Moet je je schamen voor de opvattingen van collega’s? Ik ben filosoof en ik schaam mij diep voor een groot deel van de filosofie en veel filosofen. Niet alleen schaam ik me voor filosofen die slavernij, misogynie, de onderschikking van dieren, cultuurrelativisme en totalitarisme goedpraten, maar ook voor hedendaagse filosofen die duistere onzin uitkramen, zoals de Duitse filosoof Markus Gabriel.
Bij wetenschap is er – idealiter – een strikte scheiding tussen wetenschap en pseudowetenschap. Bij filosofie is er geen duidelijk criterium voor wat geldt als filosofie en wat niet. Dat is zowel de kracht als de zwakte van filosofie. Filosofie kan zichzelf steeds herdefiniëren. Omdat filosofie geen vastomlijnd onderzoeksdomein heeft, is zij in staat gebleken een bron te zijn voor nieuwe wetenschapsdomeinen. Alle wetenschappen, van natuurkunde, psychologie tot kunstmatige intelligentie, zijn voortgekomen uit de freischwebende Intelligenz van filosofie. De zwakte van filosofie is dat het grootste deel van de filosofie intellectuele bagger dan wel regelrechte zwendel is. 90 procent van de filosofie is aperte nonsens. Een psychologische verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat mensen een behoefte hebben aan duistere teksten die een air van diepzinnigheid hebben. Dat verklaart het ongekende succes van ondoorgrondelijke filosofen als Heidegger en Derrida.
In een interview in de Volkskrant (d.d. 26 maart 2016) interviewt Frank Meester een nieuwe ster van de Duitse filosofie: Markus Gabriel. Met interesse las ik het interview. Die interesse sloeg echter al gauw om in ongeloof, verontwaardiging, teleurstelling, boosheid, verbazing en schaamte. In het interview analyseert Gabriel 9/11: “Degenen die niet waren uitgenodigd, kwamen opeens langs om ons feestje te verpesten.” Hij weet ook waar het terrorisme vandaan komt: het ligt aan ons: “[…] wij zagen ze gewoon niet. Dat is veel erger. Dat is pure arrogantie. Daarom haatten ze ons.” Het is vervelend dat niet duidelijk wie die ‘ze’ zijn. Gabriel beweert dat de haat het gevolg is van westerse arrogantie om hen te negeren. Dat is, om eens filosofisch jargon te gebruiken, van de pot gerukt.
Gabriel heeft een afkeer van atheïsme. Zo is er de obligate sneer naar de atheïst en evolutiebioloog Richard Dawkins. “We zien onszelf als een wetenschappelijk en technologisch ontwikkelde gemeenschap die afstand heeft gedaan van religie. De Ander beschouwen we dientengevolge als een stelletje achterlijke religieuzen.” Het is niet duidelijk op wie Gabriel doelt. In de VS zijn een behoorlijk ‘stelletje achterlijke religieuzen’ waar toch een wetenschappelijke en technologische samenleving is. De uitspraak van Gabriel is een voorbeeld van wat ik borrelpraat noem: een boude uitspraak die niet door feiten onderbouwd wordt. Gabriel heeft gelijk dat in ieder geval de Nieuwe Atheïsten – waar ik mijzelf als auteur van Hoe komen wij van religie af? hopelijk bij mag scharen – vinden dat religie achterlijk is (of een beleefder woord van dezelfde strekking). De vraag is echter hoe de Ander kijkt naar de atheïsten: wat vinden orthodoxe christenen, moslims, hindoes etc. van de Ander? Tolerantie en respect zijn niet direct deugden die men bij deze religies vindt, al wordt dat wel met het woord beleden.
De volgende opmerking van Gabriel is krankzinnig, en ik hoop maar dat Meester het niet goed heeft opgetekend. De opvatting dat we de Ander als een stelletje achterlijke religieuzen beschouwen uit zich volgens Gabriel hierin: “En dat uit zich in oorlogen en vluchtelingencrises in Nederland, Duitsland en Scandinavië. De Europese relatie tot de vluchteling wordt gekleurd door onze angst voor religie.” Ho stop: Van waar vluchten de vluchtelingen? Van islamitische landen waar ze worden vervolgd en onderdrukt en te lijden hebben van het oorlogsgeweld. Ze vluchten naar het Westen – niet naar bijvoorbeeld Iran, of Saoedi-Arabië. In het Westen worden er vele vluchtelingen opgevangen, al is er kritiek mogelijk op de manier van opvang. Een (groot) deel van deze vluchtelingen heeft andere normen en waarden, over democratie, vrouwen, homoseksualiteit etc., en dat levert spanningen op. De angst voor door religieus geïnspireerde opvattingen die botsen met de gelijksidealen van mensenrechten is terecht. De angst voor religie – en Gabriel bedoelt islam – is terecht. Dat ontkennen is een vorm van politiek correcte struisvogelpolitiek. Voor een politicus wellicht nog te excuseren, maar een filosoof wordt geacht kritische rationaliteit centraal te stellen.
Maar dat is niet aan Gabriel besteed. “[…] zolang wij religie vooral als bijgeloof zien en menen dat wij verder ontwikkeld zijn omdat we een wetenschappelijk wereldbeeld hebben, zijn wij echt degenen die blind zijn.” Ik moet dit citaat meerdere keren lezen. Zegt hij dat echt? Meent hij werkelijk dat het wetenschappelijk wereldbeeld niet beter is dan een religieus wereldbeeld? Wat is religie dan als het geen bijgeloof is? Het standpunt van Gabriel brengt de recalcitrante anarchistische epistemologie van Paul Feyerabend in herinnering die betoogde in zijn boek Against Method. Outline of an Anarchist Theory of Knowledge (1975) dat de wetenschappelijk methode niet superieur is aan bijvoorbeeld voodoo. Op Meesters vraag of het wetenschappelijk en religieuze wereldbeeld van elkaar verschillen antwoord Gabriel: “In wezen niet”. Dat Gabriel het fundamentele verschil tussen een wetenschappelijk wereldbeeld gebaseerd op empirie en een religieus wereldbeeld gebaseerd op dogma’s die in conflict zijn met de feiten of die niet eens bewezen kunnen worden niet inziet, is onbegrijpelijk.
Gabriel lijkt een theoloog wanneer hij begint over dat er geen verklaring is voor de Big Bang en dat ‘het geloof’ in de Big Bang sprookje is. Hij zegt het echt: “Die eerste [wetenschappelijke] theorie lijkt alleen rationeler, maar die is wetenschappelijk niet beter bewezen. Het is een religieus wereldbeeld.” Zo, nu is er dus eindelijk een filosoof opgestaan die ons uit de droom helpt dat het wetenschappelijk wereldbeeld beter is dat het religieuze wereldbeeld. (Ik ben sarcastisch).
Waarom is dat dan zo erg?, vraagt Meester, Gabriel antwoordt. “[…] dat we geen vrije wil hebben en uiteindelijk halen ze daarmee de menselijke waardigheid onderuit.” Gabriel haalt hier echter twee soorten vragen door elkaar. Enerzijds de vraag of (en zo ja in welke mate) de mens een vrije wil heeft of is gedetermineerd door de omstandigheid. Dit is een boeiende vraag, maar het antwoord daarop is irrelevant voor de ethiek. Het maakt niet uit of een moordenaar al of niet een vrije wil had. De moordenaar dient sowieso berecht te worden, immers de rechters zijn ook gedetermineerd om te doen wat ze doen. Humanisten, die het wetenschappelijk naturalistische wereldbeeld omhelzen, zijn juist een groot voorstander van de notie van menselijke waardigheid.
Omdat ik niet kan geloven dat Gabriel werkelijk deze opvattingen koestert, zoek ik op internet naar meer informatie over hem. Wat ik vind, lijkt te bevestigen dat het werkelijk zo is. In een interview in Vrij Nederland (14 april 2014) merkt Gabriel op dat “De filosofie moet bijdragen aan de morele vooruitgang.” Daar zijn we het dan in ieder geval over eens.
“Er zijn geen uitspraken die algemeen geldig zijn.” Aldus de stellige overtuiging van Gabriel. Echter, als die uitspraak waar is, dan is deze een contradictie. Daarnaast zijn er wel degelijk algemeen geldige uitspraken. Neem de uitspraak: “Het doodmartelen van kinderen is slecht,” zou Gabriel werkelijk beweren dat deze uitspraak niet algemeen geldig is, of in ieder geval zou moeten zijn? Filosoof Daniel Dennett claimt dat Darwinisme universeel is, zoals wiskundige principes universeel zijn, en dat overal in het universum waar zich leven voordoet de principes van de evolutie (namelijk toevallige mutatie en natuurlijke selectie) zich voordoen. Natuurkundigen zijn het erover eens dat de wetten van de zwaartekracht universeel zijn en algemeen geldig. De uitspraak dat er geen god is, is nog een voorbeeld van zo’n algemeen geldende uitspraak. Zelf maakt Gabriel even verder in het interview trouwens een algemeen geldende claim: “Volgens mij is het de taak van de filosofie om absolute morele waarden te formuleren en te verdedigen, zoals bijvoorbeeld “Genozid ist scheisse”.”
De opmerkingen van Gabriel over religie raken kant nog wal. “Religie hebben wij nodig als corrigerende factor. Niet omdat God bestaat, maar omdat religie een bepaalde vorm van denken met zich meebrengt die we niet mogen vergeten.” Wie is Gabriel om te bepalen dat ik religie nodig heb? Ik heb helemaal geen religie nodig en de wereld zou een stuk vredelievender zijn zonder religie. De formulering ‘een bepaalde vorm van denken die we niet mogen vergeten’ is een duistere formulering. Waarom mogen we dat niet vergeten en wat houdt dat ‘denken van religie’ dan precies in? Het lijkt erop alsof Gabriel een aanhanger is van het idee dat religie een noodzakelijke psychologische en sociale rol vervult die alleen door religie vervuld kan worden. Het lijkt alsof hij nooit heeft gehoord van humanisme dat een wereldbeeld en levensbeschouwing niet gebaseerd op sprookjes of mythes.
Na afloop van een college van Gabriel “is er een feestelijke lunch van schnitzels en aardappelen en jus.” Hier krijg ik werkelijk de kriebels van: hoe kan je als filosoof géén veganist zijn? Hoe kan je zo’n grote morele blinde vlek hebben? Hoe kan je meedoen aan de dierenholocaust? Hoe kun je als duits filosoof niet zien dat de behandeling van dieren in de intensieve veehouderij qua concentratiekampen, transport, desensitivering voor leed, veel weg heeft van hoe de Nazis met joden en andere mensen die hen niet aanstonden, omgingen? Genozid ist scheisse, betoogt Gabriel, maar blijkbaar niet voor dieren, want daar lust hij er nog wel een van. In de filosofie wordt al zo’n 40 jaar gediscussieerd over de mens-dier relatie. Toch is dit geheel voorbijgegaan aan Gabriel. Zijn uitspraak ‘De filosofie moet bijdragen aan de morele vooruitgang’ blijkt een holle frase te zijn.
Met een charlatan als Gabriel in de mediaspotlight van de filosofie, zal de filosofie in ieder geval niet meewerken de wereld beter te maken en beter te leren kennen. Een groot deel van de filosofie verkeert nog altijd in de duistere middeleeuwen. En de mensen vinden het prachtig.