Over Keulen zijn al veel dingen geschreven, door veel mensen. Na het wegtrekken van de stofwolk is het zaak dat de gebeurtenissen in een historische context geplaatst worden. In Keulen: Kalifaat Light en de fallout van een conflict trachten verschillende schrijvers en commentatoren met allerlei perspectieven die historische context nu al, slechts weken na de gebeurtenissen, in kaart te brengen.
Heel Europa reageerde geschokt en verontwaardigd op de gebeurtenissen in Keulen. Wie niet té politiek correct was kon echter weten dat een grote instroom van mannen uit een vreemde, veel minder vrouwvriendelijke cultuur uiteindelijk wel tot een ontploffing móest leiden. De islam wordt daarbij vaak aangegrepen als drijfveer: Wim Couwenberg wijdt zelfs heel zijn bijdrage aan de politieke islam.
Hoewel de islam een belangrijk deel van de culturele roots vormt van de aanranders is het te makkelijk om alleen dat aspect te bekijken: handtastelijke Arabische jongeren (al dan niet met een slok op) zijn geen bewuste agenten van de politieke islam. Het is een diepere culturele botsing waarbij wij onze positie veel te veel als ‘normaal’ beschouwen. Vrouwen hebben in onze huidige samenleving niet alleen het recht zich te kleden zoals ze willen: ze komen er ook mee weg. Als een aantrekkelijke jongedame in weinig verhullende kleding over straat loopt gaat de brave westerse jongeman echt niet lullig tegen haar doen. Deze vrijheid is zonder meer een groot goed, maar hij is wel erg kwetsbaar: in tegenstelling tot westerse mannen zijn vluchtelingenmannen zijn niet gepacificeerd.
Is hun gedrag “normaler” dan dat van de westerse mannen? Keulen heeft feminisme stiekem een spiegel voorgehouden. In deze spiegel wordt door bijna niemand gekeken: rechts gooit de problematiek op de islam en de achterlijkheid van de Arabische cultuur, links gooit het op de inherente neiging van mannen om vrouwen aan te randen. Wie wél in de spiegel kijkt ziet twee dingen: ten eerste dat de vrijheid om je weinig verhullend te kleden flinterdun is en ten tweede dat de westerse man ook zijn handen thuislaat wanneer hij er juist vrouwen mee kan helpen. In het boek zijn het Sid Lukkassen en Esther van Fenema die in de spiegel kijken. Van Fenema vat het gevoel goed samen in een citaat dat ook in het stuk van Lukkassen wordt overgenomen: ‘’Veel Nederlandse mannen zijn door decennialang pais en vree geëvolueerd tot testosteronluwe exemplaren die vooral opgewonden raken van een wijnproeverij, hobo-les en een cursus mindfulness. Het assertieve wijfje kleineert deze Jumbo-man maar al te graag, terwijl hij geschrokken opkijkt en prevelt ‘sorry schatje, zo had ik het echt niet bedoeld’’’.
Wat het historische perspectief van Keulen: Kalifaat Light compleet maakte waren de bijdrages van Salima el Musalima, een vrouwelijke imam die geen hoofddoek draagt. De meeste mensen zullen dat aan alle kanten paradoxaal vinden, maar ze is deel van de soefi-islam: een deel van de islam dat er een liberale, zeer op het spirituele gefocuste uitvoering op na houdt. Ze bezoekt Parijs om daar, na de aanslagen in november, in de Grote Moskee te bidden voor de stad. Ze wordt niet buitengesloten door autochtone Fransen, maar juist door medemoslims, die haar weerstand tegen de hoofddoek en claim een imam te zijn belachelijk vinden en haar buitensluiten: ‘’Ze vroegen me wie ik was en wat ik zocht. ‘’Ik ben een vrouwelijke imam en ik ben naar Parijs gekomen om in de Grande Mosquée te bidden en de mensen van Parijs te steunen,’’ zei ik. De geblondeerde, jonge vrouw zonder hoofddoek en met een geel veiligheidsvest begon sadistisch te glimlachen. ‘’Vrouwen kunnen geen imam zijn,’’ antwoordde ze sarcastisch’’.
El Musalima belandt in een wanhopige strijd voor rechtvaardige behandeling, en uiteindelijk wint ze die: ze krijgt de erudiete imam van de Grote Moskee te spreken die haar hoop geeft voor een islamitische renaissance, iets waar de soefi’s al eeuwen voor strijden. In een later hoofdstuk beschrijft ze in zeer concrete voorstellen hoe de islamitische wereld zichzelf moet herstellen. Dit doet ze met een bijna eindeloos optimisme. Zo bepleit ze dat naar Europa geëmigreerde moslims, aangestoken door de Europese vrijheden en cultuur, terugkeren naar de Arabische wereld: ‘’De Arabische wereld moet worden blootgesteld aan nieuwe ideeën: verlichtingsidealen.’’
En daarmee is de cirkel rond. Het historisch perspectief op Keulen is geen eenduidige gebeurtenis maar een accumulatie van misstanden: de vervreemding tussen man en vrouw, het falende immigratiebeleid in Europa en de middeleeuwse opvattingen van de islam. Het is te hopen dat Keulen mensen definitief heeft wakker geschud om deze problemen structureel aan te gaan pakken. Zo’n aanpak is niet alleen de enige manier om een nieuw Keulen te voorkomen, maar ook het pad naar verbetering voor zowel de westerse als de islamitische beschaving.
Perry Pierik, Keulen: Kalifaat Light en de fallout van een conflict (Soesterberg, uitgeverij Aspekt 2016). ISBN 9789461539403. €14,95.