Het is dinsdagmiddag in Amsterdam. Zojuist heeft in het Scheepvaartmuseum een informele bijeenkomst plaatsgevonden van de EU-ministers van Ontwikkelingssamenwerking en de EU-ministers van Handel. Dit alles onder het voorzitterschap van de Nederlandse minister Lilianne Ploumen. Nu de bespreking ten einde is, is het tijd voor de afsluitende persconferentie. Daar blijkt het Nederlandse EU-voorzitterschap opmerkelijk succesvol.
Vandaag blijkt meer dan eens het probleem van EU-verslaggeving. Voor landelijke politiek moet je in Den Haag zijn en voor lokale politiek in het gemeentehuis, maar EU-politiek vindt op meerdere plekken plaats: er is vandaag veel nieuws uit Brussel, het Europees Parlement zit in Straatsburg en er is dus ook nog informeel overleg tussen EU-ministers in Amsterdam. Hoe een gemiddeld medium dat met één EU-correspondent allemaal moet verslaan is een raadsel.
EU-verslaggeving is keuzes maken en het is duidelijk waar journalisten vandaag voor kozen: voor alles behalve Amsterdam. De altijd vriendelijke persvoorlichter zegt het te waarderen dat uw verslaggever “nu ook deze bijeenkomst verslaat”. Een veeg teken. Er zitten dan ook hooguit dertig journalisten in de perszaal als Ploumen binnenwandelt. Ze wordt geassisteerd door twee Eurocommissarissen: Cecilia Malmström van handel en Neven Mimica van internationale samenwerking en ontwikkeling.
De persconferentie begint traditiegetrouw te laat. “Sorry to keep you waiting!” roept Ploumen als ze de zaal betreedt. Ploumen komt nauwelijks boven de lessenaar uit maar ze houdt toch een enthousiast verhaal. Het was een unieke bijeenkomst, deze ochtend, weet ze te vertellen. De bijeenkomst ging tegelijk over ontwikkelingshulp en internationale handel, voor veel landen een nieuwe combinatie, maar niet voor Nederland want Ploumen is minister van beide. Volgens Ploumen waren de ministers blij hier meer over te horen.
Ploumen vertelt dat er erg veel over deze kwestie te zeggen is. Het komt erop neer dat er gepraat is over wat er voor de vluchtelingen uit Syrië gedaan moet worden en daar wordt komende week in Londen verder over gepraat. Er is ook gesproken over hulp aan Afrika en over “de mondiale strategie” van de EU. Dit moet een geïntegreerde strategie zijn, meldt Ploumen plechtig.
Nu mogen de twee Eurocommissarissen iets zeggen. Mimica herhaalt het verhaal van Ploumen nog eens in gebroken Engels. Naarmate zijn verhaal vordert begint zijn collega Malmström steeds zorgelijker te kijken. Mimica denkt dat de mondiale strategie van de EU veel problemen in de wereld gaat oplossen. Ook moet er een “consistent en coherent programma voor vluchtelingen” komen.
Malmström prijst Ploumens combinatie van handel en hulp. Ploumen knikt heftig. Er waren veel goede ideeën tijdens de lunch en die gaan het verschil maken, meldt Malmström. “Het commitment gaat gemonitord worden”, voegt ze toe. Ploumen knikt nog maar eens.
Zo komen we op nog een probleem met EU-verslaggeving: we zijn hier niet in de wereld van de politiek, maar in die van de diplomatie. Niet van de harde debatten en elkaar de waarheid zeggen, maar elkaar vriendelijk napraten en hele kleine stapjes in de richting van je doel zetten. Ploumen meldt dat ze een nieuwe visie aan de andere EU-ministers ontvouwt: hulp en handel kunnen prima samengaan. Niemand spreekt haar tegen en sommigen herhalen haar woorden zelfs. Of dit betekent dat ze haar visie ook echt steunen is volstrekt onhelder.
Het kan ook allemaal diplomatieke vriendelijkheid zijn waar de ministers thuis hard om moet lachen. Vooralsnog komt er geen enkel EU-voorstel waarin Ploumens visie is opgenomen. Dat kon ook niet, want dit was een informele bijeenkomst waar geen beslissingen worden genomen. Eigenlijk weet dus niemand nu of er steun is en wat dat concreet inhoudt.
Ondertussen probeert Ploumen de illusie (?) hoog te houden dat deze bijeenkomst een succes was. Pas als er binnen een jaar een voorstel met haar visie uitkomt, heeft ze gelijk.
Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Voor zijn verslaggeving is ook jouw financiële steun essentieel.