Maandag reageerde Bert Vuijsje op mijn column van die dag over het komende proces tegen Geert Wilders en het eerdere proces vijf jaar geleden, in 2011. Toen werd er gesproken over ‘bloeddorstige demagogie’ en ‘vergiftiging van het publieke debat’. Sommigen legden toen ook een link met de afschuwelijke moord in Noorwegen. Ik noemde dat maandag demonisering.
Vuijsje zegt nu: “Hans Wiegel heeft ongelijk, ik heb Wilders niet gedemoniseerd”. Is dat zo? Nee, zeg ik. Vuijsje zegt dat in zijn reactie eigenlijk ook. Hij citeert zichzelf uit de Volkskrant van 27 juli 2011:
“Sinds 2002 hebben de LPF, de Telegraaf en Geert Wilders het politieke debat in Nederland op een onvoorstelbare manier vergiftigd. Bijna tien jaar bleef die bloeddorstige demagogie straffeloos”. Daarna legt Vuijsje een verband met de moorden in Oslo.
Op die teksten reageerde ik toen in diezelfde Volkskrant in 2011. Ik zei het verwerpelijk te vinden om Wilders ‘min of meer de verantwoordelijkheid in de schoenen te schuiven’ voor het bloedbad. En vervolgens: “Het verbinden van deze maniak, deze geestelijk gestoorde, met de denkbeelden van Wilders, is schandalig.”
Zo was het en zo is het.
Bert Vuijsje zond in: ‘Hans Wiegel heeft ongelijk, ik heb Wilders niet gedemoniseerd’
Hans Wiegel – Wilders-proces had niet moeten worden gevoerd
