Een proefpersing van het debuut van The Velvet Underground & Nico luidt een expositie in vol excentrieke kostuums, handgeschreven hits, auditieve en visuele hoogstandjes, verrassende schilderkunst en een sleutelbos.
Een jonge Bowie kreeg het exemplaar in handen gedrukt van zijn toenmalig manager. Deze nam eind ´66 een stapel platen mee uit Andy Warhol´s Factory in New York, waaronder dit acetaat van het album dat pas in maart ´67 zou verschijnen. Het weerhield Bowie er niet van om I´m Waiting For My Man alvast live te spelen op harmonica in The Riot Squad, één van de beat bandjes waar hij op gezette tijden deel van uit maakte. Prompt suggereerde de op meer theatrale live-drama beluste Bowie de zanger van de band om verf in zijn gezicht te smeren.
Vrijwel iedereen was op dat moment in de ban van de aanloop naar de eerste maanreis die twee jaar later zou plaatsvinden. Het is voor ieder aards wezen slechts een kleine stap verder in de expo, waar satelliet Bowie al hoog boven zichzelf en alles uit zweeft en in “the most peculiar way” signalen zendt als Major Tom, een alter ego met in ´69 de eerste wereldhit. Major Tom verschijnt in Top Of The Pops in maatpakken, gebaseerd op Kubrick´s A Clockwork Orange en als pierrot op de achterkant van de Space Oddity albumhoes.
De met koptelefoon uitgedoste bezoeker wordt dan al ondergedompeld in een prettige overdosis zintuiglijke prikkels. Natuurlijk door die overbekende geluidsfragmenten maar ook door de stem van Bowie. Hij voorziet je hoogstpersoonlijk van anekdotes en cruciale info uit delen van obscure interviews. Tegelijkertijd kun je de genoemde kostuums uit videoclips maar ook die uit live optredens, toneel en film bijna aanraken. De vooraanstaande Japanse modeontwerper Kansai Yamamato doet een boekje open over samenwerking met Bowie!
De ervaring wordt compleet door de heel persoonlijke artefacten. Verbaas je gerust over vroege promotiekaartjes en een exemplaar van de roman Absolute Beginners uit ´59. Zomaar uit het nachtkastje van de man zelf? Een maquette voor de Diamond Dogs tour. Handgeschreven teksten, waaronder de cut-ups voor Blackout. Of filmposters die Bowie er toe hebben aangezet om zelf films te gaan maken. Popster was je immers maar voor heel even.
Acteur kon je zoals Elvis nog altijd blijven (!) Ook hier zijn kleine objecten de ware smaakmakers. Polaroids van Bowie als Warhol, een handgeschreven brief van Jim Henson, originele storyboards, tekeningen voor al dan niet gerealiseerde flmdecors en nooit geziene foto´s vanaf de sets. De foto´s verklappen het verhaal van de expo. Deze laten zien waar, wanneer en door wie Bowie zélf werd beïnvloed. Indrukwekkend zijn de zwart wit foto´s van kleurrijke figuren als Lindsay Kemp, waarmee Bowie al in ´67 bevriend raakte. Kemp introduceerde Bowie in grensoverschrijdende kunstzinnige uitspattingen in daar niet voor bedoelde gebouwen en podia. Maar ook een foto van Little Richard waar dat ene androgyne alterego, Ziggy Stardust mede aan werd opgehangen.
Halverwege de expo hangt de sleutelbos om een hoekje. Bowie sloot er in ´77 een door cocaine geteisterde periode vol fame en failure in Los Angeles mee af. Eén van de sleutels gaf toegang tot een appartement aan de Hauptstrasse 155 in west Berlijn. Hij verbleef er met Iggy Pop, die hij in LA bijna letterlijk uit een verslavingsklinkiek haalde om met hem de artistieke draad weer op te pakken in Berlijn. Bowie dwong er met Iggy Pop, Tony Visconti en geluidskunstenaar Brian Eno zijn meest artistieke en productieve periode mee af. Getuige ook de ruime aandacht daarvoor in de expo: de tekeningen en schilderijen die Bowie maakte van zichzelf en Iggy Pop. De albums, films, de Koto die te horen is in Moss Garden. Met daarnaast een synthesiser uit de mobiele studio van Eno, die Bowie prompt als verjaardagskado kreeg voor zijn privé collectie.
Bowie laat die collectie grandioos uitstallen in het Groninger Museum. Ook al flopte dat album van de Velvet Underground in den beginne en bleek Major Tom elf jaar later een junkie in Ashes To Ashes. En ook de graafmachine uit die videoclip ontbreekt. Toch heb je veel redenen op te stijgen richting Groningen. Ruim 300 om precies te zijn. Ieder onderdeel maakt de mythe rondom Bowie alleen maar imposanter.