Köln Hauptbahnhof, het centraal station van Keulen was zaterdag de plek waar Duitsers samen, maar verder verdeeld dan ooit, demonstreerden als reactie op de massa-aanrandingen van nieuwjaarsnacht. De demonstranten hadden één gemene deler: je blijft met je handen van vrouwen af – maar daarmee is alle cohesie wel beschreven. Waar tegenstanders in het vluchtelingendebat de aanrandingen zien als een bevestiging voor hun argumenten, wordt er door voorstanders geschreeuwd dat men niet moet generaliseren.
Op de trappen aan de voet van de Dom van Keulen staat rond het middaguur een luidruchtig legioen vrouwen met fluitjes en houten ratels minuten lang lawaai te maken. Een aanzienlijk deel van de vrouwen pronkt met protestborden waarop staat ‘je moet van vrouwen afblijven’, maar waarop ook de woorden ‘gegen rassismus‘ een prominente rol innemen. Op het moment dat aan de andere kant van het station een Pegida-demonstratie van start wil gaan verplaatst het luidruchtig gezelschap zich naar de achterkant van het station waar ze zich mengen onder antifascisten.
Achterblijvend op de trappen staat nog een tiental vrouwen die niet deelnemen aan de tegendemonstratie. Angela F., een zelfbenoemde feministe van middelbare leeftijd, houdt stevig haar protestbord met de tekst ‘Seks-mob skandal hat einen hintergrund’ vast. “Het stemt mij verdrietig dat na de aanrandingen hetgeen dat gebeurd is afgedaan wordt als incident”, zegt ze. “Alles wordt nu alweer gebagatelliseerd. Ik kan wel doen alsof ik verbaasd ben, maar in Duitsland is een open debat waarbij kritiek geuit wordt op het asielbeleid niet mogelijk. Doe je dat wel dan ben je een nazi of fascist. Vandaar dat ik uit angst mijn volledige naam niet wil geven.”
“Natuurlijk zijn er ook Duitse mannen die zich tijdens grote evenementen en feesten vergrijpen aan een vrouw die daar helemaal geen zin in heeft. De massaliteit van nieuwjaarsnacht in combinatie met het beroven en handelen in groepsverband maken deze gecoördineerde aanrandingen veel extremer, zeker gezien het idee dat deze mannen hier pas net zijn. Een ieder die vlucht voor oorlogsgeweld heeft recht op een veilig heenkomen, maar op het moment dat hier groten getale jonge mannen asiel aanvragen, die door hun culturele achtergrond wel degelijk anders naar vrouwen kijken, hebben we een probleem.”
“Als vrouw die zich niet sympathiseert met Pegida, maar absoluut klaar is met het ophouden van de oogkleppen voel ik mij machteloos. Hopelijk zijn de incidenten in Keulen een keerpunt in het asieldebat. Iemand die zich op een fatsoenlijke manier kritisch opstelt tegenover Merkels asielbeleid is toch niet direct een nazi of fascist?”
Aan de achterkant van het station staat een grote groep militant ogende antifascisten naast de doorgang naar het terrein van de tegendemonstratie. Het plein voor het centraal station is in tweeën gedeeld om confrontaties tussen antifascisten en Pegida-aanhangers te voorkomen. Ieder krijgt een eigen helft toegewezen, waarbij zeventienhonderd politieagenten zijn ingezet om een veldslag te voorkomen. ‘Nazi’s raus‘, wordt er gescandeerd. Wanneer ik aan een groep antifascisten achter een groot spandoek vraag wie precies die nazi’s zijn wordt er geantwoord: “Allen die scheiß Pegida-leuten!”
Daarop komt vervolgens de uitleg dat een weldenkend persoon niet bij Pegida kan meelopen en dat wanneer er een “nazi arschloch” gespot wordt hij of zij zich maar beter uit de voeten kan maken.
Achter een kraampje te midden van de tegendemonstratie staat Dietmar Yansky flyers uit te delen voor de partij Sozialistische Alternative. Als mede-organisator en begeleider van het tegenprotest grijpt hij in wanneer er een opstootje dreigt te ontstaan als Pegida-demonstranten zich in het tegenprotest proberen te mengen. De politie sust de boel en haalt beide partijen uit elkaar. Volgens Yansky misbruikt Pegida de gebeurtenissen in Keulen om hun invloed te vergroten. Op de vraag of hijzelf het tegenprotest niet misbruikt om zijn eigen partij te promoten antwoordt hij: “Wij zíjn het tegenprotest.”
Yansky vertelt dat hij op nieuwjaarnacht tot twee uur ’s nachts samen met zijn hoogblonde vriendin op het stationsplein is geweest waar de aanrandingen hebben plaatsgevonden. Van een grimmige toestand waarbij mannen met een ‘Arabisch uiterlijk’ vrouwen insluiten, met vingers penetreerden en op rooftocht gingen, heeft hij niets gemerkt. Hij relativeert, naar eigen zeggen, de kwestie door een vergelijking te maken naar het aantal verkrachtingen tijdens het Oktoberfest. Dat zou volgens hem officieel op tien, maar onofficieel op tweehonderd verkrachtingen liggen. Volgens Yansky moeten we geen onderscheid tussen mensen maken, er zouden overal rotte appels tussen zitten. “Voor iedereen is de wet gelijk. Als er wel asielzoekers tussen de daders zitten, wat vooralsnog onduidelijk is, dan moeten deze gestraft worden. De hamvraag blijft: waar was de politie die avond?”
“Was kommen Sie hier tun?”, vraagt de politie als twee Pegida-demonstranten in de buurt van het tegenprotest komen. Een aantal antifascisten zit er direct bovenop. “Du faschistische kak“, wordt er geroepen. Hierop volgt het antwoord “Gehst du mal arbeiten” van de Pegida-aanhang.
David Marcel, lid van de splintergroepering Hooligans gegen Salafisten, zegt dat hij het wegkijken van de overheid niet meer tolereert en verhaal wilde komen halen bij de, volgens hem, grootste wegkijkers van allemaal: de antifascisten. “Ons land stroomt vol met mensen die nooit zullen integreren. Terwijl er vrouwen verkracht worden wordt er gewoon weer de andere kant opgekeken.”
Volgens Marcel is het de splintergroepering waartoe hijzelf behoort die Pegida door dik en dun steunt. “Wanneer anderen op Facebook de strijd aangaan maar niet van hun bureaustoel komen, zijn wij het die lef tonen en de straat op gaan.”
Op het terrein waar Pegida zijn demonstratie mag houden begint het langzaam vol te stromen. Tussen de Duitse vlaggen steekt hier en daar een nationalistische variant van de Engelse vlag de lucht in. Tommy Robinson, leider van de Engelse tak van Pegida, heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om naar Keulen af te reizen. Met felheid begint hij aan zijn protesttoespraak die na iedere paar zinnen in het Duits vertaald wordt. “Wij geven ze huizen, wij voeden ze, wij geven ze kleding en medische zorg. Wat doen zij? Ze verkrachten onze vrouwen”, galmt er over het plein heen. Niet alleen een handje vol kaalgeschoren hooligans begint te klappen. De menigte, die bestaat uit een gevarieerd gezelschap, juicht massaal mee.
Tussen de mensen in het publiek staat ook de Frankfurter Christoph Lottner, die met zijn vrouw en dochter naar de demonstratie is gekomen. “Het asielbeleid dat nu gevoerd wordt is desastreus voor Duitsland. Alleen degenen die een plank voor hun kop hebben, zullen zeggen: ‘Wir schaffen es noch.’
“Met de voorspelling dat de asielinstroom volgend jaar nóg groter zal worden, laat ik mijn stem hier vandaag horen om Duitsland voor mij en mijn gezin leefbaar te houden. Men is hier nog altijd niet klaar met het verwerken van het schuldgevoel van de tweede wereldoorlog. Alsof wij hier in Duitsland als compensatie honderdduizenden tot miljoenen vluchtelingen met een totaal verschillende culturele achtergrond moeten opvangen. Natuurlijk moeten echte oorlogsvluchtelingen een veilige plek krijgen, maar het verloochenen van je eigen cultuur en manier van leven als resultaat daarvan kan ik niet accepteren.”
Als een soort Pegida-celebrity loopt Curd Schumacher, internetactivist en medeorganisator van het Pegida-protest, door de menigte heen. Iedere paar meter vraagt iemand aan hem of hij of zij met hem op de foto mag. Schumacher, een markant figuur die zo uit een westernfilm lijkt te zijn gestapt, noemt zichzelf een activist die ‘tegen het dictatoriale regiem van Merkel’ strijdt. Volgens hem zouden de gebeurtenissen op nieuwjaarsnacht een eyeopener voor iedereen moeten zijn. Het argument dat Pegida de gebeurtenissen misbruikt om aan invloed te winnen vindt hij onzinnig: “Pegida groeit. Mensen worden wakker. Niet omdat wij deze gebeurtenissen in ons voordeel gebruiken. Mensen hebben Pegida helemaal niet nodig om in te zien dat het fout is waar we mee bezig zijn. Massa-immigratie heeft op nieuwjaarsnacht zijn ware gezicht laten zien.”
Nadat het betoog van de laatste protestspreker heeft geklonken maakt de massa Pegida-demonstranten zich op voor de mars door Keulen. Op de Turiner Straße, die grenst aan het station, neemt de splintergroepering Hooligans gegen Salafisten aan de kop van de stoet het voortouw. Aan de voorkant en buitenzijden van de protestmars loopt een ondoordringbare muur van agenten mee. Ook de zijstraten zijn afgesloten om het gebied vrij te houden van antifascisten. Voordat de eerste vijfhonderd meter gelopen zijn vliegt er een stuk vuurwerk van het kaliber dynamietstaaf de straat op. De politie stopt de demonstratie tijdelijk. Na de eerste waarschuwingen mag de stoet weer verder lopen.
Op een plateau voor een aantal reclameborden aan de zijkant van de straat staan vier meisjes met een bord waarop staat te lezen ‘Köln gegen rechts‘ de protestmars op te wachten. “Who sind die andere antifaschisten?”, vraagt één van de meisjes zich af. Ze hebben waarschijnlijk niet door dat de politie ze niet tegen heeft gehouden omdat ze er zo onschuldig uit zien. Als snel klinkt er vanuit het voorste deel van de protestmars commentaar. “Du negerschlampe“, en vergelijkbare leuzen worden geroepen. Eén van de kaalgeschedelde Pegida-demonstranten maakt gebruik van de situatie door voor de meisjes te gaan staan om selfies te maken.
Nadat de mars vordert, blijft er vanuit het voorste deel van de menigte vuurwerk gegooid worden. Wederom grijpt de politie in door de stoet tegen te houden. Op het moment dat er vuurwerk naar de politie wordt gegooid en deze ook bekogeld wordt met bierflessen is de maat vol. “Hier spricht die polizei“, klinkt er vanuit een speaker gemonteerd op een kolossaal waterkanonvoertuig. “Sie haben ein offizier verletzt. Die demonstration ist vorbei. Geht allen nach hause!”
Hier en daar gaan demonstranten op de vuist met de politie. Een kolkende massa schreeuwt: “Waar waren jullie met nieuwjaarsnacht?”
De mars wordt terug richting het station gedreven en degenen die niet willen meewerken krijgen de volle laag van het waterkanon of worden bespoten met peperspray. Hier en daar worden mensen opgepakt terwijl de rest van de Pegida-aanhang, onder gejoel van antifascisten achter dranghekken, in speciale treinen uit Keulen richting huis wordt gestuurd.
Wanneer de rust weer enigszins is teruggekeerd op het station in Keulen loopt een teleurgestelde Christoph Lottner, de vader die met zijn vrouw en dochter voor Pegida meeliep, met zijn gezin terug naar zijn geparkeerde auto. De groep antifascisten, waar Lottner en zijn gezin dwars doorheen lopen, hebben niet in de gaten dat een drietal ‘nazi’s’ waartegen zij zo hevig strijden hen zojuist gepasseerd hebben. Lottner vindt het beschamend dat wat volgens hem een vreedzaam protest had moeten zijn, door een aantal “Dumme Hooligans” zo uit de hand is gelopen.