Gemeenten krijgen eenmalig en maximaal dertig miljoen euro om het referendum over het associatieverdrag met Oekraïne te organiseren. Dat is 10 miljoen euro meer dan eerder door het kabinet toegezegd. Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk (PvdA) schrijft dat dinsdag aan de Tweede Kamer. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) had eerder geklaagd over de kosten van het referendum.
De VNG luidde in oktober vorig jaar de noodklok. Volgens de vereniging is het organiseren van referenda bijna net zo duur als de Tweede Kamerverkiezingen. De kosten hiervoor waren in 2012 42,2 miljoen euro. De VNG waarschuwde dat het gebrek aan financiële middelen het voor de kiezers lastiger zal maken om te stemmen. De gemeenten kunnen minder stemlokalen inrichten. Kiezers moeten dus verder reizen en er is een grote kans op lange wachtrijen.
EU-bobo Jean-Claude Juncker: ‘Nee bij Geenpeil-referendum gevaarlijk voor Europa’
