Wie dacht dat politieagenten die bij je langskomen om je op het hart te drukken om op te passen met wat je zegt of schrijft een relict waren van Latijns-Amerikaanse kolonelsregimes of Oost-Europese dictaturen uit de donkerste jaren van het reëel bestaand socialisme, weet sinds gisteren beter. In de gemeente Sliedrecht bracht “uw vriend en helper” een huisbezoek aan Mark Jongeneel, een zelfstandig ondernemer zonder strafblad of andere kwalijke antecedenten. De wijkagent waarschuwde hem dat hij op zijn woorden moest passen als hij over de plannen voor een asielzoekerscentrum zou twitteren.
De verbouwereerde Jongeneel is namelijk geen voorstander van het asielzoekerscentrum voor 250 personen dat de gemeente overweegt te huisvesten binnen de gemeentegrenzen. Als geëngageerde inwoner had Jongeneel laten weten te willen inspreken bij de vergadering die daar heden over wordt gehouden bij de gemeente. Voor de politie aanleiding om op last van de burgemeester langs te komen en wat stichtelijke woorden tot hem te richten van bovengenoemde strekking.
Nu kan men zich indenken dat men in sommige gemeentes na de gebeurtenissen in Geldermalsen en Heesch ietwat nerveus wordt bij het vooruitzicht het op te moeten nemen tegen een blok vastbesloten tegenstanders van de vestiging van een asielzoekerscentrum binnen de eigen gemeentegrenzen. Toch is de actie van de politie vanuit juridisch oogpunt meer dan bedenkelijk.
De vrijheid van meningsuiting is een in de grondwet verankerd recht. Over de handhaving van dat recht waken – in theorie – verheven instituten zoals de Raad van Europa en de Europese Commissie voor de Rechten van de Mens. Hoe belangrijk het lidmaatschap van Nederland daarbij is, wordt ons vanuit Den Haag door opeenvolgende ministers van buitenlandse zaken met grote regelmaat voorgehouden.
Wie zich in Nederland bevindt mag, binnen de grenzen van de wet, alles zeggen wat hem of haar goeddunkt. Ook onwelgevallige, onaangename, ja zelfs domme uitspraken doen. Staande jurisprudentie daarbij is, dat de overheid geen voorafgaand toetsingsrecht toekomt. Wie de grenzen van de wet overschrijdt, door bijvoorbeeld op te roepen tot geweld of beledigende of discriminerende uitspraken te doen, kan daarvoor achteraf zonder bezwaar strafrechtelijk vervolgd worden en door de rechter veroordeeld worden. Maar censuur vooraf is niet toegestaan.
Ook de fractie van VNL, gevormd door de heren Bontes en Van Klaveren, had zo zijn bedenkingen en stelde aan de minister van Justitie en Veiligheid onmiddellijk Kamervragen over dit opvallende politieoptreden. De minister antwoordde met opvallende en ongebruikelijke snelheid.
“Door in gesprek te gaan kan spanning worden verminderd en kunnen eventuele openbare-ordeverstoringen of uitingen die de grenzen van het strafrechtelijk toelaatbare overschrijden mogelijkerwijs worden voorkomen.”
De terminologie waarmee deze intimiderende politiepraktijk wordt goedgepraat had zó uit George Orwell’s roman 1984 kunnen komen.