Sommige oliën smeren de salade. Ruimdenkende diesels komen daar een heel eind op. Naast eetbare oliën zijn er ook smeersels voor op je smoel. Liposomen bijvoorbeeld. Een soort waterolie. Met magische jeugdvasthoudende, rimpelvertragende eigenschappen. Althans, met een dergelijk aansmeren wordt een hoop geld verdiend. Voor al dit ‘goede’ wordt helaas vaak gebruik gemaakt van ‘foute’ oliën. Vreemd genoeg heeft de enige ‘goede’ olie een slechte reputatie.
De ergste olie is palmolie. Dat gebruiken Unilever en anderen overal in. ‘t Is namelijk goedkoop. Je rammelt met wat kralen en spiegels voor officials in Indonesië, kapt Borneo kaal, plant er palmen, en na een paar jaar heb je een goedkope grondstof om overal in te proppen.
Natuurlijk noemt de producent het niet altijd palmolie. In de kant en klare stamppot andijvie met grootmoeders gehaktbal, vermeld de fabrikant achterop in microns hooguit dat er ‘geharde plantaardige vetten’ in zitten. Grootmoeder gebruikte immers geen palmolie in haar stamppot of ballen. Je kunt er vergif op innemen dat als er ‘plantaardige olie’ zonder nadere specificatie op de verpakking staat, er Orang-oetan bloed aan kleeft.
Ook shampoo knijpen of opsmeer aanbrengen kost gegarandeerd geplet oerbos. Omdat je het waard bent. Neem bijvoorbeeld die actieve peptiden waar je huid geen dag zonder kan. Hoe ze dergelijke smurries ook noemen, er zitten geheid gemalen aapjes in. Smeren=genocide.
Van al dat inwrijven krijg je best een beetje trek. Daar zijn gelukkig tussendoortjes voor uitgevonden. Sla de cuppuhsoep hierbij over. Zitten eveneens vermoorde aapjes in (‘plantaardige olie’). Nog erger, op het zakje zie je weliswaar een kip en verse groenten staan, maar de kip is hooguit langs de ketel gerend, en de groenten deden van verre de groeten. Van Hak en Martine, dat dan weer wel. Kijk, als je er geen vers water op giet, zit er meer groenten in. Da’s een doordenkertje.
Na het tussendoortje wil je buiten even de benen strekken. Daar kán de zon schijnen. Gezien het gat dat er in zit komen er meer stralen naar buiten. Deze schijnen gevaarlijk te zijn. Het gat is veroorzaakt -als met alle vieze narigheid- door de auto. Wat best vreemd is. Om een gat in de zon te rijden moet je toch echt ongelooflijk beroerd sturen. Maar goed, die stralen zijn dus bloedlink. Daar smeer je je dus eveneens voor in. Borneo vreten en smeren we al kaal, dus rippen we wat Amazone. Om er massaal gele Delials te planten. Uitgeperst schijnt dit goede stralingsbescherming te bieden. Het kost opnieuw wat groen, maar jij blijft in leven.
Er is er slechts één. De soort die in basisvorm van diep uit de grond komt, waar geen bomen groeien noch aapjes leven. Toch is het een natuurlijke olie, boordevol mineralen. Ontstaan zonder menselijk ingrijpen. Fijner kan haast niet. Toch?
De allerbeste is uiteraard een speciale olie -koop nooit iets waar niet ‘speciaal’ op staat. Een geselecteerde -koop nooit iets dat niet ‘geselecteerd’ is- deels minerale olie, bereid volgens een bijzonder recept -vermijd ‘gewone’ recepten. Het betreft Castrol Power 1 GPS. Universeel geschikt voor in- en uitwendig gebruik. Mocht je het ‘speciaal’ serieus nemen, en gruwen van universeel gebruik, heeft Castrol van alles voor alles. Tot ‘grootmoeders‘ recepturen toe. Met nog meer natuurlijke mineralen, dus nog gezonder. Eet en smeer smakelijk.