Elke maand krijgt de Landelijke Eenheid van de politie ongeveer vierhonderd meldingen binnen over de vondst van beeldmateriaal van kinderporno op internet. Het aantal meldingen is meer dan verdubbeld van 2240 in 2014 naar 4908 vorig jaar, vooral vanuit het buitenland. Dit jaar zal het aantal opnieuw sterk stijgen.
Dat is de verwachting van de politie en het Openbaar Ministerie (OM) in een rapport, dat justitieminister Ard van der Steur dinsdag naar de Tweede Kamer stuurde.
De stijging komt vooral door Amerikaanse regels die internetbedrijven ertoe verplicht melding te maken van het aantreffen van strafbaar materiaal. Dat leidt ertoe dat iedere nieuwe internetdienst op de markt een nieuwe stroom meldingen oplevert. Die trend zal zich de komende jaren doorzetten, verwachten ze.
Verder is vorig jaar het aantal onderzoeken en interventies uitgekomen op 842. Dat zijn er 242 meer dan het streefcijfer van het kabinet. Dit komt onder meer doordat nu ook de eenvoudiger zaken worden meegeteld.
Het blijkt steeds lastiger voor de politie om verdachten op te sporen via een IP-adres van de computer. Dat komt omdat ze meer gebruik maken van internet via laptops, mobiele telefoons of via open netwerken of wifi-hotspots. Daarom moeten opsporingsmethoden verder worden ontwikkeld, bepleit de politie.
Van der Steur wil de (internationale) aanpak van kinderporno en kindersekstoerisme de komende jaren verder versterken.
(ANP)