Interview

Een dag lang Rock ‘n Roll, ‘Omdat het leuk is’

19-02-2016 17:04

Met de stad op zo’n beetje elk internationaal lijstje, is Rotterdam weer helemaal terug. Een van de symbolen -in ieder geval in de pers- van die geslaagde ‘nieuwe hipheid’ van de stad is Schorem, de barbershop aan de Nieuwe Binnenweg. De zaak is bekend van zijn strikte ‘alleen mannen’ beleid en bestaat inmiddels vijf jaar. Tijd voor een nieuw feestje. Om te zien hoe de eigenaars zelf eigenlijk tegen hun plek in de stadshistorie aankijken bezoek ik ze voor een interview.

In een opslagruimte vol met pomade en t-shirts spreek ik Leen, die me direct een biertje aanbiedt. Hij gaat, voor we afdalen naar de opslagruimte, de wachtende mannen nog af: of ze ook iets willen drinken? Aan klandizie geen gebrek, te zien aan de rij.

Een barbershop; wel even iets anders dan een kapperszaak

We spreken samen over zijn zaak, compagnon Bertus heeft verstek moeten laten gaan wegens andere verplichtingen in de week voorafgaand aan hun grote feest, het festival Scumbash. “Het is een barbershop, hè, dat is wel iets anders dan een kapperszaak”, verbetert hij me al snel. “Kijk; een barbershop dat is natuurlijk alleen voor kerels. Wij doen ambachtelijk werk, dat betekent dat wij de hele dag exact hetzelfde doen, waardoor dat je heel goed wordt in iets”.

Op die manier kan Schorem zich helemaal toeleggen op een manier van werken, en dat perfect beheersen. Daar ligt volgens Leen het onderscheid met een kapper, die verschillende soorten stijlen doet, en vaak unisex werkt.

Schorem Barbier Rotterdam ANP-1000_35489523

Succes, omdat het niet ‘hoeft’

“We zijn allebei gewoon begonnen als herenkapper, maar daar kon je destijds je geld niet mee verdienen. Dan zijn we de dames er bij gaan doen. Maar we hadden wel altijd het idee van, uiteindelijk willen we gewoon in een barbershop een beetje de gasten knippen uit de buurt”. Hebben ze dan bereikt wat ze dan altijd al hadden willen bereiken? “Eigenlijk wel!”

‘Gewoon een beetje de gasten uit de buurt knippen’

Leen kijkt veelbetekenend en merkt op, “Maar zo werkt het natuurlijk niet!”. Willen ze dan meer? “Het is niet zo dat we meer willen, helemaal niet zelfs”. Bijna verontschuldigend legt Leen uit dat de twee nu eenmaal rasondernemers zijn, “We doen gewoon dingen die we leuk vinden, ongeacht of dat nu een succes is of niet. En heel veel van die dingen worden een succes. Maar dat komt denk ik omdat het niet hoeft, het heeft geen doel, dat vinden we er later wel bij. Gewoon alleen omdat we het leuk vinden”.

Het is niet zo dat ze daarmee nu zomaar overal instappen, “Ik ben ook wel de ondernemer van de twee hoor, ik probeer alles wel af te dekken. We hebben de zaak, de school, en ons product. Dus als eentje even niet zo lekker loopt. Maar het is niet zo dat we dat moeten doen”. Met deze zaak, hebben ze voor die aanpak gekozen, iets gaan doen wat ze leuk vinden. “Toen we open gingen, dachten we ‘Oh, er moeten ook nog klanten komen!’”.

One day of pure goddamn rock ‘n roll

Dit weekend is het festival Scumbash, “One day of pure goddamn rock and roll”. De derde editie van het festival en een tegelijk een feestje om het vijfjarig bestaan van Schorem te vieren. Dat festival blijkt gestart vanwege het succes van de zaak. “We wilden een feestje geven vanwege ons driejarig bestaan”. Met het feest wilden ze de trouwe klanten tegemoet komen. Die moesten ineens in lange rijen staan, nadat Schorem al snel dé bekende barbier uit Nederland werd. Een ‘sorry’ voor het succes van de zaak, met bands en een sfeer die Leen en Bertus daar zelf wilden hebben. Dat plan liep dus al snel uit de hand en zo kwam er een echt festival.

Omdat ze net op Paaspop hadden gestaan, waren “die jongens” van die festivalorganisatie een logische partner om een feestje te organiseren in Rotterdam. Daarmee ging het oorspronkelijke plan van drie bandjes overboord, en werden het er 18 in de Van Nelle fabriek. Het is een ander voorbeeld van hoe “doen wat je leuk vindt” al snel kan uitmonden in een serieuze onderneming, die ook nog eens succesvol is.

‘Als zo’n klein kutkapperje zelf een festival kan organiseren, waarom kan iemand anders dat dan niet?’

Is Rotterdam wel festivalpubliek? “Het is niet echt festivalpubliek, maar mensen komen uit heel Nederland, Duitsland. Dit jaar komen er mensen uit Zweden, Japan uit Amerika. Ook veel barbers”. Met Scumbash zette de barbier zomaar ineens een nieuw festival neer in Rotterdam. Over die trots, “Het is leuk dat er in de gemeenteraad ook wel over geluld wordt. ‘Als zo’n klein kutkappertje zelf een festival kan organiseren, waarom kan iemand anders dat dan niet?’”.

“Er wordt wel altijd gescholden van ‘Dat kan allemaal niet!’, maar blijkbaar kan het dus wel. Het wordt je moeilijk gemaakt, in Rotterdam, met regeltjes, en het valt elk jaar weer in een andere deelgemeente. Maar ja, als het makkelijk zou zijn, dan zou iedereen het doen!”. En inderdaad, het kan dus wel, al drie jaar een festival in de stad opzetten, “Het blijft bij heel veel mensen een beetje bij lullen”.

Rotterdam op de kaart

Het is misschien een soort droom bijna, een zaak, en dan nodig je nog wat bandjes uit die je zelf leuk vind? “Absoluut. Ik moet me ook realiseren dat ik hier sta en dat het bezig is, anders vergeet je het”.

Over hun plek in de stad, Rotterdam, vertelt Leen, “We nemen dat wel mee. We zullen nooit zelf een zaak in een andere stad beginnen. Wat wij doen is echt gerelateerd aan Rotterdam”. Mede daarom blijft ‘het feestje’, het festival Scumbash, in Rotterdam. “Maar het is ook heel leuk dat de Van Nelle fabriek er heel blij mee is dat ze ons hebben, dat ze er trots op zijn”.

‘Ik zou ook niet willen dat het zoals in Amsterdam zou zijn’

Op het festival proberen ze dat Rotterdamse ook uit te dragen, met de mensen die er staan. Inkstitution staat er te tatoeëren, en in het aanbod van eten willen de mannen Rotterdamse ondernemers vinden, Hans Worst staat er bijvoorbeeld. “Zo proberen we dat Rotterdam ook wel echt te implementeren in dat festival”.

De stad heeft inmiddels op alle lijstjes gestaan, qua toerisme. “Maar ik moet zeggen, dat ik daar niet zo veel van merk hoor. Jij wel?”, vraagt Leen opgewekt. “Ik zou ook niet willen dat het zoals in Amsterdam zou zijn. Dan word je volgens mij ook gek”.

‘Een barbier hoort niet op het podium te staan’

Met de zaak, de eigen producten zoals de pomade, een ruimte vol shirts en een eigen opleiding kan Schorem wel even vooruit. En dan nog een festival. Hoe veel groter kan het worden, en waar stopt het? Ik vraag me af waar de twee volgend jaar nog mee komen, en tenslotte hoe zij hun toekomst voor zich zien, al laat het zich raden dat dat misschien is “Doen wat we leuk vinden”.

In een eerder interview liet Leen zich eens ontvallen dat je je wel bewust moet zijn van dingen die nu eenmaal voorbij gaan. Kan het idee van de barbershop weer over zijn? “Nee! Het idee van de barbershop bestaat al tweeduizend jaar. Weet je wát een trend is geweest? De unisex kapper, dat heeft maar 60 jaar bestaan. Geef mij een goede reden waarom een gast weer terug zou gaan naar de kapper”.

“Wij vinden eigenlijk, ‘Een barbier hoort niet op het podium te staan’. Maar omdat we blijkbaar zoveel mensen inspireren, doen we het toch”. Leen lacht, en verklaart de gang naar dat ‘podium’, “Als jij een telefoontje krijgt uit Australië, of je daar een showtje wilt doen, dan ben je natuurlijk de grootste lul als je ‘nee’ zegt”.

Schorem Barbier Rotterdam ANP-1000_30396488

 

Scumbash, one day of pure goddamn rock ‘n roll, is morgen in de Van Nelle fabriek, Rotterdam. Op het programma staan onder andere Turbonegro, Slapshot, Batmobile en GBH.