Minister van Veiligheid en Justitie Ard van der Steur (VVD) zou met een helder verhaal komen, beloofde premier Mark Rutte dinsdagavond tijdens het debat over de aanslagen in Brussel. Het liep anders. Van der Steur was zo onduidelijk over de contacten tussen Nederland, België en de Amerikaanse FBI over de achtergrond van de aanslagplegers Ibrahim El Bakraoui en zijn broer Khalid, dat de oppositie besloot dat deel van het debat later te voeren. Beter dat de minister eerst maar wat op papier gaat zetten, vond D66-leider Alexander Pechtold met steun van de rest van de oppositie. Een verzoek ondersteund door regeringspartijen VVD en PvdA.
De oppositie vindt dat Nederland direct iets had moeten doen omdat een van de broers, Ibrahim, dezelfde man was die in juli vorig jaar vanuit Turkije naar Nederland was uitgezet. Hij mocht gewoon Nederland binnen, omdat hij toen nog niet geregistreerd stond in de (internationale) opsporingssystemen. Nederland kreeg op 16 maart informatie hierover van de Amerikaanse opsporingsdienst FBI. Meermaals werd Van der Steur gevraagd waarom de FBI eigenlijk contact opnam met Nederland. De minister had daar geen eensluidend antwoord op.
Volgens Van der Steur zou Nederland Ibrahim hebben opgepakt als hij na de FBI-melding was aangetroffen. Zo werkt het systeem in Europa. Bovendien hadden de Belgen ook geen verzoek gedaan aan Nederland om Ibrahim te gaan zoeken, zei de minister. De oppositie ging niet mee in deze uitleg en vond het ‘onbegrijpelijk’ en ‘bijna schandalig’ dat Nederland vanaf 16 maart niet zelf actief naar de man ging zoeken. Hij kon immers nog steeds in Nederland zijn, omdat niet bekend was waar Ibrahim heen ging nadat hij in Nederland was aangekomen.
Volgens Van der Steur en Rutte heeft Nederland geen fouten gemaakt rond El Bakraoui. Wel moeten er dingen beter, erkende Rutte in het debat. “Op zichzelf valt Nederland niets te verwijten. Maar we moeten zaken aanscherpen, bijvoorbeeld in onze communicatie met Turkije.” Uit het contact met de Turken bleek bijvoorbeeld niet dat zij El Bakraoui als een mogelijke terrorist zagen.
De oppositie is erg bezorgd dat terroristen niet worden opgemerkt en aanslagen kunnen plegen binnen Europa. Van de naar schatting circa vijfduizend Europese jihadstrijders zijn er maar 2800 Europees geregistreerd. De Kamer vraagt zich af waar de 2200 anderen zijn gebleven.
Het is niet voor het eerst dat er onvrede heerst over het optreden van Van der Steur.
