Het verraad van het extreme midden

29-12-2015 14:03

 

‘De politiek van het midden leidt  tot een politiek correcte terreur onder de vlag van naïeve idealen als ‘alle menschen werden brüder’ en de ‘culturele diversiteit’. Dit midden is zo repressief en zo losgezongen van de realiteit dat het beter te karakteriseren is als extremistisch’

 

Om te verhullen dat er weinig te kiezen valt bij verkiezingen, kunnen burgers een keuzehulp invullen. Eén van deze hulpmiddelen heet het Kieskompas. Uw beleidsvoorkeuren worden daarbij uitgezet op een assenstelsel dat loopt van links tot rechts en van progressief tot conservatief. Die termen zijn ongelooflijk versleten, maar goed bruikbaar om een punt te maken over het extremisme in Nederland.

In ontspannen tijden met weinig bedreigingen zijn de idealen op de links-rechts as van het politieke kompas te karakteriseren als ‘bescherming van de zwakkeren’ vs ‘bescherming van gevestigde belangen’ en op de conservatief-progressieve as als ‘terug naar oude waarden’ vs ‘vrijheid om nieuwe waarden te exploreren’. We zijn daarbij na heel veel strijd en tijd in een soort politieke homeostase terecht gekomen waarin alle windrichtingen met elkaar hebben leren leven.

Dit proces is begonnen tijdens de tachtigjarige oorlog en via de tussenstops van de republiek, de napoleontische tijd, de constitutionele monarchie, het algemeen kiesrecht en de verzuiling uitgekomen bij een kostbaar en kwetsbaar politiek evenwicht. Het politieke spel bestaat daarbij uit het bedachtzaam geven en nemen waarbij we vanwege de obligaat voorwaarts verlopende tijd langzaam in progressieve richting afdrijven, soms wat rechtser, soms wat linkser van het midden.

Op dit moment bedreigen drie ontwikkelingen de steady state van dit systeem, waardoor een volatiel mengsel dreigt te ontstaan. Om de analogie met de chemische reactie verder uit te buiten: er is gebrek aan een katalysator, er worden ondoordacht nieuwe ingrediënten toegevoegd en er wordt niet voldoende geroerd.

Katalysator

Door de economische crisis is er nu al zeven jaar beduidend minder (smeer)geld in het systeem. Dit uit zich vooral op de links-rechts as. Onder de financiele druk veranderen idealen al snel in angsten. Rechtse mensen zijn bang hun economische veiligheid te verliezen, linkse mensen voor het verliezen van hun verworven rechten. Rechts lost dit op door te hameren op het strikter handhaven van een ouderwetse set economische regels wat ten koste gaat van de verzorgingsstaat. Dit is in principe een hang naar de ‘invisible hand‘ van de markt die opgeld deed tijdens de industriële revolutie. Er zijn zelfs mensen die pleiten voor het herinvoeren van de ‘gouden standaard’.

Ondertussen herondekt links het oude radicale socialisme. Marx wordt afgestoft en de strijd wordt verklaard aan het grootkapitaal. Deze tendens is zó conservatief dat het woord ‘regressief’ meer op zijn plaats is.

Verder zijn het vooral de door angst geïnspireerde oplossingen van de ene partij die de angst van de andere partij voeden. Dit zou makkelijk kunnen leiden tot een neerwaartse spiraal, zoals we in veel landen ook hebben gezien. Regeringen drijven steeds verder af van het midden op de links-rechts as en wisselen elkaar in hoog tempo af.

Toch zouden we ons in Nederland gelukkig kunnen prijzen met een coalitie waarin zowel links en rechts gedwongen worden met elkaar samen te werken. De kiezer is echter allang weggelopen bij dit verstandshuwelijk.

Nieuwe ingrediënten

De situatie wordt gecompliceerder door groepen van buiten. Aan de ene kant is daar ‘Europa’. De ‘ever closer‘ en vooral ook ‘ever biggerunion zorgt ervoor dat de individuele Euopeaan zich niet meer herkent in het ontastbare en onaantastbare Europa. Als Europa een besluit neemt dat past bij ‘links’, zal op nationaal niveau onvermijdelijk een ruk naar rechts volgen. Omdat de burger geen enkele invloed heeft op het Europese beleid, zal deze rechtse ruk steeds extremer en antipolitieker worden. De weldenkendheid en wellevendheid verdwijnt door de angst en frustratie.

‘Het initiatief dat de Europese stabiliteit moet waarborgen, fungeert in de praktijk als een bedreiging voor de nationale stabiliteit en soevereiniteit’

We zien dit terug in de groei van anti-Europese en nationalistische partijen die de middenpartijen afschilderen als collaborateurs met de buitenlandse mogendheid. Het initiatief dat de Europese stabiliteit moet waarborgen, fungeert in de praktijk als een bedreiging voor de nationale stabiliteit, en met name ook de soevereiniteit. De reactie op Europa is dan ook meestal niet gericht op de inhoud, maar vooral op het proces. De burger is niet noodzakelijkerwijs tegen samenwerking met de Oekraine, maar wel tegen het gebrek aan inspraak daarover. De Nederlander wil de Griek best helpen, maar niet als ze daartoe gewongen wordt. Zelfs de Griek wil liever niet geholpen worden als het moet op de voorwaarden van de Duitser Schauble.

Wij/zij-probleem

Naast de invloed van de buitenstaander ‘Europa’, is er de grote instroom van buitenstaanders. De gebrekkige integratie van gastarbeiders uit de jaren zestig en zeventig en van de asielzoekers uit de jaren negentig leidt ertoe dat veel autochtone burger weinig optimistisch zijn over hun toekomst met deze nieuwe buitenlanders. Vooral als dit moet gebeuren met dezelfde politieke partijen die verantwoordelijk waren voor het multiculturele drama. Deze twee problemen mengen in de persoon van Angela Merkel, die in haar eentje de Europese vluchtelingenpolitiek heeft bepaald waar de Nederlander het maar mee te doen heeft.

Hierdoor worden de angsten die ooit idealen waren geherformuleerd als een ‘wij/zij probleem’, waarbij ‘zij’ zowel ‘Europa’ als de vluchtelingen zijn. Op alle windrichtingen roepen mensen dat deze angsten terecht zijn. Links roept iemand: “Zij bedreigen onze banen en uitkeringen!”
Rechts roept iemand: “Zij bedreigen onze veiligheid en onze rijkdom!”
Conservatief Nederland roept: “Zij bedreigen het christendom!”
En progressief Nederland roept: “Zij bedreigen verworven vrijheden!”

Deze uitspraken worden helaas vaak iets minder eloquent verwoord, omdat niet-erkende angsten nu eenmaal snel leiden tot stijlloze beschuldigingen. Het probleem is dat die uitspraken resoneren bij een groot deel van het electoraat omdat ze een kern van waarheid bevatten en omdat de burger geen enkel vertrouwen heeft dat de middenpartijen het voor hen op willen nemen. Zij zijn al decennia teleurgesteld of verraden. De kiezer kan dus thuisblijven of stemmen op een extreem alternatief en dit is ook precies wat er te zien is in de opiniepeilingen.

Niet roeren

Het derde en belangrijkste probleem: D66 koos in 2000 voor ‘het radicale midden’ en het CDA probeerde het in 2012 ook nog een keer met die kreet. Dit leidde tot lichte hilariteit onder het politieke journaille, maar het is alleszins verdedigbaar. Dit idee zou echter wel moeten betekenen dat dit midden radicaal de discussie zoekt met alles wat ver verwijderd is van de democratische middenpolitiek, hierboven beschreven als licht progressief laverend tussen links en rechts van het midden.

‘Onverenigbare idealen kunnen alleen maar bij elkaar gehouden worden door steeds minder democratie en steeds minder debat’

In de praktijk draait het radicale midden echter om het ontkennen en ridiculiseren van angsten bij de eigen burgers en toegeeflijkheid richting de antidemocratische tendensen van Europa en een deel van de nieuwkomers. Het midden is dus vooral een politiek zwart gat waarin alle problemen van de burger verdwijnen en waar oplossingen niet aan ontsnappen. Iedereen die zich buiten dat zwarte gat bevindt wordt gekarakteriseerd als extremist, huppeldepupofoob en moreel inferieur.

De uitzondering hierop zijn de groepen die vanwege hun identiteit niet bekritiseerd morgen worden, omdat dat ‘discriminatie’ zou zijn. Die groepen moeten namelijk altijd beschermd worden. Dat dit gebrek aan vertrouwen in het lerend vermogen en de zelfredzaamheid van deze groepen de meest abjecte vorm van discriminatie is ontgaat hen.

Ongecontroleerde explosieve reactie

Zo vinden links, rechts, de conservatieven, de nieuwkomers en Europa elkaar voornamelijk in het regressieve midden: terug naar Karl Marx, Adam Smith, God, Allah en het groot-Europese ideaal van Napoleon (we laten de mogelijkheid van een Godwin even liggen). Deze onverenigbare idealen kunnen alleen maar bij elkaar gehouden worden door steeds minder democratie en steeds minder debat. De politiek van het midden leidt zo tot een politiek correcte terreur onder de vlag van naïeve idealen als ‘alle menschen werden brüder‘ en  ‘culturele diversiteit‘. Dit midden is zo repressief en zo losgezongen van de realiteit dat het beter te karakteriseren is als extremistisch.

‘Oprechte progressieven zijn vrijdenkers die bereid zijn alles ter discussie te stellen en diep na te denken over onconventionele oplossingen’

Zoals gezegd leidt de ontkenning van relevante maatschappelijke angsten ertoe dat steeds meer burgers vluchten in de extremen van het politieke spectrum. De paradox is dat die burgers elkaar daar juist weer verenigen rond twee centrale thema’s, namelijk ‘afkeer van de buitenstaander’ en ‘het verraad van het elitaire midden’. Zo staan de onzalige coalities van het midden-extremisme en van het angst-extremisme lijnrecht tegen over elkaar. Er is nauwelijks uitwisseling van ideeën, omdat er niet meer wordt geroerd in de pot aangezien het debat vakkundig is doodgeslagen. De ene kant roept bij het minste of geringste ‘discriminatie’, de andere kant ‘verrader’. In deze toestand kan toevoeging van een nieuw element, bijvoorbeeld een aanslag, leiden tot een ongecontroleerde explosieve reactie.

Confrontatie

De oplossing komt uit de hoek die het meest in de verdrukking zit. Onder de dictatuur van de angst en het regressieve midden, lijden de weldenkende progressieven het meest. Oprechte progressieven zijn vrijdenkers die bereid zijn alles ter discussie te stellen en diep na te denken over onconventionele oplossingen. Die oplossingen gaan niet komen vanuit angst, vanuit identiteitspolitiek, vanuit het doodzwijgen of demoniseren van de tegenstander of vanuit de ontkenning van problemen.

Eén van de eerste dingen die zou moeten gebeuren is het erkennen van de angsten die mensen hebben in een open publiek debat. Die angsten moeten een uitweg vinden zonder te worden ontmoet met onweerlegbare beschuldigingen zoals: ‘Jij bent immoreel, jij bent islamofoob, jij bent een racist’. Er moet gestreefd worden naar het drastisch reduceren van de mogelijkheid om je te isoleren in deze samenleving. En dan niet positieve discriminatie, gesubsidieerde zwemlessen voor allochtonen of andere geforceerde sociale experimenten vanuit maakbaarheidsidealen. Deze programma’s zijn namelijk allemaal gebaseerd op de aanname dat deze groepen zwak zijn, geholpen moeten worden en vooral niet bekritiseerd. In de praktijk leiden dit soort programma’s altijd tot een nog grotere afhankelijkheid en nog minder zelfredzaamheid. In deze arena is geen plaats voor slachtofferdenken.

‘Gezeur over belediging is als mekkeren bij de scheidsrechter en duidt op een gebrek aan incasseringsvermogen of op het niet tegen je verlies kunnen’

Filosofie en debat

Iedereen moet de ideologische en maatschappelijke strijd aangaan vanuit de eigen kracht. Voor wie dat niet wil is er geen vangnet en dreigt de sociale marge. Sociale en maatschappelijke verschillen tussen groepen moeten bediscussieerd worden vanuit lastige vragen over ónze impliciete bias en ónze gemankeerde instituties, maar ook vanuit lastige vragen over hún contraproductieve culturele, religieuze en persoonlijke achtergronden. Daar moeten oplossingen uit voortkomen die voor een heel groot deel zullen liggen bij het vergroten van zelfkennis bij alle betrokkenen. Dit kan alleen als het taboe op bepaalde meningen wordt vervangen door een taboe op het niet willen debatteren met andersdenkenden.

Een belangrijk element daarbij is dat belediging gezien wordt als het maatschappelijke equivalent van trash-talk in de sport. Niet zo sportief, maar een integraal onderdeel van het spel als het echt ergens om gaat. Gezeur over belediging is als mekkeren bij de scheidsrechter en duidt op een gebrek aan incasseringsvermogen of op het niet tegen je verlies kunnen in de ideeënstrijd.

Elke burger moet naast lezen, schrijven en rekenen, leren omgaan met andere ideeën én getraind worden in het herkennen van denkfouten en demagogie. Daarvoor moet het op alle mogelijke manieren ontmoedigd worden om kinderen te laten opgroeien in geïsoleerde gemeenschappen met een homogene ideologische signatuur. Dit betekent afschaffing van het bijzonder onderwijs en invoering van het vak ‘filosofie en debat’.