De Partij voor de Vrijheid van Geert Wilders bestaat 10 jaar. Een reden om te vieren? Welzeker. Geert Wilders en de PVV hebben Nederland en omstreken danig beïnvloed. En ze blijven dat doen. Als vreemde eend in de bijt pleit de PVV als enige voor wat broodnodig is om het Avondland te redden van de ondergang. Met de huidige koers stevenen we immers af op een instabiel en armzalig Eurabië onder het juk van de dictatoriale EU, met burgeroorlogen tot gevolg.
Februari 2011. Nadat ik een aantal jaren werkzaam was geweest als ingenieur bouwkunde, ging geen droom in vervulling: ik ging aan de slag als beleidsmedewerker Sociale Zaken en Werk voor de PVV van Geert Wilders (6 september 1963, Venlo). De PVV was alles wat ik wilde: anti-establishment, het eigen volk en de eigen cultuur op de eerste plaats, voor de soevereine natiestaat, voor Europa, voor vrijheid en de democratische rechtsstaat – en dus tegen immigratie, tegen de cultuurrelativistisch-multiculturele samenleving, tegen de islam(isering) en tegen de EU en de euro (en pro-Israël).
Ik verhuisde dus naar Den Haag, begon te werken voor de PVV in de Tweede Kamer, het hart van de Nederlandse politiek. Ik leerde er in no time de politieke stiel. Het was een unieke tijd en dito ervaring, ook omdat de PVV op dat moment een minderheidskabinet bestaande uit VVD en CDA (Rutte I) gedoogde. In Nederland bestaat (formeel) geen cordon sanitaire, en ook een cordon médiatique is er niet of alleszins véél minder dan in Vlaanderen. Niet-neutrale media die beweren neutraal te zijn, bestaan er natuurlijk wel (denken we bijvoorbeeld aan NRC Handelsblad), maar ook dat is beduidend minder voelbaar dan in Vlaanderen, onder meer omdat het medialandschap er breder en (dus) diverser is en omdat er simpelweg een zakelijkere cultuur heerst dan in het incestueuze mainstream mediawereldje bij ons, dat zich eerder als activistische bewaker van de cultuurmarxistische tijdgeest gedraagt dan als waarheidsvinder en verslaggever. Vlaamse media blijven Wilders’ PVV dan ook hardnekkig brandmerken als ‘extreemrechts’ wat, zoals ook de Vlaamse auteur Geert Van Istendael weet, potsierlijk is.
Tweede Kamerlid Geert Wilders splitste zich in 2004 af van de liberale VVD-fractie en ging tot 2006 verder als ‘Groep Wilders’. Op 22 februari 2006 registreerde hij de ‘Partij voor de Vrijheid’ bij de Kiesraad met het oog op de Tweede Kamerverkiezingen in november 2006. Zijn afscheid van de VVD typeerde Wilders ten volle: hij wilde zijn eigen ideeën volgen en niet die van de fractie, en die begonnen steeds verder uit elkaar te liggen. Wilders wilde met andere woorden zélf baas zijn en zijn eigen identiteit en ideeën vrij en soeverein ontplooien. Meer bepaald was het zijn pamflet ‘RECHT(S) op je doel af’, waarin o.m. werd gepleit voor strengere straffen, het uitzetten van radicale imams en het weren van Turkije uit de EU, dat tot de breuk met de VVD leidde. Deze zogenaamd ‘rechtsere’ koers zette hij voort met Groep Wilders. In de aanloop naar het referendum over de Europese Grondwet in 2005 voerde Wilders campagne voor een ‘nee’-stem, en met succes: de meerderheid van de Nederlanders stemde ‘nee’ (maar helaas werd hun stem door de regering genegeerd).
In 2006 zette Wilders meteen de toon van de PVV door naar de kiezer trekken met o.a. het opvallende programmapunt dat artikel 1 van de Nederlandse Grondwet (verbod op discriminatie) moet worden vervangen door een artikel waarin ‘de dominantie van de joods-christelijke en humanistische traditie en cultuur’ wordt vastgelegd. Want ‘Nederlanders moeten weer trots worden op hun cultuur’, aldus Wilders. Discrimineren betekent eigenlijk ook niet meer dan ‘onderscheid maken’ en kiezen – iedereen doet het elke dag, en het is broodnodig om onze fantastische, vrije cultuur te kunnen behouden. De PVV behaalde direct 9 zetels, een bijzondere prestatie.
Na de EU-verkiezingen in 2009 werd de PVV de op een na grootste Nederlandse partij, met 4 zetels in het Europees Parlement (dat werden er 5 na het Verdrag van Lissabon). De warme gevoelens voor een onafhankelijk Vlaanderen en een Groot-Nederland zette de PVV in de verf door op 16 mei 2009 aan toenmalig premier Balkenende (CDA) te vragen om actief mee te werken aan de opheffing van de Belgische staat, onder meer door het sturen van een aparte ambassadeur naar Vlaanderen. PVV-Kamerlid, auteur en Groot-Nederlander Martin Bosma, die Wilders reeds bijstaat vanaf het eerste uur in 2004, was een van de drijvende krachten.
Na de Tweede Kamerverkiezingen van juni 2010 brak de PVV helemaal door met maar liefst 24 zetels op 150 (derde partij). In september 2010 sloten het CDA en de VVD naast een gezamenlijk regeerakkoord ook een zogenoemd gedoogakkoord met de PVV. Daarnaast werd afgesproken dat de PVV de regeringscoalitie niet mocht laten vallen op de punten in het regeerakkoord. Wilders liet in het gedoogakkoord punten opnemen uit het verkiezingsprogramma van de Deense Volkspartij, die ook gedoogsteun leverde aan regeringscoalities. In 2011, het jaar waarin ik voor de PVV begon te werken, kreeg de partij voor het eerst vertegenwoordigers in de Eerste Kamer (Senaat), met 10 zetels op 75. (vierde partij, onder leiding van talent Machiel De Graaf).
Op 21 april 2012 maakte de PVV een eind aan de gedoogconstructie omdat Wilders niet wilde instemmen met nieuwe miljardenbezuinigingen die met name de ouderen zouden treffen. VVD en CDA wilden met deze besparingen voldoen aan de EU-eis van een begrotingstekort van maximaal 3 procent (Maastrichtnorm). Wilders vond dat de ouderen in Nederland niet moeten bloeden om aan de dictaten van de EU te voldoen, en dus trok hij de stekker eruit. Velen noemden dat onverantwoordelijk, maar het was een puur principiële daad volledig in lijn met fundamentele PVV-standpunten. ‘Partijen als het CDA verkopen hun moeder nog voor de macht,’ zegt Wilders – de PVV niet. Na de verkiezingen van september 2012 ondervond Wilders de ijzeren wet dat wie een regering laat vallen, wordt afgestraft. De PVV belandde met 15 zetels in de oppositie.
Met het verkiezingsprogramma ‘Hún Brussel, óns Nederland’ werd de PVV meer dan ooit een anti-EU- en anti-europartij die strijdt voor een vrij en soeverein Nederland. Met hand en tand probeerde Wilders duidelijk te maken dat voor échte verandering, op welk terrein ook maar met name op het gebied van immigratie, eerst het juk van de EU en de euro moet worden afgeschud. Zo liet hij een onderzoek uitvoeren waaruit blijkt dat de euro welvaartsverlies betekent en dat een terugkeer naar de gulden een zegen zou zijn voor de Nederlandse economie. Wilders: ‘De euro is geen geld, maar kost ons geld.’
Na in september 2012 in de oppositie te zijn beland, had Wilders verklaard zich ‘keihard’ te zullen gaan verzetten tegen het ‘vreselijke beleid’ van het kabinet-Rutte II, de huidige paarse regering bestaande uit VVD en PvdA. Dat verzet werpt vandaag vruchten af: in peilingen is de PVV de grootste partij met minstens 40 zetels, terwijl het kabinet nog amper 30 zetels haalt. In hoeverre Wilders dat enorme potentieel in 2017 zal kunnen verzilveren, hangt in grote mate af van de kiesopkomst. Verder blijkt uit onderzoek dat de mensen die op de PVV stemmen steeds meer een brede afspiegeling zijn van de Nederlandse samenleving. De reden hiervoor is evident: net zoals de Belgische slaagt de Nederlandse regering er niet in om met name wat de asielcrisis betreft de meerderheid van het volk, die een asielstop wil, te bekoren. Ook speelt de Nederlandse Euroscepsis in de context van de Brexit-perikelen een rol. In de zomer van 2015 werd bekendgemaakt dat de PVV een EU-fractie vormt samen met o.m. mijn partij, het Vlaams Belang, Front National en FPÖ: de fractie ‘Europa van Naties en Vrijheid’. ENV is overigens medeorganisator van het colloquium ‘Vrijheid’ op 4 maart a.s., waar Geert Wilders hoofdspreker is.
Los van de PVV is er natuurlijk het fenomeen Geert Wilders, die als geen ander fundamentele islam- en EU-kritiek op de kaart blijft zetten, en dit over de grenzen van Nederland heen. In feite is hij een leidende internationale ster op het vlak van islamkritiek. In 2008 bracht hij de islamkritische film ‘Fitna’ (Arabisch voor ‘verleiding’, ‘beproeving’) uit, en in 2012 publiceerde hij ‘Marked for Death. Islam’s War Against the West and Me’, een steengoed boek en een oerdegelijk islamkritisch werk. Omdat Wilders de ongemakkelijke waarheid vertelt, is hij niet geliefd bij het establishment: in 2009 werd hem, alsof hij een terrorist of haatimam is, de toegang tot het Verenigd Koninkrijk geweigerd; Wilders had moeilijkheden om aan een visum voor Australië te geraken; in oktober 2010 startte in Nederland een proces tegen Wilders, maar na een langdurige en ophefmakende juridische strijd werd hij uiteindelijk vrijgesproken van ‘het beledigen van moslims en het aanzetten tot haat en discriminatie’. Binnenkort moet hij in Nederland opnieuw voor de rechter verschijnen, wegens zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak. Ook in Oostenrijk zal Wilders wellicht worden vervolgd wegens het geven van zijn mening over de islam (op een congres van de FPÖ).
Alleen al het feit dat Wilders al meer dan tien jaar een van de zwaarst beveiligde mensen op aarde is, met name omdat hij een uitgesproken mening heeft over de islam, geeft aan dat we te maken hebben met een uitzonderlijke man. Mensen begrijpen allicht te weinig wat zijn tot op de minuut geplande leven precies inhoudt en wat dat doet met een mens. De brievenbus legen of autorijden is er voor Wilders niet bij, en een avondje bioscoop is een uitzonderlijke opgave. Wilders is simpelweg een oersterke persoon, zowel fysiek als mentaal; hij is iemand van het kaliber Eddy Merckx, maar dan in de politiek. Meer dan wie ook beseft Wilders dat onze vrije cultuur hét fundament is waarop ons huidige unieke welvaarts- en beschavingsniveau rust. Geert Wilders is dan ook een vrijheidsstrijder pur sang. Dat kom naar voren in de anti-islamstrijd die hij internationaal voert, alsook in talloze PVV-standpunten, -acties en –campagnes, niet het minst inzake de EU en de euro.
In een opiniestuk dat partijleider Wilders in 2010 schreef en dat iedereen moet lezen, stelde hij:
“De islam ontneemt moslims hun vrijheid. Dat is jammer, want vrije mensen zijn in staat tot grote dingen, zoals de geschiedenis heeft geleerd. De Arabische, Turkse, Iraanse, Indiase, Indonesische volkeren hebben een enorm potentieel. Als ze niet de gevangenen van de islam zouden zijn, als ze zich konden bevrijden van het juk van de islam, als ze Mohammed niet meer tot rolmodel zouden nemen en zich zouden ontdoen van de duivelse Koran, dan zouden ze in staat zijn tot grote dingen, niet alleen ten bate van zichzelf, maar van de hele wereld.”
Wie kan het daarmee oneens zijn? Het typeert de blonde Limburger ten volle. In mijn inleiding voor de islambundel die mijn vader en ik publiceerden, schreef ik als commentaar: ‘Het zou een citaat kunnen zijn van een groot filosoof (…).’
Is de PVV op sociaaleconomisch vlak niet te links geworden – een kritiek die men weleens hoort en waaruit het afgescheurde VNL (Voor Nederland) is ontstaan? Ach, er zijn wel fundamentelere katten te geselen dan het afbouwen van de pamperende verzorgingsstaat, al zou dat op termijn inderdaad een weerbaardere samenleving tot gevolg hebben. Maar in een tijd dat belastinggeld door ramen en deuren naar buiten wordt gesmeten, met name voor asiel en immigratie, de EU, de euro, ontwikkelingshulp, riante bestuurderssalarissen, linkse (klimaat)hobby’s enzovoort, kun je onmogelijk gaan instemmen met besparingen die de gewone man en vrouw van het eigen volk – Wilders heeft ze ‘Henk en Ingrid’ genoemd – treffen.
Hoge bomen vangen veel wind: overal waar Wilders komt is er controverse of ophef, en dat leidt tot nadenken, argumenteren, redeneren, discussie en debat. Is dat niet prachtig en verrijkend? Is dat niet waar het eigenlijk allemaal om gaat? Wilders’ repertoire, waaronder enkele neologismen: ‘kopvoddentax’, ‘Doe effe normaal man’, ‘Minder Marokkanen’, ‘nepparlement’, ‘kom in verzet’, ‘tuigdorp’, ‘bedrijfspoedel’, ‘woestijngodsdienst’, ‘miezerig mannetje’, ‘de islam is een achterlijke cultuur’, ‘linkse hobby’s’, ‘schoothondje’, ‘de Koran is een fascistisch boek’, ‘klimaatwaanzin’, ‘u kunt allemaal de boom in’, ‘testosteronbommen’, ‘islamitische tsunami’, … Laatst, op 21 december 2015, toen Wilders de schuld kreeg van gewelddadige protesten tegen asielzoekerscentra (terwijl hij herhaaldelijk zegt dat verzet geweldloos moet zijn), twitterde hij: ‘Politiek en pers kunnen de rambam krijgen. Neem zelf lekker afstand van jullie lafheid en verraad van Nederland aan de islam. Sukkels.’
Wilders domineert het debat, zoekt grenzen op, daagt uit, zet mensen aan het denken. Hij is een raspoliticus, topdebater en redenaarstalent. Dat laatste zette hij meer dan ooit in de verf met zijn sublieme toelichting bij zijn ‘Minder Marokkanen’-uitspraak in 2014 waarmee hij, op een moment dat belangrijke mensen waaronder vertrouwelingen hem de rug toekeerden en zijn partij het bijzonder moeilijk had, iedereen wegblies. Het Nederlands Debat Instituut (in samenwerking met de Universiteit Leiden) riep Geert Wilders in september 2015 nog uit tot de beste debater van de Algemene Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer, en daarmee tot winnaar van de Debatprijs 2015.
Nog in 2015 werd Geert Wilders in de grote publieksverkiezing van EenVandaag met een kwart van de stemmen uitgeroepen tot Politicus van het Jaar 2015. Een stemmer: ‘Als enige politicus heeft hij oog voor de zorgen die veel Nederlanders hebben over asielzoekers.’ Alsook: ‘Door iedereen verguisd en als racist weggezet maar ondertussen zijn veel voorspellingen uitgekomen én neemt politiek Den Haag veel van zijn standpunten over om de kiezer terug te halen.’ En: ‘Ik ben het niet altijd eens met zijn toon, maar de rest houdt zich vaak stil en dat is nog erger.’
Tegelijkertijd kroonde de Nederlandse pers VVD-staatssecretaris van Veiligheid en Justitie Klaas Dijkhoff tot Politicus van het Jaar 2015: ‘Hij wordt vooral geroemd vanwege zijn optreden als nuchter en koelbloedig manager van de vluchtelingenstroom. Hij bewaart rust op een licht ontvlambaar dossier en blijft weg van populistische stoerdoenerij, zeggen journalisten.’ ‘Populist’ Wilders eindigde dan ook pas op plek 7 met slechts 8 punten, tegenover 86 voor Dijkhoff. De kloof tussen het veld en de (quasi-)elite, tussen de Volksstraat en de Wetstraat, tussen Henk en Ingrid enerzijds en het establishment anderzijds, wordt er niet kleiner op.
Dat een recent onderzoek van ‘EenVandaag’ naar aanleiding van 10 jaar PVV laat zien dat Wilders ‘ook onder de achterban van andere partijen respect oogst voor zijn optreden’, is dan ook belangrijker en veelzeggender dan men wellicht zou denken. Waar hij vaak wordt aangepakt op ‘de tóón’ die hij hanteert, overheerst zijn heldere boodschap en appreciëren mensen zijn consequentheid, onverzettelijkheid en authenticiteit. Overigens wijst Wilders er ook terecht op hoezeer men selectief verontwaardigd is: wél over zijn toon en uitspraken, maar níet over die van andere politici. Wilders weet allicht van zichzelf dat hij steengoed is: hij heeft een zekere mate van arrogantie en narcisme. Et alors? Op die eigenschappen heeft hij, zeker in de politiek, absoluut geen patent.
Een van de vele krantenartikelen naar aanleiding van 10 jaar PVV is getiteld: ‘PVV: Tien jaar sarren in de Tweede Kamer’. We lezen: ‘Wilders is een treiterkont. Een pestkop. Hij weet precies hoe hij de Kamer op stang jaagt.’ Talloze politici, academici en journalisten – ‘de elite’ – verafschuwen wat Wilders zegt en hoe hij zegt en, de Gutmensch uithangend en het morele krukje bestijgend, lopen ze daar ook bijzonder graag mee te koop – we denken aan Peter R. De Vries, maar een recent schoolvoorbeeld was de potsierlijke Dolf Jansen tijdens het even potsierlijke Correspondents’ Dinner. De grote verdienste van Wilders is dat hij deze lichtzinnige (quasi-)elites telkens opnieuw uit hun (elitaire) comfortzone haalt. Velen willen hem dood en de dagelijkse stroom doodswensen en -bedreigingen, zowel uit islamitische als linkse hoek, stemt bijzonder triest over de samenleving. In mei 2015 probeerden jihadisten een aanslag te plegen op een Mohammedcartoonwedstrijd in Texas waar Wilders een toespraak hield.
Valt er dan geen kritiek te leveren op Wilders en zijn partij? Zeker, maar dat doen oikofobe mainstream media voortdurend met zoveel passie en overgave, op zo’n disproportionele en vaak leugenachtige wijze, dat ik geen duit in dat zakje ga doen. Daarvoor is de goede strijd te belangrijk. Bovendien: de kritiek die ik zou kunnen leveren, is totaal irrelevant en verbleekt bij de staat van dienst van Geert Wilders en zijn partij. Ook wie het niet met hem eens is, zou moeten beseffen dat Wilders’ bijdrage aan onze – weliswaar danig afkalvende – vrije, democratische rechtsstaat amper is te overschatten.
De vaak gehoorde kritiek dat de PVV een ‘ondemocratische’ ‘eenmanspartij’ is met ‘onhaalbare voorstellen’, moet het gebrek aan ware inhoudelijke tegenargumenten verbergen. Het zijn niet meer dan pogingen om de aanzwellende tsunami aan cijfers en feiten die Wilders gelijk geven en die de vastgeroeste dogma’s – waar de traditionele politiek al decennia de samenleving mee vergiftigt – naar de prullenbak verwijzen, te overstemmen. Het zijn krampachtige stuiptrekkingen om de oude ‘weg met ons’-Gutmenschenpolitiek, die zijn tijd al lang heeft gehad, te proberen in het zadel te houden.
De figuren die, ook nu weer naar aanleiding van 10 jaar PVV, van de gelegenheid gebruik maken om zich (wederom) als nuttige idioten voor het karretje van het establishment te laten spannen door slecht te spreken over Wilders en de PVV, en daarbij doorgaans niet verder komen dan geroddel en geneuzel over de interne partijkeuken en bovendien niet zelden blijk geven van jaloezie op Wilders’ talent en succes, bewijzen dat ze Wilders niet waard zijn. Immers: in essentie heeft Geert Wilders, die zoals eenieder uiteraard niet vrij is van gebreken, zijn eigen vrijheid opgeofferd om voortdurend die van ons en onze cultuur te verdedigen. Volgens mij maakt dat je tot een held.