Nu de isolatie van het continent dreigt vanwege een mogelijk nakende Brexit, moeten we nog maar snel wat klassieke Britse schichten doen. Om de entente cordial niet in gevaar te brengen steken we Frans in. Eens was er een reclame voor een cognac. Deze werd aangeprezen door een inmiddels vergeten BN’er. Hij prees dit noeste, edoch door snobs als armoedig ervaren Joseph Guy edelvocht aan met de woorden “Een eerlijke Franse cognac”. Nou, zo eentje is de GT6 ook. Aan de overkant werd de GT6 echter wel eens omschreven als een “Poor man’s E-type”. Dan klinkt kleintje E-type toch iets vriendelijker.
En je kreeg ook behoorlijk soepel vloeiend lijnenspel. Afgekeken van de altijd open Spitfire (fantasie: Michelotti), maar nu immer dicht. Dat zit zo. Vanwege het Kanaal hebben er nooit drie wijzen het eiland bereikt, dus blijven de Britten hardnekkig dingen op hun eigen rare manier doen. Dan kan het dus gebeuren dat je in 1962 de Spitfire krijgt om open in te zijn, en in 1966 de GT6 om dicht in te blijven. ‘And never the twain shall meet’. Behalve bij schuurtjesmensen dan.
Zij doen niet geheel onlogisch zelden een Spitfire motor-swap voor een GT4 creatie, maar wisselen omgekeerd om tot een ‘Spit-6’ te komen. Wel zijn er perverse schuurbevlekkers die zich overgeven aan interraciale transmutaties.
Mk II (foto: wiki commons, upload van Akela NDE)
Kom je dichterbij zo’n GT6 zie je dat het lijnenspel hier en daar verstoord wordt. Door armoedig ogende opstaande lasnaadrandjes waar camouflerend chroom op geperst is. Deze lelijke slordigheid werd pas kort voor de dood van het type in de Mk III vanaf 1970 weggepoetst. Althans, aan de voorkant.
Wat wel het hele korte leven meeging was de 1998 cc zescilinder voorin. Behalve het aantal cilinders is er helaas weinig E-type in dit blok te vinden. Het is om te beginnen geheel uit de ijzertijd. Waar het E-type XK blok door een heilige gezegend werd met dubbele bovenliggende nokkenassen in een aluminium kribbeke, scheen een mijnwerker met een kolenlamp Triumph bij voor eenvoudige stokjes die vanuit de diepte de kleppen bovenin aanrammelden.
Mk III (foto: wiki commons, upload van Adrian Pingstone)
Transgender (foto: wiki commons, upload van serenity)
In den beginne tevreden met 95 pk bij 5000 tpm gaven de Mk II en Mk III je er 104. Waar je iets meer dan honderd mijlen snel mee kon gaan (172 km/u). Met nogal povere 0-60 (0-100) waarden, die zonder schuurtjeswerk niet onder de tien seconden zakten. En dat dan voor de vrije wereld.
Steek het grote water over in de late zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw, en je kwam onder het juk van fundamentalistische bumpermensen. Zij stelden regels op over de hoogte waarop bumpers de benen van voetgangers dienden te breken. Ze bemoeiden zich eveneens met andere schoonheid. Wat het radicaal ausradieren van paardenkrachten betekenden. Waar de GT6 erg onder leed. Sommige van deze bumperstumpers teerden op slechts 79 pk. Erg hè?
GT6 Mk I bumperoverlevende
Britse Homo horreum* in zijn natuurlijke habitat
* Volgens Google-vertalen Romeins voor schuur. Met ‘latrinas’ voor de ~tje verkleinvorm.
Titelfoto: GT6 Mk I. Foto: wiki commons, upload van Brian Snelson.