Deze week zien we geen verschuivingen in politieke voorkeur. De scores van vorige week zien we deze week weer.
Op de vraag wie men als Kamervoorzitter gekozen zou hebben als men aan de stemming had mogen meedoen blijkt Bosma bovenaan te staan met 32 procent en Arib scoort dan 23 procent.
Van de PVV-kiezers van dit moment kiest 65 procent Bosma. Kiezers van CDA, VVD en SP scoren tussen de 15 procent en 20 procent. Van de huidige PvdA-kiezers stemt 72 procent Arib. Ook bij kiezers van GroenLinks scoort ze hoog.
Bij kiezers van D66 en SP scoort ze ook duidelijk hoger dan Bosma (tussen de 35 procent en 45 procent). Ongeveer 10 procent van de VVD- en CDA-kiezers kiezen haar.
Dat ze overall lager scoort dan Bosma komt met name door de score van de –grote groep- PVV-kiezers die slechts voor 4 procent Arib kiezen.
Bij de score van het vertrouwen in ministers blijkt Van der Steur met 3,2 lager te scoren dan Opstelten vlak voor zijn afreden (3,5). Zelfs onder de VVD-kiezers scoort hij maar een 3,9 (terwijl Opstelten toen 4,6 scoorde).