Reportage

#Bruslog: De Europese Commissie laat journalisten graag door hoepels springen

28-01-2016 10:54

Geen EU-instelling is zo ontoegankelijk als de Europese Commissie. Dat begint al bij het aanvragen van toegang tot de dagelijkse persconferentie rond het middaguur. Als je niet in Brussel woont krijg je geen permanente toegangspas. Dit betekent elke afzonderlijke persconferentie vooraf een brief sturen – ondertekend door je hoofdredacteur – om toegang te krijgen. Die brief moet je een dag van te voren sturen, anders is toegang onmogelijk. De ambtenaren sturen je meestal een bevestiging en die moet je geprint meenemen, anders kom je er niet in.

Bij het Berlaymont-gebouw kun je alleen naar binnen met een elektronisch pasje. Zo’n pasje hebben alleen de medewerkers en permanent geaccrediteerde journalisten. Je moet dus de beveiliger in je beste Frans duidelijk maken dat je met je printje naar de receptie wilt, omdat ze je daar een sticker kunnen geven waarmee je naar de perszaal kunt. Voordat je door mag lopen naar de balie, moet je je tas laten zien. Dat is raar want je moet tien meter verder sowieso door een scanner. Als je tas is bekeken, mag je de draaideur door en sta je in de hal.

Bellen om herkomst printje te achterhalen

Achter de balie zitten drie medewerkers. Een grijze dame is altijd aanwezig, de rest wisselt. Je laat je printje en je identiteitskaart zien. Je denkt dat je de ballotage nu doorstaan hebt, maar niets is minder waar. Van de beveiliging moet de baliemedewerker nu eerst naar de afdeling bellen die de bevestiging stuurde om te checken of deze wel juist is. Al je persoonlijke gegevens staan al op die bevestiging. Het probleem laat zich raden: kom niet te laat, want vaak is de persafdeling voor de persconferentie helemaal niet bereikbaar en dan sta je een kwartier doelloos bij de balie.

Als de persafdeling dan eindelijk heeft bevestigd dat het meegebrachte printje echt is, mag je met je sticker – met datumstempel – door de scanner en kun je naar de perszaal. Daar blijkt de persconferentie toch niet om twaalf uur te beginnen. Twee weken geleden liet Frans Timmermans de aanwezige journalisten al 67 minuten wachten. Gisteren liet de Commissie exact anderhalf uur op zich wachten. Even na twaalf komt een jongen vertellen dat de persconferentie om kwart voor een plaatsvindt. Dat wordt uiteindelijk half twee.

Planning is probleem van journalist

Deze wachttijd is het probleem van de journalist. Wat je anderhalf uur moet doen, is een raadsel behalve praten met collega’s, lezen en twitteren. Als de dienstdoende Eurocommissaris er eindelijk is, wijst deze meteen op het gebrek aan tijd. Zo wil Marianne Thyssen – een weinig daadkrachtig ogende Vlaamse dame – graag vertellen over het nieuwe sociale beleid van de Commissie en draait dat verhaal in moordend tempo af. Ze moet naar het Europees Parlement en dus mogen journalisten geen vragen stellen. Thyssen beent snel weg.

Deze werkwijze is alleen te verklaren door de informatiepositie van de Europese Commissie. Deze instelling komt als enige met nieuwe EU-voorstellen en als je als journalist wilt weten wat die inhouden, of je wilt er vragen over stellen, dan moet je bij deze persconferenties zijn. Als je hier niet bent, zijn je collega’s je voor. Dus: niet zeuren over de nodeloos ingewikkelde toegangsprocedure, rustig wachten als de persconferentie anderhalf uur later is en niet protesteren als er niet of nauwelijks tijd is voor vragen.

En wat levert het op?

En ook niet zeuren als je maar weinig wijzer wordt. Vandaag kondigt Thyssen een beleidsproces aan wat ooit tot afstemming van het sociale beleid moet gaan leiden. Haar collega Dombrovskis babbelt over de vluchtelingenproblematiek: de Commissie kan niets doen tegen landen die grenscontroles instellen en hoopt dat Griekenland de instroom onder controle krijgt. Hij kan niet uitleggen wat de Commissie vandaag op dit punt besloten heeft. Eurocommissaris Katainen komt met maatregelen vanwege de Volkswagenfraude die ferm klinken, maar nog lang niet zijn ingevoerd.

Journalisten stellen vragen aan Dombrovskis en Katainen, maar antwoorden komen er nauwelijks. Ook hier kunnen journalisten nauwelijks iets aan doen: de Commissie vergadert achter gesloten deuren. Als journalisten daar iets van mee willen pikken, zijn ze grotendeels afhankelijk van deze persconferenties. Toch vraag je je af waarom journalisten dit circus niet boycotten en meteen de persberichten van de Commissie overschrijven. Dat spaart een hoop tijd en gedoe en inhoudelijk maakt het voor de berichtgeving zo goed als niks uit.

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.