Achtergrond

DemDebate: Twee blanke babyboomers strijden om de zwarte stem

12-02-2016 11:01

Afgelopen week gebeurde er iets wat vooral Hillary Clinton niet had verwacht: ze kreeg electorale klappen van de zelfverklaarde “democratisch socialist”, Bernie Sanders, in de voorverkiezingen in New Hampshire. Direct werden er vragen gesteld over haar campagne. Ze zou te fanatiek wapperen met de gender-kaart, maar ook met de campagne-creditcard.

Piemelloosheid als argument

Allereerst de genderkaart. Wellicht was echtgenoot Bill Clinton niet de aangewezen persoon om Sanders te beschuldigen van seksisme, en het bashen van Sanders deed veel Democraten denken aan de race in 2008 toen hij evenzo inhoudsloos los ging op Obama. Dito de steunbetuiging van voormalig minister Madelaine Albright. Zij riep namelijk op een bijeenkomst het weekend voor de verkiezing dat juist vrouwen op Hillary moeten stemmen omdat er “a special place in hell [is], for women who don’t help each other”. De vrouwen van New Hampshire leken er niet van onder de indruk: maar liefst 55 procent van de vrouwenstem was voor Sanders. Op zich geen dramatische verdeling, wel als je piemelloosheid actief inzet als argument om op je te stemmen.

Een Clinton die cash nodig heeft: je verzint het niet

Ten tweede de campagne-creditcard. Hoewel ze 40 miljoen dollar meer bij elkaar had gesprokkeld dan Sanders in 2015, kreeg ze het toch voor elkaar om eind vorig jaar maar 10 miljoen meer in de campagnekas te hebben dan Sanders. Dit verschil is zeker na New Hampshire nog meer ingelopen. Team Sanders harkte in de 24 uur na de verkiezingsuitslag lachend 7 miljoen dollar binnen. Een Clinton die cash nodig heeft: je verzint het niet. In een poging net zo lekker grassroots te worden als Sanders (die het vooral moet doen van kleine individuele donaties en wars is van super-PACs) stuurde haar campagne een bijdhandte bedel-mail rond waarin kiezers werden opgeroepen een dollar te doneren. “I’m not kidding, Maddi, I’m asking you to give $1 right this second”, zo was te lezen in een email gericht aan een nietsvermoedende kiezer genaamd Maddi. Uiteraard wist het internet hier wel raad mee onder de hashtag #IamNotKiddingMaddi. Een ongemakkelijke waarheid voor de penningmeester in Team Clinton: wellicht duurt de race wat langer dan oorspronkelijk was begroot.

Zonder de black vote, geen kandidatuur

Precies dit gegeven maakte het debat van vannacht spannend. Want hoewel Bernie Sanders zich na New Hampshire heeft weten neer te zetten als serieuze tegenkandidaat, is hij nog steeds de underdog. Om een kans te maken op kandidaatschap, zal hij onder meer de black vote (waar met name Democraten van afhankelijk zijn in hun race naar het Witte Huis) naar zich toe moeten trekken. Zeker aangezien het volgende station (South Carolina) een staat is waar de zwarte stem je kan maken of breken. Zo won Barack Obama deze voorverkiezingen in 2008, en de beschuldigingen aan het adres van (daar is ‘ie weer) echtgenoot Bill Clinton in de vorm van “racial insensitivity” was hier mede debet aan. Dit was ook een van de redenen waarom Sanders direct na New Hampshire richting Brooklyn, NY toog om koffie te drinken met burgerrechtenactivist Al Sharpton en voetje te vrijen met voormalig NAACP president, Ben Jealous. Sharpton steunt vooralsnog geen van beide kandidaten, maar zei wel dat “Clinton has to earn the black vote”.

Sanders weinig realistisch

Rassenrelaties waren dan ook direct onderwerp van gesprek in het debat. Feitelijk werden hier vooral beleefdheden uitgewisseld: zowel Sanders als Clinton zagen dezelfde problemen in het justitiële apparaat, vonden het allebei stom dat Afro-Amerikanen vaker werden aangehouden, hoger gestraft werden voor relatief lichte vergrijpen zoals marijuana gebruik en ga zo maar door. Sanders zijn sterke punt is vooral dat hij komt met idealen, vergezichten en (mede door zijn campagne financiering) kiezers het vertrouwen geeft dat ze samen een vuist kunnen maken tegen het “establishment”.

Dat establishment heet Clinton en stond fier overeind in haar bananenkleurige Star Trek Commander in Chief outfit. Ze hamerde vooral op haar ervaring, het feit dat ze de weg weet in het systeem en dus geen beloften maakt die niet waar te maken zijn. Dit laatste is, zoals eerder beschreven op TPO, een zwak punt van Bernie Sanders. Als hem wordt gevraagd hoe hij plannen gaat bekostigen komt hij niet verder dan Wall Street en de “top 1%”. Op de vraag hoe hij gezondheidszorg voor iedereen zou gaan betalen was zijn antwoord: in Frankrijk en Verenigd Koninkrijk is het goedkoper, en heeft iedereen toegang tot gezondheidszorg – dus het kan heus wel, het moet alleen efficiënter. Hoewel niet realistisch zal het idee van geld wat er wel is, maar wordt gestolen door graaiers ongetwijfeld resoneren bij de kiezer thuis.

Buitenlands beleid voor Democraten is als klimaatbeleid voor Republikeinen

Hoewel Clinton kan hameren op haar ervaring, is het nog maar de vraag of deze tactiek zoden aan de dijk zet. Je ervaring inzetten is een, maar tegelijkertijd alle diplomatieke en binnenlandse successen van de hele regering Obama van de afgelopen 7 jaar op je conto schrijven is een tweede. Zo heette Obama care eerst Hillary care. Ze heeft eigenhandig de deal met Iran op de kaart gezet. Wall Street heeft ze ook al eerder een poepje laten ruiken. Net zoals de farmaceutische industrie, want ze is voor niemand bang natuurlijk. Osama Bin Laden? Ze heeft ‘m nog net niet eigenhandig aan zijn baard uit Abbottabad getrokken en de Navy Seal helikopter ingeslingerd, potjandikkie.

Sanders had zich overduidelijk laten bijpraten over buitenlands beleid, maar heeft nog een lange weg te gaan. Toch zal hij er voor dit debat mee wegkomen: toen Clinton hem vroeg naar wie hij luisterde voor buitenlands beleid kon hij zeggen “in ieder geval niet naar Henry Kissinger”. Clinton had namelijk tijdens een vorig debat en in haar boek openlijk op zitten scheppen over de complimenten die ze had ontvangen van Kissinger inzake haar ministerschap. En zo gebeurde het dat tijdens een nota bene Democratisch (!) debat Republikeinse havik Henry Kissinger werd verdedigd. Sanders erkende Clinton haar ervaring: “You have a bit of experience, I would imagine. But judgement matters as well.” Dit is precies hetzelfde argument wat Barack “don’t do stupid shit” Obama gebruikte tegen Hillary Clinton in de 2008-race. Sterker nog, het continue gehamer van de Clinton’s op Obama’s gebrek aan ervaring ontplofte later in de race keihard in Hillary’s gezicht. Voor dit deel van de discussie maakte het weinig uit: buitenlands beleid voor Democraten is wat klimaatbeleid voor Republikeinen is. Totaal oninteressant.

Sanders kan kapitaliseren op teleurstelling in Obama

Hillary’s grote selling point, namelijk haar ervaring, is zowel haar beste vriend als ergste vijand. Sanders suggereerde dat Clinton onmogelijk onafhankelijk zou kunnen zijn doordat grote bedrijven evenzo grote bedragen doneren aan haar campagne. Volgens Clinton hoeft het elkaar niet te bijten: “[president Obama] was the recipient of the largest number of Wall Street donations of anybody running on the democratic side ever.” Sanders liet haar daar niet mee wegkomen: “Let’s not insult the intelligence of the American people. People aren’t dumb. Why in god’s name does Wall Street make huge campaign contributions? I guess just for the fun of it.”

Hier komen wij precies op het zwakke punt van Hilary: niet iedereen is even blij met president’s Obama track record. Veel kiezers zijn teleurgesteld in de bail out van Wall Street en gefrustreerd over het feit dat de hoofdrolspelers er ongestraft mee weg zijn gekomen: ook zwarte kiezers die door hun sociaal-economische positie soms zelfs dubbel en dwars de prijs hiervoor betalen. Burgerrecht activiste en wetenschapper Michelle Alexander vroeg zich daarom onlangs af waarom zwarte stemmers zo trouw blijven aan de “Clinton brand” terwijl nota bene Bernie Sanders pleit voor “ the same goals that Martin Luther King Jr. championed”?

Het debat sloot af met ongemakkelijk getouwtrek om wie het liefste was geweest voor Barack Obama (lees: de zwarte stem) en minderheden (lees: de zwarte stem). Het was vooral een poging de gekleurde stem te paaien en te mobiliseren. Hoewel vele commentatoren verwachten dat dit voornamelijk voor Sanders een uitdaging zal worden, dient de kracht van zijn basis-narratief niet te worden onderschat: small money vs big money, de kleine man vs het grote establishment. Ongehinderd door (budgettaire) realiteit. Dit resoneert niet alleen bij blanke kiezers. Tegelijkertijd zijn veel Afro-Amerikanen ook enigszins teleurgesteld in de nooit waargemaakte beloftes van Obama: juist dit gegeven zou Clinton (en haar geknuffel en gedweep met hem) wel eens duur kunnen komen te staan.