De jongeren die op eerste kerstdag brandweerlieden in de val lokten in een ghetto van Ajaccio, de hoofdstad van Corsica, hadden het waarschijnlijk bewust voorzien op autochtone Corsicanen. Volgens getuigenissen schreeuwden de jongeren kreten als: ‘Smerige Corsicanen! Oprotten!’ en ‘jullie horen hier niet!’.
Dit was olie op het vuur voor de boze demonstranten die als reactie daarop uiteindelijk een moskee in dezelfde wijk sloopten.
Niet alleen bestaan er al jaren spanningen tussen autochtone inwoners en allochtone inwoners van vooral Noord-Afrikaanse afkomst, ook het feit dat brandweerlieden het slachtoffer zijn geworden van geweld heeft veel kwaad bloed gezet. Op Corsica heeft de brandweerman (of brandweervrouw) de status van heilige. Dit mede vanwege de (historische) noodzaak van een goede brandweermacht in de hete zomers als er veel bosbranden uitbreken. In de zomer patrouilleren er op Corsica meer brandweerlieden dan politieagenten.
Veel Corsicanen zijn dan ook lid van de vrijwillige brandweer en dragen met trots hun uniform.
Tegelijkertijd zijn de problemen in de wijk Les Jardins de l’Empereur die van elke grote stad, ook al heeft deze wijk weinig stadse allures. Het is een populair buitengebied dankzij de mooie ligging in de heuvels en in tegenstelling tot wat veel Corsicanen en Fransen denken is de criminaliteit er juist lager dan gemiddeld. Met name georganiseerde criminaliteit, die in andere gedeelten van Corsica duidelijk aanwezig is (zoals de maffia), is er minimaal. De problemen in deze buitenwijk zijn wat dat betreft vergelijkbaar met de problemen in elke Franse banlieue. De wijk heeft de officiële status van Zone Urbaine Sensible (ZUS), de Franse versie van een ‘Vogelaarwijk’.
Maar in het gebied waar de brandweerlieden werden belaagd is het al langer problematisch. Een groep voornamelijk allochtone jongeren veroorzaakt er veel overlast.
Linkse politici geven de schuld aan werkloosheid en discriminatie terwijl rechts, bijvoorbeeld Front National dat snel groeit op Corsica, het houdt op islamisering en radicalisering.
De Corsicaanse krant Corsematin schrijft daarover in een hoofdredactioneel dat “hulpverleners al maanden, zelfs jaren, op dezelfde problemen stuiten, worden belaagd en uitgescholden, en telkens dezelfde sociale misstanden zien”.
Er doen ook veel geruchten de ronde over jihad predikende extremisten en shariagebieden in de wijk, maar veel bewijs voor deze geruchten kunnen noch politie noch hulpverleners als jongerenwerkers leveren, schrijft althans Le Monde.
Maar lokale media melden evengoed dat jeugdwerk en hulpverleners al lange tijd waarschuwen voor stijgende sociale problemen, en dit telkens aankaarten bij zowel de lokale als de landelijke autoriteiten. De hulpverleners voelen zich echter genegeerd en zeggen dat alle goede ideeën voor verbetering van sociale omstandigheden juist wordt bekritiseerd.
Door de van oudsher gepolariseerde politieke situatie op Corsica (Corsicaanse Frans-kritische nationalisten zijn er aan de macht, Front Nationaal is er populair en links is, al dan niet separatistisch, socialistisch links, de Corsicaanse politiek kent een verleden van veel geweld) regent het nu over en weer bittere verwijten. Linkse media geven het Front National de schuld omdat die de burgers zou opjutten, maar rechts benadrukt dat de problemen vooral voorkomen in gebieden met veel moslims, terwijl de nationalisten de Franse overheid als zondebok zien.
Dat de Franse premier Valls nu openlijk oproept om op Corsica ‘de republikeinse wetten te respecteren’ maakt het er voor veel Corsicanen niet bepaald beter op: het is nou juist diezelfde Franse republiek waar ze vanaf willen en die ze als problematisch voor Corsica ervaren.
De Franse en Corsicaanse media benadrukken evenwel allemaal dat de meeste inwoners van Les Jardins de l’Empereur weinig anders willen dan vreedzaam samenleven, en daar doorgaans ook hun best voor doen. Zowel het geweld tegen de brandweerlieden als het geweld tegen de moskee wordt door alle bevolkingsgroepen bekritiseerd.
En het is zoals altijd een vredelievende meerderheid die met lede ogen moet toezien hoe een minderheid van tientallen reljongeren en enkele honderden boze burgers de boel verziekt in een stad met meer dan 65.000 inwoners.