Achtergrond

#Bruslog: In Brussel geven werkgevers en werknemers zichzelf mooie baantjes

05-01-2016 11:27

Heeft u weleens gehoord van het EESC? Waarschijnlijk niet. Deze afkorting staat voor het Europees Economisch en Sociaal Comité: een officiële adviesinstelling van de Europese Unie. De doelstelling van het comité is uiterst hoogdravend:

 

“Het EESC [fungeert] als brug tussen de Europese instellingen en het zogeheten ‘maatschappelijk middenveld’. Het bevordert de participatiedemocratie in de EU en helpt de rol van de maatschappelijke organisaties te versterken door met hen structureel te overleggen, zowel in de lidstaten van de EU als in andere landen waar ook ter wereld.”

 

Dus: door het ESSC is er in Europa oog voor maatschappelijke organisaties en zo is er meer democratie. Het ESSC brengt adviezen uit die daaraan bijdragen: het comité wil bijvoorbeeld dat er “een sociaal Europa” komt, een geharmoniseerd Europees asielsysteem, een diepere economische integratie en nog veel meer. Namens wie gebeurt dat nou eigenlijk?

Vage democratische ondertoon

Deze adviezen worden uitgebracht namens maatschappelijke organisaties waar iedereen lid van kan worden. Het EESC begint zelf over “democratie bevorderen” en dat is dan ook de ondertoon van deze instelling: maatschappelijke organisaties mogen iets zeggen over Europees beleid en aangezien burgers lid zijn van diezelfde organisaties versterkt dit de band met de burger. Laten we eens kijken hoe democratisch dit in de praktijk functioneert.

In het EESC zijn er drie groepen vertegenwoordigd: werknemers, werkgevers en “overigen”. De vertegenwoordiging van werknemers wordt ingevuld door de vakbonden zoals FNV en CNV en de vertegenwoordiging van werkgevers door ondernemersclubs VNO-NCW en MKB Nederland. De “overigen” bestaan uit een ratjetoe aan andere maatschappelijke organisaties, waaronder milieuclubs en de Consumentenbond. De grote vraag is natuurlijk: welke invloed hebben leden van deze organisaties op de adviezen van het EESC? Wordt er namens die leden geadviseerd “een sociaal Europa” in te voeren?

Getrapte voordrachten in veel lagen

De vertegenwoordigers in het EESC worden via een getrapt systeem voorgedragen. Nederlandse maatschappelijke organisaties – FNV, VNO-NCW, etc. – dragen een potentieel lid voor aan de Nederlandse Sociaal Economische Raad (SER), die deze weer voordraagt aan het kabinet, die deze weer voordraagt aan de Europese Raad waar de lidstaten samenkomen.

Er zijn geen gevallen bekend dat de oorspronkelijke voordracht van bijvoorbeeld het FNV niet werd gevolgd. Met andere woorden: als FNV iemand in het EESC wil hebben, maakt niemand in het navolgende bureaucratische circus daar bezwaar tegen. Dat is ook niet zo gek, want in de Nederlandse SER zitten weer dezelfde organisaties en het kabinet wil met die organisaties geen ruzie maken over onbelangrijke dingen. En als lidstaten in de Europese Raad bezwaar gaan maken tegen elkaars EESC-leden is het einde zoek.

Zonder last of ruggespraak

Leden van deze maatschappelijke organisaties hebben echter – behalve wellicht de voordracht – op voorhand niets te zeggen: Nederlandse leden van het EESC melden ThePostOnline dat ze “zonder last of ruggespraak” in het orgaan plaatsnemen. Marjolein Bulk – namens het FNV lid van het EESC – vindt het vanzelfsprekend haar standpunten af te stemmen met het FNV in Nederland. Maar tegelijk meldt EESC-lid Jan Simons dat er “van verantwoording afleggen geen sprake kan zijn”.

Bulk komt met de reden. Het gaat er niet om dat bijvoorbeeld het FNV in het EESC zit, maar om het feit dat ze werknemersvertegenwoordigers zijn. Die stemmen hun beleid samen met alle andere werknemersvertegenwoordigers af in de Europese koepel van vakverenigingen. Dat geldt ook voor de werkgeversdelegaties, die afstemmen binnen de Europese werkgeverskoepel Business Europe. Clubs als FNV en VNO-NCW staat dus op afstand, want de werkgeversafgevaardigden praten in een grote Europese koepel samen wat ze van “een sociaal Europa” vinden. En verantwoorden hoeven ze dat niet.

Nooit aangesproken worden op je werk

En zo is een instelling die democratisch lijkt, dat helemaal niet. Als voorbeeld: het FNV stuurt een FNV-er via de SER – waar FNV-ers inzitten – naar het EESC. Als de FNV-er daar eenmaal zit, is er geen verantwoording meer maar overlegt deze FNV-er alleen nog met Europese groepsgenoten die zich zowel individueel als groepsgewijs niet verantwoorden naar het Nederlands publiek. En ook niet naar burgers in andere landen trouwens. Een instelling die zich in Brussel “een brug” noemt tussen burgers en het maatschappelijk middenveld is in de praktijk een kliek van mensen die elkaar baantjes toespeelt.

En dat allemaal namens de leden van de maatschappelijke organisaties, voor meer democratie, voor een Europees asielsysteem en voor een sociaal Europa. Hoera!

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.