De Nederlandse politie gaat bovenop een team van 300 schutters 150 extra agenten opleiden om te patrouilleren met machinepistolen. Deze uitbreiding was al gepland, meldde de voorzitter van de expertgroep Bewaken en Beveiligen, alsof iets gepland hebben de zaak goedpraat. U hoeft geen expert van een zelfbenoemde expertgroep te zijn om in te zien dat dit een ordinaire symboolmaatregel is die het vooral goed zal doen bij heimelijke wapenfetisjisten, Wutbürger en radeloze regenten die graag ‘een krachtig signaal willen afgeven’. Het zwaarder bewapenen van agenten en de inzet van meer schutters zijn om verschillende redenen een slecht idee.
Met eigen ogen heb ik gezien hoe sinds vorig jaar het Brusselse en Parijse straatbeeld ontsierd werd door de grootschalige aanwezigheid van militairen en zwaarbewapende politieagenten. Zij zijn daar vanwege terroristische aanslagen en een immanente terreurdreiging. In Brussel werd in december zelfs voor een paar dagen het openbare leven stilgelegd. In Parijs mocht ik met een rolkoffer geen museum bezoeken, want ik zou er maar een bom in hebben gestopt. Uiteraard begrijpt u dat met dit soort maatregelen het terrorisme een zware slag is toegebracht. Onderwijl is de belangrijkste verdachte, Abdeslam, nog steeds voortvluchtig en weten we dat de Parijse terroristen doodeenvoudig met sms’jes communiceerden. Tsja, wat verwachten we nou eigenlijk van mannen die met zware wapens in camouflage-uniform op straathoeken staan te posten? Groenvoorziening?
Een grote verworvenheid is dat Nederlandse agenten benaderbaar zijn. Een agent die met zijn ene hand de loop van zijn MP5 ondersteund en zijn andere hand aan de trekker heeft, boezemt slechts angst in. Hij staat slechts klaar om te schieten op terroristen, maar een terrorist laat zich pas herkennen als de aanslag reeds gepleegd is. Het is daarom dat in Denemarken na de aanslagen van 15 februari er niet voor gekozen is het leger op straat in te zetten, in tegenstelling tot Frankrijk en België. Zwaardere bewapening heeft slechts zin bij specifieke acties, zoals oproerpolitie en arrestatieteams reeds uitvoeren.
Schutters in het straatbeeld geven de illusie dat er een grote dreiging op handen is. De kans om door terrorisme het leven te laten is echter verwaarloosbaar klein. Het plaatsen van zwaarbewapende patrouilles is dus bangmakerij en geldverkwisting. Nederland geldt als een van de veiligste landen ter wereld. Toch zou de politie wat extra mankracht kunnen gebruiken. Bart de Koning becijferde voor De Correspondent dat 8 op 10 misdrijven onopgelost blijft. Desalniettemin zullen 450 schutters met een MP5 deze treurige statistiek niet beïnvloeden.
Nog een bewijs om niet met de mode te volgen van steeds zwaarder bewapenen is dat de massale inzet van equipes vigipirates na de aanslag op Charlie Hebdo, de aanslagen van 13 november helaas niet konden verhoeden. Zwaarder bewapenen moedigt enkel een wapenwedloop tussen terroristen en de staat aan. Anderzijds kan dit terroristen verleiden om elders toe te slaan in plaats van op de clichéplekken zoals stations, synagogen en winkelcentra van grote steden.
Enfin, misschien helpt het zwaarder bewapenen toch, maar zet dit niet de deur open om de politie over de gehele linie meer vuurkracht te geven, en om de hele openbare ruimte gewapenderhand te bezetten onder het mom van ‘beveiligen’? De roep om meer veiligheid is er bij rechtspopulistische politici en burgers. Weldra wordt het vanzelfsprekend dat de politie, zoals bij de rellen in Charleston, steeds meer als een leger opereert dan als een waakzaam en dienstbaar orgaan. Ik voorspel dat deze roepers het deksel lelijk op hun neus zullen krijgen wanneer blijkt dat met zwaarbewapende politiediensten een protest tegen een azielzoekerscentrum makkelijk is op te breken.
Zwaarder bewapenen is een kostbare zaak. Het uiteindelijke slachtoffer is de vrije burger, bang gemaakt en onder constant toezicht van zwaarbewapende politie. Deze bange burger kan beter de politici en veiligheidsdiensten vrezen die zijn land in een politiestaat veranderen.