Hij is op zijn 27ste CEO van deeleconomiebedrijf Helpling: een startup gericht op de schoonmaak in en om het huis. Helpling is een online platform waar klanten gemakkelijk een particuliere, ervaren en verzekerde schoonmaker kan boeken. Wit betaald uiteraard. In Nederland is Helpling actief in meer dan 45 steden.
Helpling klinkt ontzettend sympathiek, maar hoe sympathiek zijn deeleconomiebedrijven echt? Zijn ze een zegen voor de toekomst of helpen ze langzaam alle arbeidsvoorwaarden en rechten van werknemers om zeep? Een confronterend vraaggesprek met Helpling CEO Floyd Sijmons.
Laten we beginnen met de vraag of Helpling wel een deeleconomiebedrijf is. Wat wordt er precies gedeeld dan?
“Dat is inderdaad een onderwerp van veel discussie. Toch zou ik zeggen ‘ja, Helpling is een deeleconomiebedrijf’. Omdat het gaat om particulieren die iets delen, namelijk hun vrije tijd en hun schoonmaakvaardigheden om geld te verdienen. Schoonmaken in particuliere huishoudens is immers geen traditionele baan zoals we dat van vroeger kennen.
“Uiteindelijk zijn wij ook geen schoonmaakbedrijf: we zijn een online platform die het mogelijk maakt voor hulpen en huishoudens om elkaar te vinden en te boeken. De hulpen werken dan ook expliciet niet voor ons, maar als particulier (niet als ZZP’er maar als particulier volgens de regeling ‘Dienstverlening aan Huis’), en ze werken voor het huishouden die hun werkgever is. Het is hetzelfde als het briefje bij de supermarkt, maar dan een stuk makkelijker, veiliger, en betrouwbaarder.”
Blijft de vraag of Helpling echt een deeleconomiebedrijf is…
“Je zou ook kunnen zeggen dat Helpling in de ‘klusjeseconomie’ zit. Het lijkt me dat dit meer een semantische discussie is voor de Dikke van Dale dan voor ons. Het verandert immers helemaal niets aan de discussie over de impact van ons businessmodel.”
Is de deeleconomie wel echt nieuw? Of is het een slimme marketingtruc bedacht door snelle reclamejongens om bedrijfspraktijken als sociaal te verkopen terwijl ze eerder asociaal zijn? (Zie bijvoorbeeld de problemen met Uber.)
“Op zich is Uber ook vrij nieuw. We zitten wel enigszins in dezelfde hoek. Het concept draait er om dat we door het internet plots als samenleving mensen makkelijker op één plek krijgen en kunnen matchen. Hierdoor kan een ‘los klusje’, of zelfs ‘incidentele helpende hand’, plots een voltijd baan worden door het volume dat zo’n platform kan creëren.
“Dat is enorm revolutionair: alleen al in schoonmaak zouden in Nederland volgens onderzoek (McKinsey, PwC) zo’n 140.000 nieuwe banen gecreëerd kunnen worden met concepten als de onze. Mits de overheid hier de ruimte voor maakt, en bijvoorbeeld het UWV hier op ingespeeld is (wat ze nu zeker niet zijn).
“De vergelijking tussen Helpling en Uber is scheef, er zijn een aantal hele belangrijke verschillen. Zo volgt Helpling volledig de wet. Daarnaast veroorzaakt Uberpop uitholling van de markt omdat ze concurreren met taxibedrijven waar werknemers gewoon een CAO met arbeidszekerheden hebben. Dat doet Helpling expliciet niet: ruim 95 procent van de huishoudelijke schoonmaakmarkt is zwart in Nederland.
“Tenslotte moeten we ook niet vergeten dat 51 procent van de hulpen die nu ons platform gebruiken uit de thuiszorg komen waar ze veelal ontslagen zijn vanwege de bezuinigingen. Wij vangen deze mensen direct op, zorgen dat ze goed verdienen en vaak meer werk hebben.
“Last but not least: wij kunnen hulpen bij een toekomstige werkgever doordat men ons als referentie opgeeft, waarop wij dan een gemiddeld klantenrecensiecijfer overleggen. We zijn kortom ook een springplank naar een volledige baan. Reden nummer één waarom een hulp ons verlaat is dat deze een voltijd reguliere baan heeft gevonden. Iets wat wij alleen maar aanmoedigen.”
Je zegt net dat het overgrote merendeel van de schoonmaakmarkt zwart is. Hoe ervaar je die concurrentie?
“De zwarte markt is onze grootste concurrent. We merken dat als men al langer een vaste werkrelatie heeft met een schoonmaker de hulp al snel onderdeel van de familie is. Hierdoor switcht die familie niet zomaar naar een hulp via ons platform. Wij streven naar de totstandbrenging van precies diezelfde relaties, alleen dan niet zwart.”
Heb je te maken met veel discriminatie op de arbeidsmarkt?
“Niet echt. We hebben wel eens een potentiele klant die de klantenservice meldt ‘ik wil er een zonder hoofddoek’.”
En wat doen jullie dan?
“Zo werkt ons matchingalgoritme überhaupt niet en ik moet zeggen dat we dergelijke (nare) verzoeken bewust links laten liggen.Wat ons platform doet is bij een nieuwe match (lees: nieuwe klant die een boeking maakt) een schoonmaker zoeken die a) beschikbaar is op de gevraagde tijd en zelf heeft aangegeven dat hij/zij dan wil werken en b) de beste klantenrecensies heeft. Mensen die blije klanten hebben krijgen dus automatisch meer werk, want die worden voorgetrokken door het algoritme. Afkomst speelt daarin geen enkele rol.”
Is dat ook te zien aan het personeelsbestand van Helpling? Is het een gemengd bestand?
“Om te beginnen zijn de hulpen expliciet niet onze werknemers, maar onze klanten. Net zoals de huishoudens die een hulp zoeken dat zijn. Op basis van het inzicht dat we hebben kan ik zeggen dat de achtergrond onder de hulpen wisselend is. Echter, één van de eisen die we hebben voordat we een samenwerking aangaan met een hulp is identificatie, ook aan de hand van een Verklaring Goed Gedrag. Daarnaast moeten ze of de Nederlandse taal of de Engelse taal goed beheersen.
“Ik vermoed dat de tweede eis een iets hoger percentage allochtonen eruit zal screenen dan autochtonen, omdat niet iedereen meteen goed Nederlands of Engels kan. Maar dit is niet iets dat we concreet bijhouden en het lijkt me ook niet de meest relevante statistiek.
“Wat we weten is dat de meeste hulpen autochtoon zijn, maar betekent natuurlijk niet dat we hier voorkeuren in hebben. Of iemand het werk goed kan of niet hangt toch echt af van het individu.”
En de man-vrouw verdeling?
“Ruim 92 procent van de hulpen is vrouw; dat is veel meer dan in de andere landen waar Helpling actief is. We hebben hier geen selectie op. Ik vraag me eigenlijk al tijden af waarom dit zo is, maar heb werkelijk geen idee. Wellicht zijn wij als samenleving toch niet zo progressief als we hopen?”
Hoe garandeert Helpling de sociale bescherming van haar hulpen?
“Omdat de schoonmakers ook onze klanten zijn, en ze direct werknemer zijn van het huishouden waar ze werken, worden ze beschermd via de Regeling Dienstverlening aan Huis (RDV). Dit betekent dat hulpen via ons weinig tot geen sociale bescherming krijgen. Die rol mogen wij (helaas nog) niet vervullen.
“Wat we wel doen is hun arbeidspositie verbeteren door een verzekering voor schade. Daarnaast hebben we een klantenservice waar ze altijd terecht kunnen. Ook sturen we ze veel werk door, waardoor er voldoende te verdienen is. Zeker ook omdat we een goed loon garanderen (tussen de 11,12 en 11,92 per uur).
“Tenslotte is een belangrijk deel dat we intensief overleggen en lobbyen met en bij de overheid en ook nog eens apart bij het UWV.”
Waar lobbyen jullie dan voor?
“Om het collectief inkopen van secundaire arbeidsvoorwaarden mogelijk te maken. Wij hebben de unieke positie om collectief, optioneel en voor hulpen secundaire arbeidsvoorwaarden te regelen tegen een laag tarief. Nu mogen wij dit expliciet niet omdat we geen werkgever zijn. Het alternatief is dat de hulpen niets krijgen: geen goede optie lijkt me.”
Is er nu dan niets geregeld qua sociale bescherming?
“Jawel, nu is dit geregeld via de RDV. Alleen is die dusdanig vaag en slecht opgezet dat handhaving hiervan onmogelijk is. Zo concludeerde de commissie Kalsbeek vorig jaar nog dat naleving ervan eigenlijk helemaal niet plaatsvindt. Verder is het gewoon een praktisch vrij nutteloze bepaling. Het kan echt tien keer beter en hier kunnen wij actief een rol in spelen. Dan moet de overheid hier echter een optie voor inbouwen bij bijvoorbeeld het UWV en wij moeten niet als reguliere werkgever bestempeld worden. Dan worden wij als elk ander schoonmaakbedrijf en vallen alle voordelen die ons platform levert weg (er is immers een reden dat geen enkel groot schoonmaakbedrijf zich met particuliere huishoudens bezig houdt).”
Wat moet de overheid volgens jou dan precies doen om werknemers te beschermen?
“Er kan zoveel gedaan worden om werk te creëren in de ‘klusjeseconomie’. Het zou zomaar dé oplossing kunnen zijn voor onze aanhoudende werkloosheid. Ook zouden we in samenwerking met de belasting de hele markt van zwart naar wit kunnen trekken. En kunnen zorgen dat alle belastingaangiftes worden gedaan. Als we dit doen moet daar echter wel wat tegenover staan voor de hulp: een deel zou bijvoorbeeld, zoals in veel landen (Duitsland, België, Zweden), weer terug moeten vloeien naar de hulp.
“Zelf zie ik ‘klusjeswerk’ als een soort springplank naar een voltijd baan met reguliere secundaire arbeidsvoorwaarden, of als iets dat je graag ‘ernaast’ wil omdat het flexibel is. Dit kan voor veel industrieën die nu vooral in het zwarte circuit te vinden zijn de oplossing zijn. Zo is er zelfs een markt voor het in elkaar schroeven van Ikea meubels. Genoeg mensen die hier graag 10 euro per uur of meer voor betalen, en genoeg mensen die dit graag de hele dag zouden doen. Alleen moet de overheid het UWV wel de optie bieden dit ook mogelijk te maken.
“Als een hulp nu zijn of haar schoonmaakinkomen opgeeft bij het UWV, omdat ze via Helpling werken, dan neemt het UWV dit geheel in zonder enig profijt voor de hulp. Dit komt doordat ze slechts twee knopjes hebben in het systeem: ZZP’er of traditioneel arbeidscontract. Er mist dus een derde knopje, ‘werken als particulier’.”
Worden klusjeseconomiebedrijven het stabiele fundament van de toekomst? Of zullen zij er voor gaan zorgen dat onze economie en arbeidsrechten gaan wankelen?
“De klusjeseconomie is straks hoe dan ook niet meer weg te denken uit de samenleving. Het biedt enorm veel kansen en mogelijke oplossingen voor problemen in de maatschappij zoals werkloosheid. Maar de gevaren blijven bestaan: dit soort werk moet goed worden onderscheiden van andere arbeid en wegblijven van markten waar reguliere arbeidscontracten wel mogelijk zijn.
“Dat reguliere arbeidscontracten in de huishoudelijke schoonmaak niet werken is inmiddels wel duidelijk. Men werkt in Nederland al sinds mensenheugenis zwart in het huishoudelijke werk. Hier kunnen we dus wet beters van maken, zonder dat Helpling in het vaarwater komt van schoonmaakbedrijven met CAO’s die bijvoorbeeld de kantorenmarkt bedienen.
“Als we het goed doen kunnen we juist banen creëren en de zekerheden van hulpen verbeteren tegenover de niet-gereguleerde zwarte markt, terwijl we de ‘reguliere’ arbeidsmarkt intact houden. Dit zorgt er ook voor dat groepen die nu moeite hebben aansluiting te vinden op de arbeidsmarkt juist wel werk vinden. En ook nog eens gemakkelijker doorstromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Als we dit voor elkaar krijgen, hebben we een veel stabieler fundament voor de toekomst.”