Ondanks een verdubbeling van het aantal raadsleden dat zich weleens bedreigd voelt, blijft het aantal aangiften laag. In september 2015 werd 13 procent bedreigd, nu geldt dat voor 26 procent. Slechts één op de vijf doet aangifte, meldt vakblad Binnenlands Bestuur op basis van een onderzoek van het Perikles Instituut, Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid (CCV) en de Vertrouwenslijn. De stijging komt vooral door de mogelijke komst van asielzoekerscentra.
Een belangrijke reden om geen aangifte te doen is omdat ze vaak op onbegrip stuiten bij de politie, meldt EenVandaag. Ook de gemeenten zelf hebben vaak geeneens een protocol voor bedreigingen. De bedreigde raadsleden vinden de bedreigingen dan ook al snel ‘bij het werk horen”. Een andere belangrijke reden om geen aangifte te doen, is dat raadsleden zich daar niet veilig bij voelen.
Bij verbale agressie en scheldpartijen via social media wordt sowieso bijna geen aangifte gedaan. Alleen bij vernieling van persoonlijke spullen en bij bedreiging van familieleden doen raadselden wel aangifte.
In vier gemeenten werden raadsleden bedreigd door collega’s.
Raadsleden die voor 2002 al actief waren doen 40 procent vaker aangifte dan mensen die later in de raad kwamen.
De Nederlandse Vereniging van Raadsleden hield eerder dit jaar een enquête onder 2600 respondenten. Daaruit bleek dat 7 procent van de gemeenteraadsleden overweegt te stoppen vanwege de agressie waarmee ze te maken krijgen. Minister van Binnenlandse Zaken Ronald Plasterk riep toen op om in alle discussies het verstand erbij te houden.
Anp/tpo