Op 21 december verscheen op TPO een column van de hand van professioneel politicus Harry van Bommel. In het stuk neemt Van Bommel oud-politicus Bas de Gaay Fortman op de korrel. De Gaay Fortman meende dat het kabinet nu al duidelijkheid zou moeten geven over een eventuele negatieve uitslag bij het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne. Van Bommel is het daar niet mee eens, verwijt De Gaay Fortman onoplettendheid en luiheid, en breekt een lans voor het referendum.
Voor Van Bommel en de SP was het stuk van De Gaay Fortman een uitgelezen kans om het eigen standpunt over het associatieverdrag eens voor het voetlicht te plaatsen. De SP gaat campagne voeren tegen het associatieverdrag, mede omdat het verdrag – volgens Van Bommel – door een deel van de Oekraïense bevolking ‘als opstapje naar EU-lidmaatschap geïnterpreteerd’ wordt. Blijkbaar wil Van Bommel de Oekraïense bevolking die illusie besparen.
Dat zou nobel van hem zijn, ware het niet dat hij om exact dezelfde reden problemen heeft met de redenatie van De Gaay Fortman. De Oekraïner moet zo snel mogelijk uit zijn toetredingsdroom geholpen worden, maar de Nederlander mag wel blijven denken dat er wellicht iets met zijn stem gedaan wordt. De Gaay Fortman stelde terecht dat als het kabinet nu al weet dat er – om wat voor reden dan ook – niets met de uitslag van het referendum gedaan wordt, de burger dat tevens nu al hoort te weten. Van Bommel voert vervolgens een trits argumenten aan waarom de uitslag van het referendum, ook bij een negatieve, best gehonoreerd kan worden.
Dat is leuk, maar gaat voorbij aan het punt van De Gaay Fortman. De burger heeft recht te weten wat er met zijn stem gaat gebeuren – dat bespaart ons een parlementaire enquête achteraf. Van Bommel vindt blijkbaar van niet, en alsof dat nog niet krom genoeg is voert hij vervolgens het dichten van de ‘groeiende kloof’ tussen burger en politicus aan als argument voor het referendum. Die kloof is er inderdaad, maar die gaat niet door een referendum gedicht worden. Integendeel. Op het moment dat het kabinet nu al weet dat het een negatieve uitslag naast zich neer gaat leggen maar dat verzwijgt, is er sprake van ordinaire volksverlakkerij.
Van Bommel had even wat langer na moeten denken over de kloof tussen zijn beroepsgroep en de burger. Dan had hij zich kunnen beseffen dat die niet kleiner wordt van een referendum waarvan de uitslag genegeerd wordt, en al helemaal niet als dat op voorhand bekend had kunnen zijn. In plaats daarvan houdt hij de kiezer liever in het ongewisse. Het is net een echte politicus.