“Ik lig niet wakker van mijn populariteit of het gebrek daaraan. Ik doe deze job niet om populair te zijn. er zijn zaken die voor het grote publiek onbegrijpelijk zijn. Ik besef dat ik geregeld mensen verdedig die abjecte zaken op hun kerfstok hebben, maar omdat ik vind dat iedereen recht heeft op verdediging, selecteer ik mijn cliënten niet, in tegenstelling tot sommige emo-pleiters die bij voorkeur de slachtoffers vertegenwoordigen. er is slechts één groep die ik categoriek weiger, en dat is extreem-rechts.
Er zijn regels om criminelen te straffen en die moeten gerespecteerd worden. Ik vind het ook niet leuk om een zware dealer vrij te pleiten op basis van procedurefouten of een gebrekkige wetgeving, maar het is niet aan mij om de bestaande regels te gaan ombuigen. Als we daarmee beginnen, dan leven we niet meer in een rechtstaat, maar in een politiestaat. Als de regelgeving ontoereikend is, dan is het de taak van de wetgever om daar iets aan te veranderen. Het is mijn taak om te zorgen dat de bestaande regels gerespecteerd worden, punt uit. Ik wil strijden tegen de willekeur en het machtsmisbruik.
Ik blijf het moeilijk hebben met geweld, in al zijn vormen. onze maatschappij wordt almaar gewelddadiger. kijk eens naar het nieuws en je ziet een opeenstapeling van geweld. en zelfs in het parlement wordt ontzettend veel verbaal geweld gebruikt.
Als advocaat ben je sowieso voer voor psychiaters. Je moet eigenlijk schizofreen zijn. de ene dag verdedig je een slachtoffer, de andere dag het grootste uitschot. ’s ochtends draai ik een knop om, en die gaat pas uit als ik ‘s avonds laat weer thuiskom. de hele dag heb ik geen enkele vorm van scrupules. Het is een permanente bron van stress. maar ik houd mijn privéleven en mijn beroepsleven strikt gescheiden.”
Aldus Sven Mary, advocaat van de door de islam geïnspireerde terrorist Salah Abdeslam, op de website van de Vrije Universiteit in Brussel.