Zouden je buren de nieuwe generatie van de Audi A4 herkennen als nieuw? De trademark strakheid bleef hetzelfde, maar technisch is-ie revolutionair. Uh, het is bijna een Apache-helikopter!
Wat is de grootste concurrent van de A4? De BMW 3-serie? De Mercedes C-Klasse? Neen. Dat is de A3 sedan, het afgetrainde neefje van de A4. De ontwerpers bij Audi poogden die trendy hipster-looks over te brengen door het A3-kontje nu ongeveer naar de nieuwe A4 te transplanteren. Staat ‘em goed. Daarmee hebben we gelijk de grootste (vorm)aanpassing van Audi’s D-segmenter benoemd. Natuurlijk, ook de grille is enigszins aangepakt, maar eerder evolutionair, dan revolutionair.
De echte innovatie zit hier vooral in de koplampen. Op de nieuwe A4 kan je namelijk opteren voor LED-pitjes, of – full high-tech – dikke LED Matrix-beamers. En zo is de nieuwe generatie A4 voor driekwart op de kop gezet, al merken je buren daar van buiten weinig van, zoals het eigenlijk ook hoort bij het degelijke Duitse merk. Ja, je zou kunnen concluderen dat de nieuwe A4 intensief naar de sportschool is geweest en thuis enkele academische studies heeft afgerond, maar dat is aan zijn neus natuurlijk niet te zien. En zelf zal de A4 er niet over opscheppen. Deze onderkoelde bescheidenheid past helemaal bij Audi.
Pontificaal is echter weer de zogenaamde Virtual Cockpit. Dat klinkt spacy en luchtvaart-achtig. En genau, dat is het ook. Alle voorheen analoge metertjes voor snelheid, toerental, enz, zijn vervangen door een full-colour display van 12.3 inch (size matters!) met diezelfde metertjes, alleen dan nu digitaal. Nog deftiger: met een druk op een stuurknopje, kun je zo je navigatie-kaarten en instructies op het digitale dashboard tevoorschijn toveren. Zet je de satnav dan ook nog op de Google Earth-stand, dan is het net alsof je met een Apache op het Kalifaat van ISIS aanvliegt. De nagelnieuwe 2.0 TFSI Ultra is een krachtbron, die zich bescheiden gedraagt als het moet (op de snelweg komt ie nauwelijks boven de 2000 toeren), maar ook – in combinatie met de 7-traps automaat – de mouwen kan opstropen. De sensatie is uiteraard niet zo spectaculair als bij het topmodel (een quattro, uiteraard), die een 3.0 TDI in een klassieke V6-opstelling (Lof voor Audi!) in het vooronder herbergt. Met 272 PK is dit een Godzilla van een bak. Echter, het blijft Audi, dus binnen in blijft de rij-ervaring vrij zen. Daar moet je van houden.
De vierde generatie van de A4 is een paar centimeter langer geworden en die extra ruimte ging – eindelijk – naar de achterbank, die in de vorige edities, ondanks het immer gepeperde prijskaartje, Transavia-achtig krap was. Trouwens, bij deze Audi zou je zelf bijna achterin kunnen plaatsnemen en de Audi geheel zelfstandig het werk laten doen. De zelfrijdende auto bestaat al. Dat is namelijk deze A4, die nu volgestopt is met (extra te bestellen) intelligente rijhulpjes. De adaptive cruise control is al bijna een klassieker, maar in combinatie met zoiets als Traffic Jam Assist en de wetenschap dat de bolide autonoom een obstakel kan ontwijken (echt), kun je al mailend en Jan Dijkstra-lezend over de A1 tijdens de ochtendspits.
Gerard Joling zou zeggen; “Waar zijn die handjes?”. Welnu, om de zoveel seconden tóch aan het stuur, als er opeens een panisch waarschuwingsignaal klinkt. Want Audi loopt voor op de wetgeving, die zelfstandig sturende auto’s (zoals deze) nog niet toelaat, maar hij zou het – in tegenstelling tot die Bulgaarse trucker – wél kunnen. Enfin, als je al deze gememoreerde opties ook bij de dealer zou aanvinken, kom je dicht bij de ton. Een kale 1.4 TFSI-versie met handbak is er echter al vanaf een te begroten € 36.680,-
