Het islamitische vrouwbeeld: ‘Jullie haten ons’

12-01-2016 20:01

De Duitse filmmaker en auteur Samuel Schirmbeck (1941) publiceerde 11 januari onderstaand stuk in de conservatieve Duitse kwaliteitskrant Frankfurter Allgemeine Zeitung. Het lokte gelijk een verhit debat uit. Volgens Schirmbeck heeft hij kennelijk een gevoelige snaar geraakt. Zo zegt hij tegen TPO: “Op geen van mijn films heb ik ooit zoveel reacties gekregen als op dit opiniestuk. En de overgrote meerderheid is positief. In Duitsland is de islamkritiek voorbehouden aan rechtse bewegingen als Pegida of de populistische partij Alternative für Deutschland. Er kwam vanuit het burgerlijke midden tot nog toe geen kritiek op de islam. Vandaar dat veel mensen zo opgelucht reageren nu ik hiermee kom.”

Wat Paul Scheffers ‘Het Multiculturele Drama’ ooit voor Nederland was, kan dit stuk worden voor Duitsland. Vandaar dat we het maar even hebben vertaald, zodat ook heel Nederland kan meelezen. (Vertaling uit het Duits door TPO, met vielen danke aan Wierd Duk.)

Bij dezen:

 

 

‘Praat de progressieve elite een schuldgevoel aan, klaag ze aan door gebruik van het woord ‘islamofobie”

 

Wat op oudejaarsavond in Keulen gebeurde, gebeurt nu, op dit moment, in ‘broad daylight‘, honderdduizenden keren in Noord-Afrika en in de Arabische wereld. Vrouwen worden aangerand en vernederd, en als ze het wagen zich te verzetten tegen die aanvallen worden ze uitgescholden voor ‘hoer’ of ‘slet’.

De Egyptische schrijfster en feministe, Mona Eltahawy beschreef dit fenomeen op 2 mei 2012 in de Franse krant Le Monde als volgt: “Ja, de Arabische mannen haten ons. Het moet eindelijk eens worden gezegd. […] Vrouwen over de hele wereld hebben problemen; Zeker, in de Verenigde Staten is nog altijd geen vrouw tot president verkozen; En ja, in Westerse landen (Ik woon er ook) worden vrouwen continue als objecten gezien. Doorgaans is dit het eindpunt van de discussie als je het er over wilt hebben waarom de Arabische culturen vrouwen haten. […] Geef mij de namen van Arabische landen en ik geef je een tsunami van verschrikkelijke voorbeelden over de omgang met vrouwen – het is duizend keer erger dan je denkt – die wordt gevoed door een giftige mix van cultuur en religie, waarover niemand wil praten, uit angst om te worden beschuldigd van blasfemie of uit angst te shockeren.”

Giftige mix van cultuur en religie

Het geweld in Keulen echter was zo ernstig dat de ‘giftige mix van cultuur en religie’, die Mona Elthahawy in haar boek Foulard et hymen. Pourquoi le Moyen Orient doit faire sa révolution sexual (‘Sluier en maagdenvlies. Waarom het Midden-Oosten een seksuele revolutie nodig heeft’) tot in detail beschrijft, niet langer is te negeren, ook niet als dat vanuit de linker- en moslimzijde nu weer wordt geprobeerd. Zo sprak de linkse Duitse krant Taz ,over de woede die uitbrak na de aanvallen, over een “reproductie van het racistische beeld van de blanke vrouw die moet worden beschermd tegen de agressieve moslimman.”

Echter, het was geen ‘blanke’ jonge vrouw maar een Aziatische jonge vrouw die in detail voor de camera beschreef hoe ze was betast door vele handen overal op haar lichaam: “Ik kreeg de indruk dat die jongemannen niet het idee hadden dat ze iets verkeerd deden.”

Bij Mona Elthaway kan de Taz leren waarom jonge moslims geen idee hebben dat ze bij het aanranden van vrouwen iets verkeerd doen.

Vrouwen kunnen niet ontsnappen

Maar te vrezen valt dat ook zij, als Egyptische moslima, zal worden weggezet als ‘racist’. Eerder waarschuwde de Turkse commissaris van religieuze zaken voor interreligieuze dialoog (DITIB), Bekir Alboga, al voor een ‘culturalisering van misdaad’ en was de islamitische student Lamya Kaddor: “Op het Oktoberfest in Munchen geweest en bij het Carnaval van Keulen en kwam het regelmatig voor dat dronken mannen vrouwen seksueel lastigvielen. Maar dit wordt dan meteen afgedaan als ‘collateral damage’ bij dit soort festiviteiten. Er is echter geen enkel verschil tussen het ene geval van seksueel geweld en het andere geval.”

‘Seksueel geweld is in islamitische landen eerder regel dan uitzondering’

Is het werkelijk? Het verschil is dat seksueel geweld in Noord-Afrika en het Midden-Oosten onderdeel is van het alledaagse leven terwijl er hier geen permanent ‘Oktoberfest’ of ‘Carnaval’ plaatsvindt waaruit vrouwen niet kunnen ontsnappen om aan het geweld te ontsnappen. Het geweld begint daar op straat bij de voordeur. Nawel, een Algerijnse collega, vertelde me regelmatig over seksuele aanvallen in de bus. En hoewel ze eigenlijk nooit een sluier draagt, bedekte ze zichzelf voor elke busreis met een hijab (hoofddoekje). Wat mannen er nog altijd niet van weerhield om zich tegen haar lichaam aan te wrijven om zichzelf te bevredigen.

Rachida, een Marokkaanse arbeidster, heb ik op een dag door de beveiligers van mijn gebouw op de fiets naar huis moeten laten brengen. Ze had besloten haar djellaba niet meer te dragen en werd vervolgens achtervolgd door mannen met messen. Nu reed ze met het haar los en in spijkerbroek achterop de fiets langs haar bedreigers.

Doodsbedreigingen door fundamentalisten

Seksueel geweld is in islamitische landen eerder regel dan uitzondering. In Duitsland kan een moslima de bus nemen zonder dat ze zich zorgen hoeft te maken te worden aangerand, een Europese vrouw in Noord-Afrika kan dat niet. Daarvan heb ik mijzelf kunnen overtuigen tijdens mijn tienjarige verblijf in Algerije en Marokko. In Duitsland kan een moslima naar de markt gaan zonder plotseling wrijvende handen op haar kont te voelen, een Europese vrouw kan dat niet in Noord-Afrika. Door veel jonge Noord-Afrikanen worden Westerse vrouwen beschouwd als een halve hoer omdat ze “het voor het huwelijk al met veel mannen heeft gedaan.”

Zelfs als zij met haar zevenjarige zoon aan de hand, dus als moeder, die wordt beschouwd als een ‘heilige koe’, verweg van de drukte, door de velden wandelt duurt het niet lang voordat jonge mannen opduiken die haar duwen, zich aan haar vastklampen, aan haar zitten en vulgaire woordjes in haar oor fluisteren. De basale islamitische onderverdeling van de wereld in ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ die ook de aanvallen op het Westen inspireert geldt ook voor ‘ongelovige’ vrouwen. Het enige wat helpt is omdraaien en snel doorlopen.

In de tien jaar dat ik in Noord-Afrika woonde maakte ik ook kennis met veel moslims die dit idee over Westerse vrouwen verwerpelijk vonden. Ze hielden afstand van de orthodoxe predikers, het soort dat de wereld in een vijandelijke misantropische ‘gelovigen’ en ‘ongelovigen’ verdeelt, probeerden de Koran te interpreteren op humane en kosmopolitische wijze, schreven dapper en onbevreesd tegen het religieuze obscurantisme en zochten het conflict op met de machtigste mannen van hun dictaturen. Mannen en vrouwen, intellectuelen, artiesten en ontelbare zogenaamde ‘gewone mensen’. Niet in het minst dankzij hen bleef ik gevrijwaard van doodsbedreigingen door de fundamentalisten in Algerije. Het probleem is echter dat de meest relevante islamitische instanties in zowel islamitische als non-islamitische landen weigeren het theologische discours over hoe men de fatale ‘gelovig/ongelovig’-dichotomie kan overwinnen en hoe het gedrag van minder dogmatische moslims in de islam kan integreren te voeren. De woordvoerders van moslimorganisaties zouden eindelijk eens openlijk moeten durven discussiëren over deze ‘uitsluiting’ van gematigde moslims.

Mijn vrienden en gesprekspartners in Noord-Afrika riskeren zoveel meer dan mijn politieke kameraden in 1968 riskeerden: moord, marteling, gevangenschap. Denk bijvoorbeeld aan de oktoberrevolutie in Algerije in 1988, de eerste erkende ‘Arabische revolutie’, toen de bureau’s en kantoren en ministeries van de Algerijnse Eenheids Partij werden bestormd en politiebureau’s werden aangevallen – zonder dat er ook maar één religieuze kreet klonk. Deze mensen hebben mijn beeld van moslims beïnvloed.

Islamitische dissidenten worden ‘islamofoob’ genoemd

Tot mijn grote schok zag ik bij mijn terugkeer uit Noord-Afrika welke visie mijn oude kameraden, en de links-liberale mainstream inclusief de SPD en De Groenen op de islamitische wereld hadden: ze hadden werkelijk geen flauw idee wat daar gaande was, hoe vrouwen ernstig lijden onder de religieuze dictatuur. Ze schenen volledig te negeren hoe islam en dictatuur hand in hand gaan als het gaat om bestrijden van hun gezamenlijke vijand: democratie, mensenrechten, religieuze vrijheid, gelijkwaardigheid.

Moslimdissidenten als Necla Kelek, Seyran Ates, Taslima, Hirsi Ali en vele anderen zijn door links en linkse liberalen in Duitsland nauwelijks serieus genomen, als ze niet belachelijk werden gemaakt of weggezet als ‘islamofoob’. Vrijheid van meningsuiting en democratie zijn geen noodzakelijke voorwaarden voor het leven waaraan ook de Arabische wereld moet voldoen, zo viel te lezen. Het hele linkse en links-liberale spectrum echter bouwde ijverig aan een multicultureel-beschermingsprotectoraat voor de hoofddoek met het daarachter verstopte vrouwbeeld, bescherming tegen de ‘haat uit het Westen’ en het beschermen van de islam voor elke vorm van kritiek. In deze intellectuele-kritiek vijandige omgeving konden de parallelle samenlevingen gemakkelijk gedijen. Deze vorm van ‘niet-willen-weten’ was echt ongelofelijk.

Vandaag de dag wordt deze opvatting gedomineerd door de ‘iedereen is welkom’-cultuur en wordt dezelfde ‘de islam hoort bij Duitsland’-retoriek gebezigd. Men hoeft slechts te denken aan de uitzinnige vreugdekreten van Groenen-fractieleider Katrin Göring-Eckardt, uitgezonden door alle televisiekanalen, toen het Hooggerechtshof leraressen toestond om in de klas een hoofddoekje te dragen. Maar waarom jammeren miljoenen fundamentalistische mannen van Afghanistan via Iran, Saudi-Arabië, Nigeria en Mali tot Algerije en Marokko zo over de hoofddoek? Waarom is de hoofddoek altijd het meest zichtbaar daar waar het fundamentalisme om zich heen grijpt?

De omgang met moslims is neurotisch

Het is te hopen dat door de gebeurtenissen in Keulen eindelijk in het debat over ‘de moslim’, die niet mag worden gekwetst, wordt ingezien dat ‘moslims’ – een begrip dat de fundamentalisten hebben bedacht om alle moslims te kunnen generaliseren terwijl men vroeger nog sprak van Egyptenaren, Algerijnen, Marokkanen etc. – gewoon mensen zijn die je het beste behandelt zoals je jezelf zou behandelen: als zelfstandige, leergierige, voor kritiek openstaande volwassenen en niet als een klein kind waarvan met het lievelingsspeelgoed, in dit geval de religie, niet durft af te pakken omdat het anders woedend wordt en alles kort en klein slaat.

‘Het omgaan met moslims is tot nu toe eerder neurotisch dan normaal’

Dit is tot nu toe in elk geval niet zo. Het omgaan met moslims is tot nu toe eerder neurotisch dan normaal. Men zou in deze heroriëntatie een voorbeeld kunnen nemen aan de islamitische intellectuelen in de Arabische wereld die allang hebben begrepen dat kritiek op de islam niet hetzelfde is als een aanval op moslims, maar een bescherming tegen de dehumaniserende excessen die zich richten tegen vrouwen, homoseksuelen, onafhankelijke denkers en zogenaamde ‘ongelovigen’ en ook tegen miljoenen moslims en moslima’s.

Wederom kan men een voorbeeld nemen aan islamitische schrijvers als Boualem Sansal, Abdellah Taia, Mona Eltahawy, Mohamed Choukri of Kateb Yacine: ‘Haare aus glühendem brüchigen Eisen, auf dem die Sonne wirr sich häuft, wie eine Handvoll Wespen‘ (‘Haren van gloeiend breekbaar ijzer, waaruit de zon is gemaakt, als een handvol wespen’). Deze zin uit Nedschma, de wereldberoemde roman van Kateb Yacine, kon alleen bestaan voor de tijd van hoofddoekjes. Wat een leuke, mooie, intelligente en charmante moslimwereld bestaat er zelfs vandaag nog en kan weer bestaan wanneer het ellendige verontschuldigingsdiscours voor de destructieve geesten eindelijk tot een einde komt! Waarom leest en luistert men niet over Tareq Oubrou, de imam van de Moskee van Bordeaux? Hij roept moslims op tot een wat ‘discretere zichtbaarheid’ van religieuze symbolen, zoals de hoofddoek, om een wat minder religieuze Europese openbaarheid te overwegen, vooral omdat de hoofddoek slechts ‘incidenteel’ noodzakelijk is in het geloof.

Mannen gebruiken alleen uit de Koran wat ze welgevallig is

Ooit, toen ik de markthal van Frankfurt aan een Marokkaanse vriendin uit Rabat liet zien, zei ze tot mijn verrassing: “Dit is de beste ‘soukh‘ die ik ooit heb gezien!”

“Onze markthal? De beste? Zo zonder de kleuren van Marokko en zonder de avondrode en saffraankleurige piramides van kruiden?”

Haar antwoord: “Zonder het blauw van ellebogen, die zich zo vaak ‘geheel toevallig’ in je borsten priemen dat je het wel kunt uitschreeuwen van pijn. Zonder het groen van knijpen en grijpen op andere lichaamsdelen. Zeker, die kleuren van Marokko heeft jouw ‘markthal’ niet.”

“In de markthal zijn de vrouwen de baas en niet de Koran”, liet ik mij ontvallen. “Pardon, ik wilde de Koran niet beledigen. Ik weet dat in de Koran staat dat ook de mannen hun ogen moeten neerslaan als zij een vrouw ontmoeten, en niet alleen de vrouwen als zij een man ontmoeten.”

“Je hoeft je niet te verontschuldigen”, zei mijn vriendin, “want de Koran is al eeuwen uitgelegd door alleen mannen. Ze gebruiken uitsluitend de citaten die hen het beste uitkomt. Soera 4, ver 34 bijvoorbeeld: ‘Mannen zijn beheerders van de vrouwen omdat de Allah de een boven de andere verkoos.’ Of Soera twee, vers 223: ‘Uw vrouwen zijn voor u een akker. Ga tot jullie akkers hoe jullie dat willen.’ Akkers bezaaien… dat geldt voor het ‘bevruchten’ van echtgenotes. Maar het is allang overgenomen door ongetrouwde mannen die zich elke dag aangemoedigd voelen om ‘te zaaien’, omdat ze arm zijn en geen geld hebben om te trouwen. ‘Niet mijn schuld’, zeggen ze tegen zichzelf en grijpen dagelijks naar hun stuk vrouwenvlees.”

“Dit klinkt niet best”, zei ik. “Wat moeten de jongeren doen?”

De bezoeker uit Rabat ging verder: “Seks voor het huwelijk is bij wet verboden, want het wordt binnen de islam als zondig gezien. Een van onze religieuze sjeiks heeft recent zelfs publiekelijk laten weten dat hij van het probleem op de hoogte is. Sheikh Abdelbari Zamzani heeft ongetrouwde vrouwen toen middels een fatwa aangeraden een wortel te gebruiken. Toen hij daarmee belachelijk werd gemaakt, begreep hij dat niet, want hij toch als een feminist gesproken? Als klap op de vuurpijl heeft hij ook nog maagdenvliesherstel goedgekeurd – na een ongeval. Weet je, er is zo’n mismatch tussen de religieuze geboden en de hedendaagse realiteit van het leven dat het leidt tot een permanente seksuele noodtoestand bij mannen – over de vrouwen heeft echter niemand het.”

Vrouwen in kort rokje mogen voor ‘slet’ worden uitgemaakt

In de tien jaar dat ik in Noord-Afrika leefde en ook bij mijn latere bezoeken aan dat land heb ik geen enkele vrouw ontmoet die niet een verhaal had over seksueel geweld. Sinds de islamisering van Algerije en Marokko kan alleen het dragen van een rok al leiden tot geweld. Dat is ook wat gebeurde in Inezgane bij Agadir: in juni 2015, vlak voor de start van de Ramadan, waren twee jonge vrouwen die Sanaa en Siham heten aan het winkelen in de ‘Soukh‘ van Inezgane. De twee meisjes droegen een rok die net boven de knie eindigde. Toen een marktkoopman de twee meisjes zag, merkte hij naar de omstanders op dat een dergelijke manier van klederdracht de eer van alle Marokkanen schendt, waarop een menigte zich om de meisjes verdrong, hen uitschold voor sletten en jonge mannen zich aan de meisjes opdrongen, betasten en vulgaire gebaren maakte.

De door een andere marktkoopman gealarmeerde politie vond de kleding van Sanaa en Siham eveneens onzedig. Ze arresteerden de twee meisjes en gelijk de volgende morgen stonden ze voor de rechter. In dezelfde ‘Soukh‘ werden een aantal dagen later twee homoseksuele mannen in elkaar geslagen en eveneens vastgezet. In beide gevallen was er geen ‘Ulema‘ [‘bewaker van religieuze tradities’, TPO] die protesteerde, terwijl in Agadir in toeristengebieden borden verschenen met daarop de tekst ‘Respecteer Ramadan. Geen bikini’s’ om te voorkomen dat Marokkanen en toeristen naar het strand zouden gaan om te zonnebaden.

De Marokkaanse schrijver Tahar Ben Jelloun beschreef begin augustus 2015 de volgende incidenten: “Het is tijd dat de overheid reageert op deze nieuwe dictatuur van onwetendheid, frustratie en domheid. Vorige week hebben met zwaarden en sabels bewapende idioten op het strand van Tangir jacht gemaakt op ongeklede badgasten. Wees voorzichtig, het begint met incidenten zoals dit, het eindigt met een bom in een zwembad of cafe. De veiligheidsdiensten moeten deze gevaarlijke ontwikkeling absoluut serieus nemen en de vrijheid van het individu garanderen, of het nou gaat om mannen of vrouwen.”

Eén maand eerder had de moorddadige aanval op het strand van Sousse in Tunesië plaatsgevonden, een plaats die door salafisten wordt gezien als ‘bordeel’.

Links moet veranderen

Tegen deze ontwikkeling van een ongecontroleerde islam, wiens schizofrenie zich ditmaal liet gelden voor het centraal station in Keulen, is maar één middel geschikt om de zaken niet nog verder te laten escaleren: de islam moet op dezelfde wijze leren kritiek te verdragen als het christendom dit heeft moeten leren. Maar de huidige islamkritiek bestaat slechts uit een handjevol mannen en vrouwen, die meteen worden weggezet als ‘islamofoob’. Dat moet veranderen.

En evengoed moet die invoelende en meegaande houding van huidig ‘links’ verdwijnen, tegenover elk obscurantisme dat het etiket ‘islamitisch’ draagt. Deze slaafse houding is begrijpelijk, de fundamentalistische islamitische wereld deelt immers dezelfde anti-Amerikaanse, anti-Westerse en anti-Israëlische opvattingen die het levenselixer zijn voor links in Duitsland. Het is een gevaar voor de samenleving, omdat ze in de verbondenheid met de in zichzelf vastgedraaide fundamentalistische islam ook het ‘monster’ op de koop toe neemt die de islamitische filosoof Abdennour Bidar hier uit ziet voortkomen.

Al vijftien jaar lang geselt links Duitsland elke verkenning van interne islamkritiek met de beschuldiging dat dit koren op de molen is van het extreem-rechtse populisme. Koren op de molens, maar vooral het bloed van de slachtoffers van het ‘monster’ dat moslimvrienden zo wanhopig bevechten, zonder dat links in Europa ook maar begrijpt wat er op het spel staat, ook voor niet-moslims. Het is voornamelijk gericht tegen ‘het Westen’, dat verantwoordelijk wordt gehouden voor de neergang van de islamitische wereld – ook al is dit met geen enkele historische analyse te staven. En net zoals links voor het falen van het socialisme zondebokken vond, zo zoekt de islamitische wereld eveneens naar zondebokken. Verliezers werken samen met verliezers, de underdog zoekt de underdog op, samen staan we sterk, het verlangen naar wraak brandt: ‘Pas maar op! We zullen het jullie terugbetalen!’

De ‘steriele’ islam nestelt zich in je hoofd

De islamitische intelligentia daarentegen beschouwt kritiek op de islam als de sine qua non zonder welke hun bedrijven voorgoed ten onder zouden gaan door het obscurantisme dat door de huidige trends via immigratie en communicatie in Duitsland wordt versterkt.

Aan rechtspopulisme maken zich vooral moslimideologen van Noord-Afrikaanse afkomst schuldig, met hun vrouw-, buitenlander- en verlichtingsvijandige ‘theocratische populisme’ binnen een toenemende salafistische islam. Tegenover hen formuleren de wereldlijke en religieuze autoriteiten geen enkele steekhoudende argumentatie omdat zijzelf eveneens de ‘westelijke’ mensenrechten schuwen als de duivel het wijwater.

De enige die streeft naar Verlichting is de islamitische ‘vrijheidszoeker’, zoals de Tunesische psychoanalist Fethi Benslama ze noemt. Graag zouden ze de islamitische dissidenten en links Europa aan hun zijde zien. Tevergeefs, zoals Fethi Benslama in 2004 al in zijn ‘niet-onderwerpingsverkalring voor gebruik door moslims en zij die dat niet zijn’ zei: “Sommige erfgenamen van de Verlichting zijn blind voor de verlichting van anderen.”

Onaangetast door de Europese Verlichting kan de islam in Duitsland zich daarom ook in het brein van de jonge moslimgeneratie nestelen, zoals de in 2015 overleden uit Tunesië afkomstige islamitische filosoof en islamoloog Abdelwahab Meddeb het karakteriseerde: “Een religie die zichzelf de finale religie noemt, de brenger van de uiteindelijke goddelijke boodschap zoals bezegeld door de profetische inspiratie, die alles wat voor haar kwam, herdefinieert en rectificeert, zo’n religie zal, letterlijk genomen, elke vraagstelling annuleren en vestigt een absolute waarheid zonder een mogelijk dispuut. Gereduceerd tot zo’n skelet toont de islam zich religieus en politiek als een uitgedroogd, steriel, de acute levende hedendaagse kwesties negerende blik op de wereld en verheft zich naar een boven alles uit stijgend agressief ‘monologisme’, doof voor elke dialoog, afgesneden van de condities die de relatie tussen individuen en volken, tussen burgers en naties, mogelijk maken.”

Tegen een dergelijke islam kunnen de onlangs in het leven geroepen ‘integratiecentra’ weinig uitrichten, als ze voorafgaande aan het debat al te horen krijgen dat ze de islamitische vluchtelingen ‘niet mogen beledigen’.

Moslims lezen de islam de Levieten

In islamitische landen wint juist deze vorm van islam al jaren aan invloed dankzij de staatstelevisie, al helemaal als ze worden gesponsord door Saoedi-Arabië. Het resultaat van het propageren van dergelijk, alsmaar uitdijend religieus populisme. De uitvinder van het concept ‘religieus populisme’ is de in Oran levende journalist en schrijver Kamel Daoud. In Quitidien d’Oran schreef hij jarenlang de column Raika Raikoum (Mijn opinie – jouw opinie’). Op 28 mei 2015 stelde hij daar de vraag: “Moeten we in de strijd tegen het religieus populisme ondergronds gaan?”
Een toespeling op de ondergrondse tijdens de Algerijnse onafhankelijkheidsoorlog tegen Frankrijk: “Voor het dragen van een korte rok, ontslagen in een faculteit van Algiers, door een naar achteren gerichte rector die zich in zijn strijd tegen de studente gesteund zag door de fatsoens-Fatwa. Ondenkbaar een paar decennia geleden, reeds is het denkbaar geworden gisteren en eergisteren, want zelfs een rector in Algerije denkt nu halal/haram-binair (toegestaan/niet toegestaan). Maar dit is niet het enige geval waarin de naam van de ene God alleen nog maar mag worden gedacht… De harige tumor (zo noemt Daoud het ‘salafisme’) heeft de Algerijnse riten, de kleding, de teint en de tandheelkundige zorg ingevoerd. De tijd bestaat nu alleen nog maar om te weten wanneer te bidden en niet meer om stipt te zijn, beloven is nu ‘inshallah’ – ‘Als God het wil’ – en betekent niet langer je aan je woord houden. Het doel van het leven is nu de dood, niet meer het leven.”

Het is deze binaire wijze van halal/haram-denken waaruit het religieuze populisme bestaat: zuivering van het anti-islamitische Westen, een obsessie met de overal aanwezige Joodse samenzweringen, de promotie van islamistische vormen van kleden, riten, seksualiteit, huwelijk.

“Het land: versluierd, genikabiseerd, gepest en omgevormd tot een vrouwkontwachtoren, door vernederende en middeleeuwse preken.”

Dit is het Noord-Afrika waar sommige van de daders tijdens de oudejaarsnacht in Keulen vandaag komen. Veel van de fenomenen kunnen ook worden waargenomen in lokale islamitische gemeenschappen. Eén fenomeen bestond al lang: “Praat de progressieve elite een schuldgevoel aan, klaag ze aan door gebruik van het woord ‘islamofobie’.” (Daoud) In het bijzonder de moslimorganisaties, ‘links’ en De Groenen.

We moeten ons niet langer bang laten maken, want het zijn de moslims zélf, die islamitische ‘vrijheidszoekers’, die net zo min ‘islamofoob’ zij als wij, wanneer zij een vrouwen-, vreemden-, en gedachtenvijandige islam de Levieten lezen* in plaats van zich aan die islam te onderwerpen.

 

Met toestemming van zowel auteur als FAZ overgenomen.

* = Noot van vertaler: ‘De Levieten lezen’ is een Duitse uitdrukking die zoveel als ‘de les lezen’ betekent.