De Belgische veiligheidsdiensten kenden de terreurcel ‘Parijs’ al in 2012, maar verzuimden tot actie over te gaan. Ze konden blijven reizen tussen Syrië en België, zelfs niet als ze dat gewapend deden. Dat melden Belgische media, waaronder Het Laatste Nieuws, vandaag. Al in april 2012 werden voorbereidende eerste gesprekken afgeluisterd in een appartement in de wijk Molenbeek.
In de gesprekken van de terroristen werd gesproken over aanslagen op de westerse democratie en manieren om aan wapens en explosieven te komen.
De gesprekken vonden plaats in het appartement van de Marokkaanse Belg Gelel Attar, die twee weken geleden in de buurt van Casablanca werd opgepakt op verdenking van betrokkenheid bij de aanslagen. Hij was de rechterhand van een ronselaar die zeker twee van de daders van de aanslagen in Parijs naar Syrië stuurde, onder wie het brein van de terreurdaden, Abdelhamid Abbaaoud. Ondanks de kennis van de veiligheidsdiensten kon een van de rekruten zelfs vijf keer heen en weer naar Syrië reizen, schrijven de kranten in België.
Over de precieze identiteit van de man die vorige week werd opgepakt wilde de Marokkaanse autoriteiten eerst niets vrijgegeven. Wel dat het zou gaan om iemand die ‘direct gelinkt’ werd aan de aanslagen van eind vorig jaar. Later bleek het om Attar te gaan.
(ANP/TPO)
