Deze woensdagochtend debatteert het Europees Parlement over de voorbereidingen van de Europese Raad die een dag later in Brussel plaatsvindt. Hier kunnen we leren waarom debatten in het Europees Parlement nooit het nieuws halen, hoe hard Europarlementariërs ook proberen.
Aan het onderwerp ligt het niet. Rond half elf debatteert men over het Europese vluchtelingenbeleid. De saaiheid van het Europees Parlement blijkt in de eerste plaats uit de enorme consensus: de meeste partijen willen een Europese aanpak en zij halen een ruime meerderheid. Er is dus sowieso weinig spanning wat het Europees Parlement zal vinden.
De zaal waarin dit allemaal moet plaatsvinden werkt niet erg mee: er passen 751 Europarlementariërs in de megalomane hal in Straatsburg en dat maakt dat voor de toeschouwer elk overzicht op voorhand verloren gaat. De meeste stoelen zijn deze ochtend leeg en dat is maar goed ook, want als ze wel bezet zouden zijn, zou het nog moeilijker zijn om op te merken wie er precies aan het woord is. Het zoeken duurt soms langer dan de speech.
Speeches duren namelijk hooguit twee minuten en er loopt op de achtergrond een klokje mee. Een bord kondigt aan wie er gaat spreken maar in vrijwel alle gevallen betreft het totaal onbekende namen. Conform de Europese traditie debatteert iedereen in de eigen taal en dus draaien de tolken overuren. Dit uitgangspunt is sympathiek, maar een interruptiemicrofoon zoals in Den Haag, of volksvertegenwoordigers die over en weer op elkaar reageren, daar heeft men hier nog nooit van gehoord. Het “debat” verwordt al snel tot een eindeloze hoeveelheid statements, die bovendien erg op elkaar lijken.
Daarom is er een “blauwe kaart”. Dit is een vraag van de ene Europarlementariër aan de andere. Deze procedure is kennelijk bedoeld om het debat te verlevendigen, maar echt slagen doet het niet. De voorzitter vraagt eerst aan de Europarlementariër of deze de kaart accepteert. Je mag deze dus ook weigeren. PVV’er Olaf Stuger wil van een collega weten of hij al vluchtelingen in huis heeft genomen en hoe het daarmee staat. Het antwoord: “politieke en persoonlijke verantwoordelijkheid zijn niet hetzelfde.” Stuger zou slechts het “recht op haat” verdedigen. Stuger mag daar niet meer op reageren. Einde debatje.
Dan is Jill Evans van de Groenen aan de beurt. Zij houdt een verhaal ten faveure van Europees vluchtelingenbeleid. Een onbekende afgevaardigde van de UKIP heeft ook een blauwe kaart voor haar, die ze accepteert. Hij wil graag kwijt dat de partij van Evans slecht in de peilingen in Wales staat en dat UKIP het veel beter doet. Betekent dit niet dat de mensen het met de UKIP-voorstellen eens zijn en niet met die van de Groenen? Evans zegt in twee zinnen dat mensen niets aan de UKIP-voorstellen hebben en gaat snel weer zitten. Einde debat.
Dan is het tijd voor PVV’er Marcel de Graaff. Hij citeert een onbekende persoon – uw verslaggever was de vorige spreker nog aan het noteren – die vindt dat teruggekeerde jihadisten opgenomen moeten worden in de samenleving en alternatieve straffen moeten krijgen. De Graaff noemt dat “een schofterig plan” waar geen respect uit blijkt voor de doden van Sinjar en Bataclan. De jihadisten die terugkeren zijn vijanden die de islam alleen maar verder verspreiden. Het alternatief is volgens De Graaff de grenzen te sluiten en de jihadisten weg te houden. Dan is de minuut van De Graaff om. Er komt geen blauwe kaart. Geen debat dus.
Dan is de volgende Europarlementariër alweer aan de beurt. De Graaff loopt direct de zaal uit. Hij heeft gedaan wat hij moest doen: hij heeft zijn politieke statement gemaakt en er verschijnt vast binnenkort een YouTube-video van. Dat geldt wellicht ook voor de blauwe kaart van Olaf Stuger. Voor het Europees Parlement komen ze met stevige woorden, maar er gebeurt niets mee. Het is niet duidelijk of er geen reacties komen op De Graaff omdat men het met hem eens is (waarschijnlijk niet), omdat men de ENF-fractie van de PVV niet belangrijk vindt (waarschijnlijk) of omdat De Graaff iemand citeert die er sowieso niet toe doet (onbekend).
Hoe het ook zit, debat komt er niet. Europarlementariërs mogen in Straatsburg zelfs zeggen dat ze helemaal geen vragen van medeparlementariërs willen krijgen en dus was er een kans dat Stuger zijn interventie niet eens mocht maken. Maar nu hij die gemaakt heeft, is niemand daar iets mee opgeschoten. Niemand is tot andere inzichten gekomen, het debat is niet daadwerkelijk verlevendigd en aan de problematiek van vluchtelingen is al helemaal niets veranderd.
Als men debat zoekt wat die benaming niet verdient, is het duidelijk waar u moet zijn.
Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel en Den Haag. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.