De Engelse zanger en acteur David Bowie, die vooral beroemd werd door wereldhits als Space Oddity en Golden Years, stond bekend als een kameleon. Zondag overleed hij na een strijd van anderhalf jaar tegen kanker, maakte zijn management bekend.
Bowie (1947) heette eigenlijk David Jones, maar vernoemde zich naar de Amerikaanse pionier Jim Bowie. Hij boekte zijn eerste succes in 1969 met de single Space Oddity. Een jaar later verscheen The Man Who Sold the World, met op de Britse albumhoes een androgyne Bowie in een jurk. Zijn volgende creatie werd iconisch: het buitenaardse wezen Ziggy Stardust, met bloedrood haar. Het album en bijbehorende tournee werden een enorm succes.
Na het succes van Aladdin Sane (1973) kwamen ook zijn eerdere albums in trek, waardoor hij op een gegeven moment met zes platen in de Britse hitlijsten stond. Bowie kreeg echter steeds meer moeite om zich los te maken van zijn alter ego. Ook kwam hij steeds meer in de greep van zijn cokeverslaving.
Bowie verruilde Engeland voor de VS en richtte zich op de albums Diamong Dogs en Young Americans meer op soul en funk. Met John Lennon schreef hij Fame, zijn eerste nummer 1-hit in de VS. Het album Station to Station, met Golden Years, toonde Bowie als de geblondeerde dandy Thin White Duke, gebaseerd op zijn rol in de film The Man Who Fell to Earth. Hij kwam enkele keren in het nieuws door vermeende nazisympathieën en zijn bekentenis biseksueel te zijn, wat hij later ontkende.
In een poging zijn loopbaan weer op de rails te krijgen, verhuisde Bowie in 1976 naar West-Berlijn, waar hij een appartement deelde met Iggy Pop. Met producer Brian Eno nam hij de door Duitse elektronische muziek beïnvloede albums Low en Heroes op en het rockende Lodger. In 1980 scheidde Bowie van zijn vrouw Angela, met wie hij een zoon had.
In de jaren tachtig groeide hij uit tot een veelzijdige superster. Succes op Broadway als The Elephant Man, het duet Under Pressure met Queen, het platina-album Let’s Dance (1983), populaire en invloedrijke videoclips op MTV: Bowie’s succes leek niet te stoppen. In 1992 trouwde hij het Somalische model Iman, met wie hij een dochter kreeg.
Na een hartinfarct in 2004 volgde een stille periode, maar in 2013 kwam album The Next Day op 1 en breekt de tentoonstelling over hem in het Londense Victoria & Albert Museum verkooprecords. De superster die zo’n 140 miljoen albums verkocht was terug.
David Bowie was ook vernieuwend op financieel vlak. De zanger introduceerde in 1997 als eerste zogenoemde ‘celebrity bonds’, obligaties met onder meer muziekrechten als onderpand, waarmee kon worden geïnvesteerd in zijn toekomstige opbrengsten. De topartiest haalde daar destijds zo’n 55 miljoen dollar mee op.
Bowie kon de obligaties uitgeven omdat hij, in tegenstelling tot veel andere artiesten, veel rechten op zijn muziek zelf bezat. Hij gebruikte het geld naar verluidt om rechten op andere muziek, die in handen waren van zijn voormalige manager, op te kopen. Na de uitgifte van de Bowie Bonds volgden onder meer James Brown en de Isley Brothers het voorbeeld van Bowie.
De Bowie-obligaties hadden een gemiddelde looptijd van tien jaar en brachten 7,9 procent rente op. Ze werden opgekocht door het Amerikaanse verzekeringsbedrijf Prudential Insurance, dat daardoor de royalties voor de 25 albums die Bowie voor 1990 maakte opstreek.
In die tijd werd uitgegaan van een miljoen verkochte exemplaren per jaar. Maar in 2004 waardeerde Moody’s de status van de obligaties flink af, omdat de muziekverkoop door de verspreiding van illegale kopieën terugliep.
ANP