Dibi weinig verschil heeft gemaakt in Marokko: men kent hem daar niet.
Zo komen we bij het tweede programmaonderdeel van deze middag. Voormalig GroenLinks-Kamerlid Naïma Azough leidt een gesprek met wat zij twee “promising novellists” noemt. Het is haar oud-collega Tofik Dibi en de Frans-Marokkaanse schrijver Hicham Tahir. Helaas zijn de boeken van Tahir niet vertaald uit het Frans. Hij heeft een ondergeschikte rol in het gesprek, maar dat compenseert hij door verleidelijk te glimlachen en steeds weer op zijn stoel te schuiven. Ondertussen vertelt vooral Tofik zijn verhaal.
Tofik heeft zichzelf door het schrijven van dit boek goed leren kennen, leren we. Hij leidde een dubbelleven: zijn naaste familie en vrienden wisten weinig van hem. Tofik was bang dat zijn seksualiteit tegen hem gebruikt zou worden en dat hij moest kiezen tussen zijn Nederlandse roots, zijn Marokkaanse roots, zijn geloof en zijn seksualiteit. Nu gelooft hij dat dat niet hoeft. De reacties op zijn coming-out zijn heel divers, leren we. Soms zijn ze heel positief, maar dat is niet altijd zo: Tofiks familie doet alsof zijn boek Djinn niet bestaat.
Het komt eigenlijk neer op “don’t ask, don’t tell”, zegt een vrouw uit de zaal, refererend aan het voormalige beleid in het Amerikaanse leger, waarbij je wel als homo mocht dienen maar je geaardheid niet mocht benoemen en er ook niet naar mocht vragen. Tofik bevestigt dit. Hij heeft de Koran nu beter gelezen dan eerst en daarom weet hij dat hij wel homo kan zijn, meldt hij. Voor anderen is het nog steeds verwarrend want Tofik is als homo eigenlijk niet veranderd.
Iedereen met een hekel aan politieke correctheid zal van deze middag moeten overgeven. Nergens vallen harde woorden, nooit krijgt de islam de schuld en er is bovendien begrip voor intolerantie. Toch is die kritiek te simplistisch.
Het kost allemaal heel veel moeite en ontzettend veel bijzinnen, maar Marokkanen die homo’s haten worden hier na veel wikken en wegen wel degelijk als ouderwets en achterlijk neergezet: homofobie als voorbijgaande fase op weg naar de moderniteit. Tofik gebruikt geen harde woorden en hoeft dat ook niet, want juist zijn coming-out laat zien waarom ook de Marokkaanse gemeenschap stapje voor stapje liberaler zal worden, al is dat misschien tergend langzaam. In een land met vrije homoseksualiteit, zullen homo’s uit Marokkaanse kring vroeg of laat uit de kast komen en dan worden oordelen milder.
Of het in Marokko ooit goed komt, staat te bezien, maar in Nederland ligt dat anders. In Marokkaanse kring staat men niet bepaald te juichen over homoseksualiteit, maar de milde reacties op Tofik zijn een begin. De belangrijkste vraag is of je genoeg geduld hebt.