De overheid moet meer geld uittrekken om artiesten te ondersteunen die in het buitenland willen spelen. Dat stelt de Popcoalitie, een samenwerkingsverband van een groot aantal organisaties uit de pop- en dancemuziek. “Soms gaat het letterlijk om een bedrag van 800 euro of een band wel of niet in besluit om in een busje een tour te doen in Amerika”, licht voorzitter Wilbert Mutsaers het plan van de Popcoalitie toe.
Hoewel het met de export van de Nederlandse muziek goed gaat, benadrukt Mutsaers dat er meer gedaan moet worden. “Natuurlijk kijkt iedereen naar de dance dat gaat ook heel erg goed, maar er zijn natuurlijk veel meer vormen van popmuziek die steun kunnen gebruiken. In omringende landen ondersteunt de overheid popmuziek meer dan in Nederland.”
Het plan van de Popcoalitie focust zich op het ondersteunen van Nederlandse artiesten in het buitenland. “Het behelst meerdere dingen. Laat artiesten meer in het buitenland spelen of zichtbaar zijn. Dat kan zijn op showcase festivals zoals South by Southwest in Austin of Reeperbahn in Hamburg. Maar het kan ook gaan om bepaalde marketing inspanningen die nu vaak net niet te financieren zijn, maar die wel net helpen om iets in gang te zetten.”
Volgens Mutsaers heeft het Fonds Podiumkunsten aangegeven voor het plan van de Popcoalitie extra geld beschikbaar te stellen. “Dat ziet er gewoon goed uit. De minister had de Popnota al naar de Kamer moeten sturen, maar waarschijnlijk gaat dat nu in maart of april gebeuren.”