Bijna een vijfde in ‘het Rotterdamse’ leeft onder de armoedegrens. Veel mensen die langdurig in de bijstand zaten zijn niet zelfredzaam, hebben te weinig opleiding of werkervaring. Veel hebben zelfs de motivatie niet meer om ooit weer aan betaald werk te kunnen komen. Zijn soms ook nog eens laag begaafd of -geworden, depressief of gedeprimeerd.
Ze willen wel iets maar hebben nooit geleerd zelf actief te zijn, of hoe je dit anderszins moet verwezenlijken. Ze hebben een netwerk van gelijkgestemden zonder opwaardse kracht. Het zijn gepamperde onmondigen geworden. De verzorgingsstaat zorgde tot op heden voor hen. Het enige wat rest is de inzet van het weinige activerende en prikkelende welzijnswerk naar dagbesteding en participatiewerk. De nieuwe huidige aanwas in de bijstand heeft vaak wel opleiding en werkervaring maar is gedemotiveerd en soms kapotgestreden. En of je nu ondernemer was of niet, papierprikken voor een uitkering is tegenwoordig de Rotterdamse ‘maatwerk’ oplossing. Totdat ook die weer zijn afgegleden in het putje.
Het Munchhausenproject dat al jaren bestaat is een geweldig project met een mooi uitgangspunt. Organisaties die zich bezighouden op het gebied van wonen, werken, leren en welzijn, die eens per twee maanden bij elkaar komen. Een soort netwerkbijeenkomst waar iedereen een instelling-overstijgend-probleem kan inbrengen. Bijvoorbeeld over een hulpvraag of nieuw initiatief. Uitgangspunt is dat het een vraag is waar moeilijk of geen antwoord op te geven is. “Hoe kunnen we dit probleem of deze situatie oplossen?” Ter plaatse kunnen medewerkers van andere instellingen, meedenken over een oplossing. Het doel is om dan ook een duidelijke oplossing te bedenken en samen actie erop te ondernemen. In de huidige tijd soms niet makkelijk. Problemen genoeg.
Ik was daar omdat ik er via via van had gehoord. Gewoon eens kijken. Nieuwe contacten opdoen. Het was erg gastvrij en ik heb gesproken met een aantal bezielde medewerkers van verschillende instellingen. Veelal werkend met jongeren en mensen die over de rand van het mogelijke zijn gekukeld. Dak- en thuislozen, schulden, jeugd met problemen, een heel scala.
Ik was daar in mijn krijtstreepje met rood overhemd. Niet echt te plaatsen als welzijnswerker, hoop ik. Mij werd twee keer gezegd dat er niets te verdienen was aan het oplossen van een ingebracht probleem. Iedereen deed het vanuit zijn werk en iedereen hielp elkaar. Waarom mij dit zo werd verteld, juist twee keer door twee verschillende mensen in een gesprek, was mij niet duidelijk. Ik vermoed om commerciële bedrijven buiten de deur te houden.
Kwam ik als commercieel bedrijf over? Mogelijk. Bij het noemen van de naam van één van mijn projecten 010cityjobs werd er al gelijk gelachen en gedacht dat ik van 010citylab was. Daar moest diegene niet zo veel van hebben, zo werd mij duidelijk. Haar excuses naar aanleiding van haar vergissing maakte het goed.
Ik ben al jaren uit het welzijnswerk. En wat mij opviel is het jargon, maar vooral het praten over klanten of clientèle. Niet dat er geen integriteit was of dat het denigrerend overkwam. Het was meer de gewoonheid en alledaagsheid van het denken en praten – over -.
Stel dat je zo zou praten over je echtgenoot of partner. Ik zou me schamen. Of over je vrienden. Natuurlijk het ging over mensen die zover in de problemen zaten dat ze er zelf niet meer alleen uit komen en professionele hulp nodig hadden. Dat was duidelijk. En het was ook duidelijk dat het over problemen ging, niet over het promoten van personen voor een castingbureau of uitzendbureau. “Ik heb nu iemand die geweldige kwaliteiten bezit!”.
Het gaat over, zoals ook op de website staat, meer over mensen met shit, shit en nog meer shit. Dan vallen de kwaliteiten in het niet. Of je moet de shit als kwaliteit gaan zien. “Ik heb nu iemand die geweldig is in het maken van schulden”. Eigenlijk ook een kwaliteit. Zo iemand zou gekoppeld moeten worden aan een krenterige miljonair met als idee “geld moet rollen”.
Maar toch verbaast het me dat er dus instellingen en mensen nodig zijn om anderen te helpen, vooral vaak ook levenslang. Dat het ontiegelijk moeilijk is om die weer een normaal leven te ‘geven’. Te veel mensen hebben van huis uit niets meegekregen om zelfredzaam te zijn en/of ze hebben zoveel meegekregen dat het een zware last is om een normaal leven te verkrijgen.
Sommige mensen zijn verworden tot ‘eeuwige kinderen’ of ‘eeuwigdurende pubers’. Ga er maar aan staan. En de inrichting van onze samenleving is er ook niet makkelijker op geworden. Als een HBO er of universitair opgeleide het al zwaar heeft, hoe moet het dan zijn voor iemand met een laag IQ en een slecht netwerk zonder opwaartse kracht.
Jarenlang een bijstandsuitkering, staat gelijk aan jarenlange hospitalisering met weinig tot geen mogelijkheden tot verheffing. Iedereen die een inkomstenval maakt gaat zich anders gedragen en krimpt in zijn waarden en waardering. Een miljonair die zijn geld kwijt raakt gaat raar doen en zich vreemd gedragen. Sommigen gaan zo ver dat ze er een eind aan maken. Wat dat betreft zijn de meeste mensen aan de onderkant nog sterker. Ook al zitten ze soms al hun hele leven in een uitzichtloze situatie en kennen ze niets anders.
Wat mij na al die jaren verbaast is, dat het nog erger lijkt te zijn geworden. En dat de mogelijkheden om er uit te komen moeilijker zijn. Veel bezuinigingen en nieuwe verstikkende wetgeving rond uitkering, wonen en zorg. Uitzicht op een werkzaam huisje-boompje-beestjes-bestaan zit er waarschijnlijk niet meer in. Hooguit een leuke dagbesteding. Het eenvoudige maar hoog gewaardeerde fabriekswerk van vroeger bestaat nog nauwelijks.
De meisjes van Verkade hadden het toentertijd zelfs nog beter. Het was patriarchaal en bevoogdend maar is het welzijnswerk nu ook niet geworden tot een soort matriarchale bemoeizorg? Of was het alleen het patriarchale waar veel jongeren – of waren het alleen de meiden? – zo fel tegen gekant waren toentertijd?
Hoe komt het dat we onze samenleving hebben laten verworden tot wat het nu is geworden? We hebben vanaf de jaren 60 onze grenzen in – alles – steeds verder opgerekt. Tot allesverblindend profijt voor iedereen ging iedereen daar in mee. Vrijheid in denken, consumeren, koopkracht, onderwijs, geluk, opvoeding, bezit, werk en inkomen. Mensen werden afgekocht met betere uitkeringen en onze roemrijke industrie en nuts-bedrijven gingen internationaal in de uitverkoop.
Wat we niet door hadden is dat we al die jaren op een zeepbel leefden, zoals Groningen ons laat zien. Net als de speculatie en het ‘marktconform denken’ hebben alleen de voorlieden van de zogenaamde vernieuwende politiek en de profijtelijke nieuwlichters zichzelf in de watten kunnen leggen. De rest zit met een stevige kater.
Nu moeten we noodgedwongen weer terugkeren naar de waarden van de jaren 50. Harder werken, minder consumeren, zuinig zijn, weer leren koken, zelf kleding repareren en weer leren om selfsupporting te zijn. Het feest, of wat een feest leek te zijn, is voorbij.
Al die jaren zijn juist de mensen in de bijstand, of afhankelijken van uitkeringen, ingedut en niet meer in staat om zich daar een nieuwe weg in te vinden. De verheffing naar een beter leven kregen mensen toen – zelf – in handen. Nu ontbreken dan de vaardigheden, en is de motivatie weggeëbd, want dat laatste was niet meer nodig met een uitkering. De gevolgen zijn te zien. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. En mijnheer Verkade, net als die andere oude patriarchen met een goede inborst zijn allang niet meer. Hooguit wat Baronnen van Munchhausen.
Als je geen eigen innerlijke Baron van Munchhausen meer hebt of ooit heb gehad of heb kunnen ontwikkelen ben je afhankelijk van die andere weinige Baronnen geworden. De vraag is of het die Baronnen lukt om mensen weer te leren zelfstandig te leven en zelf hun eigen Baron te worden of zit het gevaar erin dat ze mensen binden om zichzelf te kunnen blijven profileren als Baron of Barones?
Vreemd vond ik de opmerking dat verdienen aan het oplossen van ingebrachte problemen niet de bedoeling was. Een gesubsidieerde baan in het welzijnswerk komt uit belastingen en is ook een verdienmodel. Wat is er tegen dat er bedrijven zijn die ongesubsidieerd hun werk doen, mits ze integer zijn en blijven? Alsof elke welzijnswerker wel integer is en blijft? Dat was voor mij jaren geleden juist de reden om ander werk te zoeken. Te veel mooie woorden zoals helaas ook steeds meer bij commerciële op welzijn en zorg gerichte bedrijven gebeurd. Er is iets goed mis. Maar dat weten we helaas allemaal al lang.
Voor sommige mensen is het een noodzaak dat er patriarchen met autoriteit en een goede inborst rondlopen zoals de heren Verkade, Jamin of Van Nelle. Die oude garde met een meer moreel liberalisme op basis van verheffing, die naast voor zichzelf te zorgen ook nog oog hadden voor het wel en wee van hun personeel. Dat is verloren gegaan.
Het in ieders ogen domme en simpele werk, wat voor die groep een oplossing was om zelf inkomsten te verkrijgen, hebben we eertijds af laten kopen door een illusie van een verzorgingsstaat. De werkgelegenheid die nu geoutsourced en tegen bodemprijzen te verkrijgen is in de Primark, IKEA en Action. Iedereen moest de mogelijkheid hebben om een universitaire studie te kunnen volgen. Alsof dat heeft geleid tot verheffing of respect voor dat ‘domme’ en ‘simpele’ werk. De welvaartziekten evenals de afbraak van moraal zijn de laatste twintig jaar toegenomen bij de onderklasse. Die kan zich nu de ganse dag, bij wijze van spreken de koning te rijk, nutteloos vol vreten aan digestives van Verkade.