Interview

Brusselse bubbel – Lobbylessen voor beginners: wees er vroeg bij

11-03-2016 11:39

Volgens lobbyist Menno Bart is de belangrijkste lobbyles: “Als je invloed wilt, moet je vroeg in het proces zitten. Je moet bij het begin aanwezig zijn. Als er nog geen letter op papier staat, kun je heel bepalend zijn als je zegt dat ergens rekening mee gehouden moet worden. Het is veel moeilijker invloed te hebben als er al een conceptvoorstel ligt. Daar moet je dan onderdelen uit gaan slopen, maar dat kost veel moeite, tijd en politiek kapitaal. Je moet steeds beter uitleggen waarom je iets wilt veranderen. Je moet dan meer mensen tegen de haren instrijken.”

Daarmee is de belangrijkste gesprekspartner voor veel lobbyisten duidelijk: de Europese Commissie. Zij komt met voorstellen en is daarmee bepalend voor de richting. “De Commissie kan bepalen dat het een volledig bindend voorstel wordt en op welke grondslag dat gebeurt. Het kan ook juist iets vrijblijvend zijn,” meldt Menno. De Europese Commissie is geen zwart gat: “in Nederland mogen ambtenaren niet met de buitenwereld praten. In Brussel krijg je juist iedereen te spreken. Alle adressen en contactgegevens kun je vinden.”

Toch eens een onderzoek doen

“De Europese Commissie gaat natuurlijk niet iets regelen omdat jij als lobbyist vindt dat er in jouw branche een probleem is”, meldt Menno. Wel kunnen lobbyisten problemen onder de aandacht brengen. Als ze dat probleem uit allerlei hoeken horen, kan dat voor de Commissie een reden zijn het eens te onderzoeken. Hoewel ambtenaren bij de Europese Commissie rouleren en “DG’s” – ministeries – uit honderden ambtenaren bestaan, gaan vaak maar enkelen over een dossier.

Een voorstel van de Europese Commissie wordt pas een wet als zowel de Europese Raad – de lidstaten – en het Europees Parlement ermee instemmen. Ook hier is de situatie meestal overzichtelijk, weet Menno. De Europese Raad is voor kleine lobbyorganisaties het minst belangrijk. “Je moet dan 28 EU-ambassades aflopen”. Menno: “als je veel capaciteit hebt, kun je in kaart brengen welke landen lastig doen. Met hen kun je dan het gesprek aangaan. Je weet meestal wel hoe landen in zo’n dossier staan.”

Lidstaten: te veel werk én te laat

Het is niet alleen veel werk om alle lidstaten af te lopen, het is ook niet altijd zinvol: het is te laat want het voorstel is al bijna af. Als de lidstaten beïnvloed moeten worden, moet dat eigenlijk in de hoofdsteden gebeuren. Dat is wél “vroeg in het proces”. De onderhandelaars in Brussel handelen op basis van de instructies uit de hoofdsteden, dus is het zaak ervoor te zorgen dat ze de juiste instructies krijgen. Tegen de tijd dat het voorstel in Brussel ligt is het al te laat.

Uw verslaggever stribbelt tegen: de Tweede Kamer bepaalt het beleid in Nederland en vertelt de minister wat hij wel of niet in Brussel mag zeggen. De positie van Nederland bij Brusselse onderhandelingen wordt politiek bepaald, niet door onderhandelaars in Brussel. Die moeten lobbyisten toch gewoon wegsturen met de mededeling: “ik voer het Nederlandse mandaat uit?” Menno heeft er een kort antwoord op: “dat is zo, maar er is altijd ruimte want anders is er niet te onderhandelen. Het gaat erom wat de rode lijnen zijn waar onderhandelaars niet overheen mogen.”

Tot slot: een paar Europarlementariërs

En dan is het Europees Parlement nog over. Ook die komt laat in het proces. “Het Europees Parlement kan voorstellen helemaal omgooien,” meldt Menno: “op voorstellen komen al snel honderden amendementen.” In het Europees Parlement hoef je als lobbyist niet iedereen te kennen: je moet de rapporteur kennen die het dossier inhoudelijk behandeld. De fractie van de rapporteur stemt vrijwel zeker in. Andere fracties leveren schaduwrapporteurs. In totaal kaarten vijf of zes man een voorstel af. “Het gaat daarbij om de grootste fracties, met de club van bijvoorbeeld de PVV kun je niks.”

Weer stribbelt uw verslaggever tegen: Europarlementariërs zijn toch gewoon gekozen? Zij hebben niets met lobbyisten te maken. Het gaat om verkiezingsprogramma’s. Maar ook hier weet de lobbyist beter: Europarlementariërs hebben niet op alle details een standpunt bepaald en dat kan ook niet. Zij bepalen wat ze zelf de beste argumenten vinden. Ze kunnen niet op alle thema’s expert zijn. Lobbyisten leveren die informatie aan. “Dat dat selectief is, klopt”.

Dit jaar doet Chris Aalberts onder de titel Bruslog – Brusselse logica – verslag van Europese politiek in Brussel, in Den Haag en in het land. Chris is momenteel op zoek naar Nederlanders in Brussel.